Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Perifeer arterieel vaatlijden en preventieve therapie

Nieuws - 22 juni 2011

Achtergrond
Of individuen met perifeer arterieel vaatlijden (PAV), geïdentificeerd door middel van enkel-armindex screening, voordeel zouden hebben van preventieve therapie voor reductie van het cardiovasculaire risico is onbekend. Het is bekend dat PAV geassocieerd is met een verhoogde cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit. Deze studie beoogde het aantal volwassenen in de Verenigde Staten (VS) te bepalen die geen preventieve therapie ontvangen en of preventieve behandeling is geassocieerd met gereduceerde mortaliteit in mensen met PAV zonder bekende cardiovasculaire ziekte.

Methoden en resultaten
Data uit de National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES) werd geanalyseerd uit de periode tussen 1999 en 2004 met een mortaliteitsfollow-up tot eind 2006. PAV werd gedefinieërd als een enkel-armindex ≤ 0,90. Van de 7458  deelnemers ≥ 40 jaar was de gewogen PAV prevalentie 5,9±0,3% (mean±SE), wat correspondeert met 7,1 miljoen volwassenen in de VS met PAV. Statinegebruik werd gerapporteerd in slechts 30,5±2,5%, gebruik van angiotensine-converting enzyme inhibitors/angiotensine receptor blokkers in 24,9±1,9%, en aspirine gebruik in 35,8±2,9%, corresponderend met 5,0 miljoen volwassenen met PAV die geen statines gebruiken, 5,4 miljoen die geen angiotensine-converting enzyme inhibitors/angiotensine receptor blokkers gebruiken, en 4,5 miljoen individuen die geen aspirine gebruiken. Na correctie voor leeftijd, geslacht, en ras/ethniciteit was PAV geassocieerd met sterfte als gevolg van elke oorzaak (hazard ratio, 2,4; 95% confidentie-interval, 1,9 tot 2,9; P<0,0001). Zelfs na exclusie van individuen met bekende cardiovasculaire ziekte hadden individuen net PAV een hogere incidentie van mortaliteit (16,1±2,1%) dan mensen zonder PAV of cardiovasculaire ziekte (4,1±0,3%), met een hazard ratio van 1,9 (95% confidentie-interval, 1,3 tot 2,8; P=0,001). Bij individuen met PAV zonder cardiovasculaire ziekte was het gebruik van multipele preventieve therapieën geassocieerd met een 65% lagere sterfte als gevolg van elke oorzaak (hazard ratio, 0,35; 95% confidentie interval, 0,20 to 0,86; P=0,02).

Conclusies
Miljoenen volwassenen in de VS met PAV ontvangen geen secundaire preventieve therapie. Behandeling met
secundaire preventieve therapie is geassocieerd met een reductie in sterfte.

1. Secondary Prevention and Mortality in Peripheral Artery DiseaseSecondary Prevention and Mortality in Peripheral Artery Disease. Pande et al. Circulation 2011

Deel deze pagina met collega's en vrienden: