Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Lange termijn beloop van bloeddruk voorspelt subklinische atherosclerose

Literatuur - Allen NB et al. JAMA. 2014 - JAMA. 2014 Feb 5;311(5):490-7

 

Blood pressure trajectories in early adulthood and subclinical atherosclerosis in middle age

 
Allen NB, Siddique J, Wilkins JT, et al.
JAMA. 2014 Feb 5;311(5):490-7. doi: 10.1001/jama.2013.285122
 

Achtergrond

De huidige risicovoorspellingsmodellen houden alleen rekening met de bloeddruk (BP) op een enkel moment, en laten een mogelijk effect van eerdere BP niveaus  buiten beschouwing, of het beloop van de BP in de tijd. Tijd-gemiddelde en cumulatieve BP onder volwassenen zijn voorspellend gebleken voor cardiovasculaire risico in prospectieve studies [1-4]. Veranderingen in BP op middelbare of latere leeftijd zijn ook significant en proportioneel geassocieerd met levenslang risico op CVD [5].
Hoewel systolische BP (SBP) met de leeftijd stijgt in de meeste mensen, kunnen patronen van BP veranderingen per persoon verschillen. Deze studie beoogde de lange termijn BP-belopen te onderzoeken, van jonge volwassenheid tot op middelbare leeftijd, en het effect op de aanwezigheid van subklinische atherosclerose, gemeten met coronaire arteriële calcificatie (CAC) op middelbare leeftijd. Het prospectieve Coronary Coronary Artery Risk Development in Young Adults (CARDIA) cohort werd gebruikt, waarin deelnemers langer dan 25 jaar werden gevolgd.
Gegevens werden tijdens 8 onderzoekscycli verzameld en de huidige analyse betreft data van 3442 CARDIA deelnemers met BP metingen beschikbaar bij ten minste 3 onderzoeken en CAC meting na 25 jaar. Vijf discrete belopen van mid-BP (Gemiddelde van SBP en DBP) vanaf jonge volwassenheid tot op middelbare leeftijd werden geïdentificeerd: 21.8% van de deelnemers zat in de laag-stabiele groep, 42.3% in de matig-stabiele groep, 12.2% had matig-stijgende BP niveaus in de loop der tijg, 19.0% had relatief hoge maar stabiele BP niveaus (hoog-stabiele groep) en 4.8% zat in de hoge en stijgende groep.

 
Belangrijkste resultaten

  • Alle groepen lieten een kleine maar gestage stijging van SBP en DBP zien, inclusief deelnemers op antihypertensieve medicatie. De matig-stijgende en hoog-stijgende groepen lieten de grootste en steilste stijging van BP in de tijd zien (gemiddelde SBP stijging 30.2 en 21.2 mmHg respectievelijk).
  • Een CAC score van ten minste 100 Hounsfield units (HU) werd gezien in 4.0% van de deelnemers in de laag-stabiele BP, tot wel 25.4% in de hoog-stijgende groep. Deelnemers die antihypertensieva gebruikten hadden een hogere prevalentie van CAC ten opzichte van deelnemers in dezelfde groep die deze medicatie niet namen.
  • Deelnemers die een steilere stijging van BP lieten zien, hadden een hogere prevalentie van een CAC score >100 HU (7.9% vs 10.1%, respectievelijk; P<.001 voor trend).
  • In een statistisch model dat corrigeerde voor demografische karakteristieken, andere CV risicofactoren en gebruik van antihypertensiva, waren de odds ratios 1.44 (95%CI: 0.83-2.49) voor matig-stabiel, 1.86 (95%CI: 0.91-3.82) voor matig-stijgend, 2.28 (95% CI: 1.24-4.18) voor hoog-stabiel, en 3.70 (95% CI: 1.66-8.20) voor de hoog- stijgend groep, ten aanzien van de laag-stabiele groep, waarin een gecorrigeerde prevalentie van 5.8% werd gezien van CAC score >100 HU.
  • Odds ratios veranderden niet significant bij extra correctie voor SBP en DBP bij baseline en na 25 jaar.
  • Over het algemeen werden vergelijkbare patronen gezien wanneer SBP en DBP beloop apart werden geanalyseerd.

 


Download allen jama 2014 CVGK.pptx


Conclusie

Vijf verschillende belopen van mid-BP werden gezien over een periode van 25 jaar, van jonge volwassenheid tot op middelbare leeftijd. Deze belopen waren verschillend geassocieerd met de aanwezigheid van subklinische atherosclerose op latere leeftijd, waarbij deelnemers die verhoogde en minder stabiele BP niveaus lieten zien, de hoogste kan hadden op een CAC score groter dan 100 HU. De meeste deelnemers hadden BP niveaus binnen de range van prehypertensie.
Langetermijnpatronen van veranderingen in bloeddruk kunnen dus extra informatie geven over het risico om subklinische atherosclerose te ontwikkelen. De bruikbaarheid van specifieke BP belopen voor het voorspellen van klinische CV events verdient verdere verkenning.
 
Klik door naar dit artikel op Pubmed
 

Referenties

1. Vasan RS, Massaro JM, Wilson PW, et al; Framingham Heart Study. Antecedent blood pressure and risk of cardiovascular disease: the Framingham Heart Study. Circulation. 2002;105(1):48-53.
2. Lee DS, Massaro JM,Wang TJ, et al. Antecedent blood pressure, body mass index, and the risk of
incident heart failure in later life. Hypertension. 2007;50(5):869-876.
3. Stewart R, Xue QL, Masaki K, et al. Change in blood pressure and incident dementia: a 32-year
prospective study. Hypertension. 2009;54(2):233-240.
4. Pletcher MJ, Bibbins-Domingo K, Lewis CE, et al. Prehypertension during young adulthood and coronary calcium later in life. Ann Intern Med. 2008;149(2):91-99.
5. AllenN, Berry JD, NingH, et al.. Impact of blood pressure and blood pressure change duringmiddle age on the remaining lifetime risk for cardiovascular disease: the cardiovascular lifetime risk pooling project. Circulation. 2012;125(1):37-44.

Deel deze pagina met collega's en vrienden: