Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Sekseverschillen in MI risico niet verklaard door klassieke risicofactoren

Literatuur - Albrektsen G et al., JAMA Intern Med 2016

Lifelong Gender Gap in Risk of Incident Myocardial Infarction
The Tromsø Study

 
Albrektsen G, Heuch I, Løchen M-L, et al.
JAMA Intern Med 2016; published online ahead of print

 
Achtergrond

CVD komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen, maar het is niet duidelijk of dit verschil het gevolg is van verschillen in de niveaus van bekende risicofactoren of niet [1]. Het is gehypothetiseerd dat het lagere CHD risico in premenopausale vrouwen in verband staat met een beschermend effect van vrouwelijke hormonen, maar deze hypothese is onderwerp van discussie [2]. Andere mogelijke verklaringen omvatten genderheterogeniteit in insulineresistentiemechanismen, gunstige LDL-c eigenschappen in vrouwen, en verschillen in verouderingsprocessen die arteriële stijfheid beïnvloeden [3].
In deze grote, populatiegebaseerde, prospectieve Noorse studie, werd het risicoverschil in incidente MI tussen mannen en vrouwen geëvalueerd. Ook werd bepaald in welke mate een dergelijk verschil kan worden verklaard door verschillende niveaus van CHD risicofactoren.
 

Belangrijkste resultaten

  • Incidentie rata ratio (IRR, relatief risico) voor mannen vs. vrouwen, gecorrigeerd voor leeftijd, was voor 35-54 jaar: 6.78; 95% CI: 5.37-8.56, 55-74 jaar: 2.73; 95% CI: 2.42-3.09 en 75-94 jaar: 1.83; 95% CI: 1.59-2.11.
  • De RR voor MI voor mannen vs vrouwen, gecorrigeerd voor leeftijd en geboortecohort was 2.72; 95% CI: 2.50-2.96.
  • De factoren met de sterkste impact op het verband met sekse, uitgedrukt als verandering in regressiecoëfficiënt, waren: -19.0% voor HDL-c, 14.2% voor totaal cholesterol (TC), -17.1% voor de ratio tussen HDL-c en TC, -5.9% voor DBP, en -5.6% voor dagelijks roken.
  • Het contrast in risico tussen de seksen bleef substantieel (IRR: 2.07; 95% CI: 1.89-2.26; regressicoëfficiënt daalde met 27.3%) na correctie voor factoren die de regressiecoëfficiënt voor sekse met ten minste 5% in een model gecorrigeerd voor alle risicofactoren.
  • De gecorrigeerde risicocurves liepen bijna parallel voor de leeftijd van 45-50 jaar en na de 70 jaar, maar de afstand tussen de curves was aanzienlijk kleiner onder de ouderen.
  • In vrouwen werden geen plotselinge veranderingen gezien in het risico wanneer zij van premenopausaal overgingen in postmenopausale leeftijden.
  • De sekseverschillen in MI risico verminderden met de leeftijd, maar hielden stand. Gecorrigeerde IRRs voor mannen vs. vrouwen waren per leeftijdsgroep: 35-54 jaar: 3.64; 95% CI: 2.85-4.65, 55-74 jaar: 2.00; 95% CI: 1.76-2.28 en 75-94 jaar: 1.66; 95% CI: 1.42-1.95.

Conclusie

In vergelijking met vrouwen, hebben mannen een ongeveer twee keer zo hoog risico op MI. Dit verschil kan niet worden verklaard door bekende CHD risicofactoren. Het verschil blijft bestaan gedurende het leven, maar neemt wel af met de leeftijd. Het lijkt onwaarschijnlijk dat veranderingen in vrouwelijke hormonen het MI risico beïnvloeden. Deze data dragen bij aan een beter begrip van het sekseverschil in MI risico, hetgeen belangrijk kan zijn voor preventie en behandeling van CHD.
 
Vind dit artikel online op JAMA Internal Medicine
 

References

1. Stock EO, Redberg R. Cardiovascular disease in women. Curr Probl Cardiol. 2012;37(11):450-526.
2. Barrett-Connor E. Sex differences in coronary heart disease: why are women so superior? The 1995 Ancel Keys lecture. Circulation. 1997;95(1):252-264.
3. Anand SS, Islam S, Rosengren A, et al; INTERHEART Investigators. Risk factors for myocardial infarction in women and men: insights from the INTERHEART study. Eur Heart J. 2008;29(7):932-940.
 

Deel deze pagina met collega's en vrienden: