Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Veel chronische inflammatoire aandoeningen geassocieerd met hoger risico op CHD en diabetes

Literatuur - Dregan A et al., Circulation. 2014 - Circulation. 2014 Jun 26

 

Chronic Inflammatory Disorders and Risk of Type 2 Diabetes Mellitus, Coronary Heart Disease, and Stroke: A Population-Based Cohort Study

 
Dregan A, Charlton J, Chowienczyk P, et al.
Circulation. 2014 Jun 26. pii: CIRCULATIONAHA.114.009990. [Epub ahead of print]
 

Achtergrond

Recente inzichten dat chronische inflammatie mogelijk geassocieerd is met een verhoogd risico op atheromateuze ziekte, inclusief coronaire hartziekte (CHD) en beroerte en insulineresistentie, hebben mogelijk effect of het management van patiënten met chronische inflammatoire aandoeningen. Klinische stoornissen aan de huid, het maagdarmkanaal en de gewrichten moeten hierbij worden overwogen, alsmede multi-systeem inflammatoire aandoeningen.
Pogingen zijn ondernomen om de frequentie van CVD en T2DM in verband te brengen met individuele inflammatoire ziekten [1-5], maar als gevolg van grote heterogeniteit in studieopzet, kunnen nog geen algemene conclusies worden getrokken over het CV risico geassocieerd met chronische inflammatie.
Deze studie testte de hypothese dat risico’s op CHD, beroerte en T2DM consequent verhoogd zijn in een breed scala aan inflammatoire aandoeningen die ofwel enkele organen, of meerdere lichaamssystemen beïnvloeden. Hiervoor werden de electronische dossiers van de grote eerstelijns Clinical Practice Research Datalink (CPRD) gebruikt. Niveaus van C-reactieve proteïne (CRP) werden als biomarker voor inflammatie beschouwd. Uitkomstevents waren CHD (myocardinfarct, angina, CABG en PCI), beroerte, diabetes of multimorbiditeit.
 

Belangrijkste resultaten

  • Diagnose van meerder inflammatoire aandoenigen werd gezien in minder dan 3% van de mensen in het cohort.
  • Uitkomstevents kwamen het meest voor in patiënten met systemische vasculitis (13%), bulleuze huidaandoeningen (9%) en inflammatoire artritis (9%) en het minst in de ziekte van Crohn (4%).
    Over het algemeen maakten meer deelnemers met chronische inflammatoire aandoeningen uitkomstevents door dan de controlegroep, met een absoluut risico per 1000 personen in het inflammatiecohort van 7.42 voor T2DM, 5.12 voor CHD en 2.67 voor beroerte, ten opzichte van respectievelijk 5.32, 4.06 en 2.15 in de controlegroep.
  • De gepoolde geschatte hazard ratio voor meerdere uitkomsten was 1.20 (95%CI: 1.15-1.26).
    Heterogeniteit werd gezien tussen de condities, met de hoogste gecorrigeerde HR in systemische autoimmuunziekten (HR: 1.32, 95%CI: 1.16-1.50) en systemische vasculitis (HR: 1.29, 95%CI: 1.16-1.44). De hoogste risico’s voor orgaanspecifieke chronische inflammatoire aandoeningen werden gezien voor ernstige psoriasis (HR: 1.29, 95%CI: 1.12-1.47) en ulceratieve colitis (HR: 1.26, 95%CI: 1.14-1.40).
  • Op basis van tertielen van CRP waarden, hadden patiënten in het hoogste tertiel een HR voor meerdere uitkomsten van 1.52 (95%CI: 1.37-1.68) ten opzichte van het laagste tertiel. HR voor het middelste tertiel was 1.27 (95%CI: 1.14-1.41). Vergelijkbare, maar lagere associaties werden gezien in de controlegroep.

Conclusie

Dit bevolkingsgebaseerde onderzoek geeft inzicht in het risico op CVD en T2DM geassocieerd met een brede range aan chronische inflammatoire condities. Vijf van de acht bestudeerde inflammatoire aandoeningen waren geassocieerd met een verhoogd risico op T2DM, drie met incidente beroerte en vier met een verhoogd CHD risico. Behalve in ziekte van Crohn en systemische autoimmuunziekten, werd een verhoogd risico op ten minste twee van de uitkomsten gezien. Deze observaties doen vermoeden dat vergelijkbare mechanismen in uiteenlopende inflammatoire condities verantwoordelijk zijn voor het verhoogde risico op CVD en T2DM events. Ernst van psoriasis en CRP levels suggereren een dosis-responsief effect voor de associatie tussen chronische inflammatie en uitkomsten.
Deze bevindingen suggereren dat preventie van CVD en T2DM een hogere prioriteit verdient in het management van patiënten met chronische inflammatoire aandoeningen. Meer onderzoek is nodig om een onderbouwde drempelwaarde voor CRP te bepalen om preventieve interventie te starten.
 
Klik door naar dit artikel op Pubmed
 

References

1. Gelfand JM, Neimann AL, Shin DB, et al. Risk of myocardial infarction in patients with psoriasis. JAMA. 2006;296:1735-1741.
2. Khalid U, Hansen PR, Gislason GH, et al. Psoriasis and new-onset diabetes: A danish nationwide cohort study. Diabetes Care. 2013;36:2402-2407.
3. Watson DJ, Rhodes T, Guess HA. All-cause mortality and vascular events among patients with rheumatoid arthritis, osteoarthritis, or no arthritis in the uk general practice research database. J Rheumatol. 2003;30:1196-1202.
4. Solomon DH, Karlson EW, Rimm EB, et al. Cardiovascular morbidity and mortality in women diagnosed with rheumatoid arthritis. Circulation. 2003;107:1303-1307.
5. Gustafsson JT, Simard JF, Gunnarsson I, et al. Risk factors for cardiovascular mortality in patients with systemic lupus erythematosus, a prospective cohort study. Arthritis Res Ther. 2012;14:R46
 

Deel deze pagina met collega's en vrienden: