Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Risico bloedingsgerelateerde heropname in AF-patiënten verschilt tussen NOACs

Literatuur - Deitelzweig S, et al. Curr Med Res Opin 2016

 

An early evaluation of bleeding-related hospital readmissions among hospitalized patients with nonvalvular atrial fibrillation treated with direct oral anticoagulants


Deitelzweig S, Bruno A, Trocio J, et al.
Curr Med Res Opin 2016;32:573-582
 

Achtergrond

Patiënten met niet-valvulair atriumfibrilleren (NVAF) hebben een hoge frequentie van heropname in het ziekenhuis [1,2]. Dit zijn frequenties van heropnames ongeacht de oorzaak, gerelateerd aan atriumfibrilleren (AF) of een cardiovasculaire aandoening. Er bestaan echter weinig data over alleen bloedingsgerelateerde heropnames. In klinische studies hadden NVAF patiënten die met verschillende directe orale anticoagulantia (DOAC’s) werden behandeld, verschillende bloedingsfrequenties [3-6]. In relatie tot de DOAC’s dabigatran, rivaroxaban en apixaban, is er geen enkele studie gedaan die de associatie met heropname in het ziekenhuis bekeek voor bloedingen onder NVAF patiënten, omdat deze middelen tamelijk recent op de markt zijn gebracht.
 
De primaire doelstellingen van deze studie waren om de frequentie van bloedingsgerelateerde heropnames te bepalen onder opgenomen NVAF patiënten die in de VS behandeld waren met dabigatran, rivaroxaban of apixaban. De studie werd gedaan aan de hand van twee databases en includeerde 4138 patiënten op apixaban, 32.838 op dabigatran en 37.754 op rivaroxaban. Studiepopulaties kwamen van de ‘Premier Hospital’ database en de ‘Cerner Health Facts Hospital’. Deze cohorten werden onafhankelijk van elkaar geanalyseerd.
 

Belangrijkste resultaten

Tijdens de ziekenhuisopname:
  • In beide studiepopulaties waren patiënten die apixaban kregen significant ouder (73.6 jaar) dan degenen die dabigatran kregen (71.9 jaar) en dan degenen die rivaroxaban kregen (72.3 jaar; p < 0.001) en hadden apixaban-behandelde patiënten ook een significant hoger risico op stroke en bloedingen gebaseerd op gemiddelde CHADS2 score (apixaban: 2.19 vs. dabigatran: 2.09 vs. rivaroxaban:2.04, p<0.001) en gemiddelde HAS-BLED score (apixaban: 2.56 vs. dabigatran: 2.33 vs. rivaroxaban: 2.35, p<0.001). Ook de gemiddelde Charlson Comorbidity Index (CCI) score was significant hoger in apixaban patiënten (2.35) versus dabigatran (2.12) en rivaroxaban patiënten (2.09; p < 0.001).
  • In beide studie populaties kregen relatief meer apixaban-behandelde patiënten een stroke of bloeding, dan rivaroxaban- en dabigatran-behandelde patiënten.
  • In beide studie populaties kregen relatief meer rivaroxaban-behandelde patiënten tegelijkertijd ook warfarine toegediend (9.8%) dan degenen die apixaban kregen (7.7%) of dabigatran (6.6%; p < 0.001).
  • In het ‘Premier Hospital’ cohort kregen relatief meer apixaban-behandelde patiënten tegelijkertijd ook injecteerbare anticoagulantia dan rivaroxaban- en dabigatran-behandelde patiënten (resp. 61.3%, 55,3%, 45.4%, p < 0.001).
  • In het ‘Cerner Health Facts Hospital’ cohort kregen relatief meer rivaroxaban-behandelde patiënten tegelijkertijd ook injecteerbare anticoagulantia dan dabigatran- en apixaban-behandelde patiënten (resp. 50.4%, 47.4%, 44.6%, p < 0.001).
 
Bloedingsgerelateerde heropnames:
  • In het ‘Premier Hospital’ cohort was de frequentie het hoogst voor rivaroxaban-behandelde patiënten, gevolgd door patiënten die dabigatran en apixaban kregen (resp. 1.9%, 1.5%, 1.5%, p < 0.001).
  • In het ‘Cerner Health Facts Hospital’ cohort was er geen significant verschil tussen de behandelingen.
 
Heropnames ongeacht de oorzaak:
  • In het ‘Premier Hospital’ cohort was de frequentie het hoogst voor rivaroxaban-behandelde patiënten, gevolgd door patiënten die apixaban en dabigatran kregen (resp. 15.4%, 14.4%, 13.8%, p < 0.001).
  •  In het ‘Cerner Health Facts Hospital’ cohort was er geen significant verschil tussen de behandelingen.
 
Odds voor bloedingsgerelateerde opname na correctie voor belangrijkste patiënteigenschappen (inclusief bovenstaande eigenschappen die significant verschillend bleken tussen de groepen, tijdens de ziekenhuisopname):
  • In het ‘Premier Hospital’ cohort waren de odds voor patiënten behandeld met rivaroxaban 1.4 keer (p < 0.01) groter vergeleken met apixaban, en 1.2 keer (p = 0.16) vergeleken met patiënten die dabigatran kregen.
  • In het ‘Cerner Health Facts Hospital’ cohort waren de odds voor patiënten behandeld met rivaroxaban 1.6 keer (p = 0.04) groter vergeleken met apixaban, en 1.3 keer (p = 0.30) vergeleken met patiënten die dabigatran kregen.
 
Odds voor opname ongeacht de oorzaak na correctie voor belangrijkste patiënteigenschappen (inclusief bovenstaande eigenschappen die significant verschillend bleken tussen de groepen, tijdens de ziekenhuisopname):
  • In het ‘Premier Hospital’ cohort waren de odds voor patiënten behandeld met rivaroxaban 1.2 keer (p < 0.001) groter vergeleken met patiënten die apixaban kregen.
 

Conclusie

In twee onafhankelijke grootschalige databases hadden patiënten met niet-valvulair atriumfibrilleren die verschillende directe anticoagulantia gebruikten verschillende patiënteigenschappen, zoals baseline stroke- en bloedingsrisico. Na correctie voor de belangrijkste patiënteigenschappen was het risico voor heropname als gevolg van bloedingen groter bij patiënten die rivaroxaban gebruikten dan bij degenen die apixaban gebruikten.
 
Vind deze publicatie online op Curr Med Res Opin
 

Referenties

1. Amin A, Jhaveri M, Lin J. Hospital readmissions in US atrial fibrillation patients: occurrence and costs. Am J Ther 2013;20:143-50
2. Johnson BH, Smoyer-Tomic KE, Siu K, et al. Readmission among hospitalized patients with nonvalvular atrial fibrillation. Am J Health Syst Pharm 2013;70:414-22
3. Deitelzweig SB, Pinsky B, Buysman E, et al. Bleeding as an outcome among patients with nonvalvular atrial fibrillation in a large managed care population. Clin Ther 2013;35:1536-45
4. Connolly SJ, Ezekowitz MD, Yusuf S, et al. Dabigatran versus warfarin in patients with atrial fibrillation. New Engl J Med 2009;361:1139-51
5. Patel MR, Mahaffey KW, Garg J, et al. Rivaroxaban versus warfarin in nonvalvular atrial fibrillation. New Engl J Med 2011;365:883-91
6. Granger CB, Alexander JH, McMurray JJV, et al. Apixaban versus warfarin in patients with atrial fibrillation. New Engl J Med 2011;365:981-2

Deel deze pagina met collega's en vrienden: