Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Na discussies in de media over bijwerkingen stoppen mensen met statines

Literatuur - Matthews A et al., BMJ 2016

Impact of statin related media coverage on use of statins: interrupted time series analysis with UK primary care data
 

Matthews A, Herrett E, Gasparrini A et al.,
BMJ 2016; 353 doi: http://dx.doi.org/10.1136/bmj.i3283 (Published 28 June 2016)
 

Achtergrond

Zowel in de academische pers als lekenmedia zijn zorgen geuit over de schijnbaar hoge frequenties van bijwerkingen van statines, zoals spierpijn en -zwakte. In oktober 2013 publiceerde het BMJ twee artikelen die als kritisch over statines werden ontvangen, waarvan één suggereerde dat de bijwerkingen mogelijk zwaarder wegen dan de algemene gezondheidseffecten in diegenen met een laag of middelmatig risico [1,2]. Deze artikelen hebben een uitgebreide en bredere discussie over statines veroorzaakt in de media, met in het Verenigd Koninkrijk in maar 2014. Mediaberichtgeving kan ook geïntensiveerd zijn als gevolg van de voorgestelde veranderingen in de NICE richtlijnen van juli 2014, waardoor vanaf dan niet alleen mensen met een hoog, maar ook die met een middelmatig (>10%) 10-jaars risico in aanmerking komen voor statines.
 
Eerder studies hebben laten zien dat mediadebatten over bijwerkingen tot meetbare effecten op aspecten van statinegebruik kunnen leiden [3-6]. Desalniettemin hebben geen grote studies uitgebreid het effect op statinevoorschrijving in primaire of secundaire CVD preventie geëvalueerd.
 
Deze studie profiteerde van routinematig verzamelde informatie over voorschrijfgedrag in eerstelijnsdossiers in het VK (CPRD: UK Clinical Practice Research Datalink). De mogelijke associatie tussen het mediadebat over bijwerkingen van statines en het starten en stoppen van behandeling in de eerste lijn werd bepaald (aandeel patiënten dat start of stopt, gerapporteerd voor iedere maand van januari 2011 tot maart 2015). Stoppen was gedefinieerd als geen volgend recept binnen 28 dagen na de einddatum van het eerdere recept. Bovendien werd de impact op de publieke gezondheid geschat. Het in aanmerking komen voor primaire preventie was gebaseerd op een 10-jaars CV-risico score van >20% (n=88010 individuen). Incidente CV events betekende dat iemand in aanmerking kwam voor secundaire preventie (28592 incidente CV events). De periode van blootstelling werd gedefinieerd als oktober 2013 tot maart 2014.
 

Belangrijkste resultaten

  • Er werd geen stapsgewijze verandering gezien in statine-initiatie voor primaire preventie gezien na de blootstellingsperiode, ten opzicht van daarvoor (gecorrigeerd voor de onderliggende stijgende trend in de tijd: OR: 0.99, 95%CI: 0.87-1.13), noch voor secundaire preventie (OR: 1.04, 95%CI: 0.92-1.18).
  • Na de blootstelling, was de kans groter dat patiënten stopten met hun statines, ten opzichte van daarvoor, zowel voor primaire (OR: 1.11, 95%CI:1.05-1.18) als secundaire preventie (OR: 1.12, 95%CI: 1.04-1.21). Er werd geen onderliggende maand-tot-maand trend opgemerkt in stoppen met statines.
  • Diegenen die al langer statins lieten een duidelijker kans op stoppen met statins zien dan diegenen die ze pas korter gebruikten (P-trend <0.001 voor zowel primaire als secundaire preventie). Deze trend was meer uitgesproken in oudere leeftijdsgroepen.
  • De stijging in stoppen leek beperkt tot de eerste zes maanden na blootstelling. Inderdaadwas de kans groter dat patiënten direct na de blootstelling met statins stopten (OR: 1.19, 95%CI: 1.02-1.39 voor primaire preventie en OR: 1.25, 95%CI: 1.02-1.53 in secondaire preventie), waarna de kans geleidelijk afnam richting baseline.
  • Er waren aanwijzingen dat de kans kleiner was dat patiënten een gerapporteerde risicoscore hadden na de blootstellingsperiode (OR: 0.85, 95%CI: 0.78-0.93) ten opzichte van daarvoor.
  • Een geschat overschot van 218971 patiënten in het VK stopte met statines in de zes maand na het mediadebat. Dit geeft een geschat aantal extra CV events van minstens 2173 in de komende 10 jaar, wanneer wordt aangenomen dat 66% van diegenen die stopten zonder statine-gerleateerd event zouden herstarten. Indien iedereen permanent stopt, komt het geschatte aantal extra CV events op 6372.

Conclusie

Deze data laten zien dat een periode van uitgebreide mediaberichtgeving over statines en hun bijwerkingen werd gevolgd door een hogere frequentie van stoppen met statines die waren voorgeschreven als primaire en secundaire CV preventie in de eerste lijn in het VK. Na zes maanden keerden de stopfrequenties terug op verwachte niveaus. Met name patiënten die statines al langer gebruikten en oudere patiënten lieten een hogere kans zien om te stoppen met statinetherapie. Dus, breed verslagen gezondheidsberichten kunnen een effect hebben op gezondheidsgedrag.
 

Redactioneel commentaar [7]

In een kritisch commentaar, wijst Schwitzer (journalist en adjunct associate professor) erop dat het betreffende nieuws niet allemaal negatief was, en beide extremen waren vertegenwoordigd. Schwitzer zegt dat causale taal werd gebruikt in het artikel, terwijl causaliteit niet werd aangetoond. “De auteurs geven geen patiënt survey data om het geloof te ondersteunen dat mensen stopten als gevolg van de nieuwsberichten.” (…)
“Maar wat als de verslaglegging wel een effect had, door mensen te attenderen op het debat en de onduidelijkheden die nog bestaan over de mate van mogelijke voordelen en schadelijke effecten van statinegebruik? Is dat zo erg? Zoals Montori en anderen hebben gezegd: ‘geïnformeerde patiënten kunnen ervoor kiezen om geen richtlijn te volgen als deze geen rekening houdt met hun voorkeuren.” In de huidige studie is niets gerapporteerd over de kwaliteit van het klinische besluitvormingsproces voor de start van behandeling, of over de redenen waarom patiënten stopten.
Als uitgever van HealthNewsReview.org heeft Schwitzer 10 jaar systematisch mediaberichten beoordeeld die claims doen over gezondheidsinterventies. Hij concludeert op basis van duizenden verhalen “dat de meeste mogelijk voordelen benadrukken of overdrijven, terwijl ze mogelijke schade bagatelliseren of negeren.” Overdiagnose, overbehandeling of gedeelde besluitvorming zijn zelden onderwerp van journalistieke producties.
Matthews en collega’s “verkenden de mogelijkheid van verminderde verslaglegging over spierpijn, rhabomyolyse, leverschade, diabetes, of cognitieve bijwerkingen niet.” Schwitzer suggereert dat de media kan bijdragen aan het begrip over de onzekerheid die nog bestaat over de balans tussen voordeel en schade van statines, en dat als dat meer vragen oproept bij patiënten, alsmede completere gesprekken tussen patiënten en artsen en gedeelde besluitvorming, “dan is dat een uitkomst om te omarmen.”
 
 
Vind dit artikel online op BMJ
 

Referenties

1. Abramson JD, Rosenberg HG, Jewell N, Wright JM. Should people at low risk of cardiovascular disease take a statin?BMJ 2013; 347:f6123.
2. Malhotra A. Saturated fat is not the major issue. BMJ 2013: 347: f6340.

Deel deze pagina met collega's en vrienden: