Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Comorbiditeiten en comedicaties geassocieerd met ACEI-gerelateerde bijwerkingen

Literatuur - Mahmoudpour SH et al., Br J Clin Pharmacol. 2016

Determinants of Angiotensin Converting Enzyme-inhibitor (ACEI) intolerance and angioedema in the UK Clinical Practice Research Datalink.


Mahmoudpour SH, Baranova EV, Souverein PC, et al, on behalf of the PREDICTION-ADR consortium
Br J Clin Pharmacol 2016; published online ahead of print
 

Achtergrond

Het gebruik van angiotensin converting enzyme-remmers (ACEI’s) is geassocieerd met een lagere mortaliteit en cardiovasculaire (CV) morbiditeit in patiënten met hypertensie, diabetes of een voorgeschiedenis met myocardinfarct (MI) [1,2]. Het aantal patiënten dat met ACEI therapie stopt, is echter groot vanwege de bijwerkingen, zoals droge aanhoudende hoest [3]. Een andere bijwerking is angio-oedeem, iets wat niet vaak voor komt maar levensbedreigend kan zijn [4].
ACEI-intolerante patiënten stappen vaak over op angiotensin-II receptor blokkers (ARB’s), hoewel het risico op angio-oedeem met ARB’s nog steeds aanwezig is [5]. Kennis over de potentiele risicofactoren kunnen behulpzaam zijn bij het identificeren van patiënten die meer kans hebben op het ontwikkelen van deze bijwerkingen, wat vervolgens weer een hand kan bieden bij het voorschrijven van medicatie.
 
In deze studie is de frequentie van angio-oedeem en ACEI intolerantie bepaald in een ‘real world’ cohort van patiënten in de eerste lijn (n=276.977) die ACEI gebruiken. ACEI-intolerantie was gedefinieerd als het overstappen naar ARB’s door patiënten die voor het eerst behandeld werden met ACEI’s. Er is gekeken naar bepalende factoren zoals demografie, comorbiditeiten en comedicatie.
 

Belangrijkste resultaten

  • Een leeftijd hoger dan 65 jaar was statistisch significant geassocieerd met een hoger risico op zowel angio-oedeem (OR: 1.51; 95%CI: 1.23-1.86) als ACEI intolerantie (OR: 1.15; 95%CI: 1.12-1.18) in een univariaat model.
  • Het vrouwelijke geslacht was geassocieerd met een hoger risico op ACEI intolerantie (OR: 1.70; 95%CI: 1.65-1.75).
  • Een voorgeschiedenis van astma en allergie waren geassocieerd met het ontwikkelen van zowel angio-oedeem en ACEI intolerantie.
  • Een voorgeschiedenis met chronische obstructieve pulmonaire ziekte (COPD) verhoogde het risico op angio-oedeem (OR: 2.08; 95%CI: 1.52-2.85), maar niet op ACEI-intolerantie (OR: 0.91; 95%CI: 0.85-0.97).
  • Patiënten met diabetes mellitus (DM) hadden een lager risico op het ontwikkelen van angio-oedeem (OR: 0.73; 95%CI: 0.54-0.98) en ACEI-intolerantie (OR: 0.747; 95%CI: 0.74-0.80).
  • Patiënten met reumatoïde artritis hadden vaker angio-oedeem vergeleken met controlepatiënten (OR: 2.83; 95% CI: 1.69-4.75).
  • In een univariaat model werd de sterkste associatie met angio-oedeem gezien met gebruik van antihistamines (OR: 25.64; 95%CI: 20.06-32.77) en systemische corticosteroïden (OR: 7.15; 95%CI: 5.49-9.32) binnen 3 maanden voor de index datum.
  • Medicatie voor diabetes stonden in verband met een lager risico op het ontwikkelen van angio-oedeem en ACEI-intolerantie in een univariate analyse.
  • Recent gebruik van niet-steroïde ontstekingsremmers (NSAID) was geassocieerd met een hoger risico op ACEI-intolerantie (OR: 1.12; 95%CI: 1.06-1.17).
  • Iedere vorm van hoesten was geassocieerd met angio-oedeem tijdens ACEI therapie (OR: 1.68; 95%CI: 1.14-2.45).


Conclusie

In een groot ‘real world’ cohort van primaire patiënten bleken verschillende comorbiditeiten en recent voorgeschreven comedicaties significant geassocieerd met het ontwikkelen van angio-oedeem en ACEI-intolerantie in patiënten die starten met ACEI-therapie. Deze kennis kan bijdragen aan identificatie van patiënten met een hoger risico op het ontwikkelen van ACEI-gerelateerde bijwerkingen.
 
Vind deze publicatie online op Br J Clin Pharmacol
 

Referenties

1. van Vark LC, Bertrand M, Akkerhuis KM, et al. Angiotensin-converting enzyme inhibitors reduce mortality in hypertension: a meta-analysis of randomized clinical trials of renin-angiotensin-aldosterone system inhibitors involving 158,998 patients. Eur Heart J 2012; 33: 2088-97.
2. Jorgensen CH, Gislason GH, Ahlehoff O, et al. Use of secondary prevention pharmacotherapy after first myocardial infarction in patients with diabetes mellitus. BMC Cardiovasc Disord 2014; 14:4,2261-14-4.
3. Ng LP, Goh PS. Incidence of discontinuation of angiotensin-converting enzyme inhibitors due to cough, in a primary healthcare centre in Singapore. Singapore Med J 2014; 55: 146-9.
4. Bezalel S, Mahlab-Guri K, Asher I, et al. Angiotensin-converting enzyme inhibitor-induced angioedema. Am J Med 2015; 128: 120-5.
5. Beavers CJ, Dunn SP, Macaulay TE. The role of angiotensin receptor blockers in patients with angiotensin-converting enzyme inhibitor-induced angioedema. Ann Pharmacother 2011; 45: 520-4.
 
 

Deel deze pagina met collega's en vrienden: