Visualisatie verkalkte kransslagaders als wake-up call om leefstijl te verbeteren
Nieuws - 15 juni 2015Het zien van beelden van de eigen verkalkte coronaire arteriën kan als wake-up call fungeren voor patiënten met nieuw gediagnosticeerde coronaire arterieziekte (CAD), zodat zij hun leefstijl veranderen, zo blijkt uit nieuw onderzoek. De studie werd vandaag gepresenteerd op EuroHeartCare 2015 in Dubrovnik, Kroatië, door Rikke Elmose Mols, een verpleegster en PhD student op de Afdeling Cardiologie van de Aarhus University Hospital-Skejby in Denemarken.
Mw. Mols zei: “Patiënten met niet-obstructieve CAD en hyperlipidaemie moeten dringend hun leefstijl verbeteren en lipidenverlagende therapie nemen om hun risico op toekomstige cardiovasculaire events te verlagen. Het moment dat patiënten een diagnose van niet-obstructieve CAD krijgen is mogelijk een goed tijdstip om ze te motiveren om hun lipideverlagende therapie in te nemen en een gezonde leefstijl aan te nemen. Maar tot nu toe was er nog geen studie naar de impact van het laten zien van beelden van hun verkalkte coronaire arteriën als manier om verandering te stimuleren, aan opeenvolgende patiënten met atypische angina.”
Het doel van deze prospectieve, gerandomiseerde gecontrolleerde studie was om de invloed van zichtbaar maken van coronaire arterie calcificatie (CAC) te bepalen, in aanvulling op standaardinformatie over risico- en leefstijlbeïnvloeding op plasmacholesterolniveuas en andere risicofactoren in patiënten met hyperlipidaemie en een nieuwe diagnose van niet-obstructief CAD. De studie includeerde 189 patiënten met hyperlipidaemie die CTA van hun coronaire arteriën hebben ondergaan en die de diagnose niet-obstructief CAD hebben gekregen. Patiënten werden prospectief 1:1 gerandomiseerd naar de interventie of naar standaard follow-up bij de huisarts, bestaande uit informatie over risico en leefstijlmodificatie. Risicofactoren werden gemeten bij baseline en na 6 maanden.
De interventie was een 25-minuten durend consult met een verpleegster. De eerste 15 minuten waren gericht op communicatie van risico. Patiënten werd een CT scan van hun verkalkte coronaire arteriën getoond. De verpleegster legde het verband uit tussen CAC en het verhoogde risico op toekomstige nadelige CV events. De verpleegster beschreef ook de relatie tussen CV risicofactoren en het ontwikkelen van CAC. Tien minuten werden vervolgens besteed aan het geven van advies over statines, aspirine, bloeddruk, gezond dieet, lichaamsbeweging en stoppen met roken op basis van ESC preventie-richtlijnen.
Na uitsluiting van patiënten die stopten met statinebehandeling als gevolg van bijwerkingen (20 in de controlegroep, 22 in de interventiegroep), vonden de onderzoekers een significant grotere daling van plasma totaal cholesterolniveaus in de interventiegroep, ten opzichte van de controles (1.71 mmol/L vs. 1.44 mmol/L, P= 0.027).
Meer patiënten in de controlegroep gingen door met roken (22% vs. 9%, P=0.014) en het eten van een ongezond dieet (64% vs. 44%, P= 0.005). De interventiegroep viel gemiddeld 1.5 kg af terwijl de controlegroep gemiddeld 0.5 kg aan kwam (P= 0.001). Er was een tendens richting meer therapietrouw voor statinetherapie in de interventiegroep (P= 0.056).
Mw. Mols zei: “Het zien van hun verkalkte coronaire arteriën op de CT scan was duidelijk een eye-opener voor patiënten. Dit kan de wake-up call zijn die patiënten nodig hebben om hun medicatie in te nemen en om hun gedrag te veranderen om zo hun risico op een coronair event te verlagen. De resultaten van onze studie doen vermoeden dat het visualiseren van de dreiging patiënten motiveert om dingen te veranderen om hun risico te verminderen. Een grootschalige studie is nodig om deze bevindingen te bevestigen en om de kosten-effectiviteit van implementatie van deze interventie in de dagelijkse praktijk te bepalen.“
Mw. Mols zei: “Patiënten met niet-obstructieve CAD en hyperlipidaemie moeten dringend hun leefstijl verbeteren en lipidenverlagende therapie nemen om hun risico op toekomstige cardiovasculaire events te verlagen. Het moment dat patiënten een diagnose van niet-obstructieve CAD krijgen is mogelijk een goed tijdstip om ze te motiveren om hun lipideverlagende therapie in te nemen en een gezonde leefstijl aan te nemen. Maar tot nu toe was er nog geen studie naar de impact van het laten zien van beelden van hun verkalkte coronaire arteriën als manier om verandering te stimuleren, aan opeenvolgende patiënten met atypische angina.”
Het doel van deze prospectieve, gerandomiseerde gecontrolleerde studie was om de invloed van zichtbaar maken van coronaire arterie calcificatie (CAC) te bepalen, in aanvulling op standaardinformatie over risico- en leefstijlbeïnvloeding op plasmacholesterolniveuas en andere risicofactoren in patiënten met hyperlipidaemie en een nieuwe diagnose van niet-obstructief CAD. De studie includeerde 189 patiënten met hyperlipidaemie die CTA van hun coronaire arteriën hebben ondergaan en die de diagnose niet-obstructief CAD hebben gekregen. Patiënten werden prospectief 1:1 gerandomiseerd naar de interventie of naar standaard follow-up bij de huisarts, bestaande uit informatie over risico en leefstijlmodificatie. Risicofactoren werden gemeten bij baseline en na 6 maanden.
De interventie was een 25-minuten durend consult met een verpleegster. De eerste 15 minuten waren gericht op communicatie van risico. Patiënten werd een CT scan van hun verkalkte coronaire arteriën getoond. De verpleegster legde het verband uit tussen CAC en het verhoogde risico op toekomstige nadelige CV events. De verpleegster beschreef ook de relatie tussen CV risicofactoren en het ontwikkelen van CAC. Tien minuten werden vervolgens besteed aan het geven van advies over statines, aspirine, bloeddruk, gezond dieet, lichaamsbeweging en stoppen met roken op basis van ESC preventie-richtlijnen.
Na uitsluiting van patiënten die stopten met statinebehandeling als gevolg van bijwerkingen (20 in de controlegroep, 22 in de interventiegroep), vonden de onderzoekers een significant grotere daling van plasma totaal cholesterolniveaus in de interventiegroep, ten opzichte van de controles (1.71 mmol/L vs. 1.44 mmol/L, P= 0.027).
Meer patiënten in de controlegroep gingen door met roken (22% vs. 9%, P=0.014) en het eten van een ongezond dieet (64% vs. 44%, P= 0.005). De interventiegroep viel gemiddeld 1.5 kg af terwijl de controlegroep gemiddeld 0.5 kg aan kwam (P= 0.001). Er was een tendens richting meer therapietrouw voor statinetherapie in de interventiegroep (P= 0.056).
Mw. Mols zei: “Het zien van hun verkalkte coronaire arteriën op de CT scan was duidelijk een eye-opener voor patiënten. Dit kan de wake-up call zijn die patiënten nodig hebben om hun medicatie in te nemen en om hun gedrag te veranderen om zo hun risico op een coronair event te verlagen. De resultaten van onze studie doen vermoeden dat het visualiseren van de dreiging patiënten motiveert om dingen te veranderen om hun risico te verminderen. Een grootschalige studie is nodig om deze bevindingen te bevestigen en om de kosten-effectiviteit van implementatie van deze interventie in de dagelijkse praktijk te bepalen.“
Deel deze pagina met collega's en vrienden: