Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Geen aanwijzingen voor verhoogd risico op hart- en vaatziekten bij zeer lage zoutinname

Literatuur - Cook NR et al. Circulation 2014 - Circulation. January 10, 2014

 
Lower Levels of Sodium Intake and Reduced Cardiovascular Risk
 

Cook NR, Appel LJ, Whelton PK
Circulation. January 10, 2014 doi: 10.1161/​CIRCULATIONAHA.113.006032
 

Achtergrond

Hoewel de American Heart Association het verlagen van natriuminname tot <1500 mg/24 h aanbeveelt [1,2], en de World Health Organization <2000 mg/24hr adviseert [3], zijn er niet voldoende data beschikbaar die een verlaging tot minder dan 1500 mg/24 uur onderbouwen, volgens het Institute of Medicine (IOM) in een evaluatie van de effecten van de inname van natrium op andere gezondheidseffecten dan de bloeddruk.
Onlangs lieten data van de FLEMENGHO en EPOGH cohorten nadelige cardiovasculaire aandoeningen  (CVD) uitkomsten zien bij zeer lage natriuminname [4], hoewel het IOM oordeelt dat de kwaliteit van deze gegevens onvoldoende was. Alle studies die een paradoxale inverse of J-vormige associatie tussen inname van natrium en CVD hebben gemeld zijn gebaseerd op secundaire analyses van studies die niet specifiek waren ontworpen om deze relatie te bestuderen. Suboptimale natriummetingen zijn vaak reden van grote zorg .
Meerdere 24-uurs-urinemonsters werden verzameld gedurende ofwel 18 maanden [5] of 3-4 jaar [6] in de fase I en II van de Trials of Hypertension Prevention (TOHP). In de deelnemers niet op actieve natrium interventie, werd het gemiddelde van deze waarden genomen als maat voor de gebruikelijke natriuminname op lange termijn. Dit rapport werpt meer licht op de relatie van natrium met CVD, met name rond de lage absolute niveaus van natriuminname, op basis van follow-up gegevens van na de TOHP 1 en 2 studies, in 4526 gezonde (prehypertensieve) deelnemers.
 

Belangrijkste resultaten

  • Mediane natriumexcretie, gemiddeld gedurende de studieperiode b was ij de deelnemers met follow-up data 3630 mg/24hr, waarbij slechts 1,4 % van de deelnemers < 500 en 10 % <2300 mg/24hr hadden. Mannen (mediaan 3934 mg/24hr) hadden hogere natriumniveaus dan vrouwen (3078 mg/24hr).
  • Tijdens de post-trial follow-up, werden 193 CV events of CVD sterfgevallen gedocumenteerd.
    In verschillende statistische modellen met toenemende correcties, werd een niet-significante trend van toenemend risico met oplopend natriumniveau gezien. In het volledig gecorrigeerde model, hadden deelnemers met natrium < 2300 mg/24hr een 32 % lager risico in vergelijking met diegenen met natrium van 3600-4800 mg/24hr (P voor trend = 0.13). Wanneer natrium als een continue variabele werd beschouwd, nam het risico lineair toe met 17% per 1000 mg/24hr toename van natrium (P =0.054) in het volledig gecorrigeerde model.
  • In een niet-lineaire spline plot curve waren de geschatte HRs voor deelnemers met 2300 en 1500 mg/24hr natriumintake in vergelijking met die met 3600 mg/24hr, respectievelijk 0.78 en 0.69.
  • In sensitiviteitsanalyses waarin diegenen met variatiecoëfficiënt van creatinine/gewicht (Cr/Wt)>20 % werden uitgezonderd, waren de associaties van natrium met CVD iets sterker, zij het niet statistisch significant.
  • CVD risico steeg met 20 % per SD van de eerste nulmeting van Cr/Wt , maar niet van het gemiddelde over de studieperiode. Ook steeg het risico op CVD met 21% per SD van gemiddelde natriumexcretie (P=0.05) en met 15 % per SD van gemiddelde kaliumexcretie (P=0.12). Correctie voor Cr/Wt veranderde deze relaties niet.
 

Conclusie

Deze TOHP Follow-up Study gebruikt een gemiddelde van meerdere 24-uurs-urine monsters als een nauwkeuriger maat voor de blootstelling aan natrium dan eerdere studies die het verband tussen natrium en CVD bestudeerden. CVD events bleven afnemen met dalend natrium, tot een natriumgehalte zo laag als 1500 mg/dag, dus leveren deze data geen bewijs voor een J-vormige spline curve. De 32% risicodaling in diegenen die minder dan 2300 mg/dag uitscheiden was aanzienlijk, hoewel niet statistisch significant vanwege de kleine subgroepgrootte.
Aldus zijn deze resultaten consistent met de algemene gezondheidseffecten en huidige richtlijnen om natriuminname te verminderen tot 1500-2300 mg/dag in het grootste deel van de bevolking. De praktische uitvoering van deze doelstellingen is een uitdaging, maar zelfs een kleine vermindering van de gemiddelde inname van natrium kan een betere cardiovasculaire gezondheid opleveren.


Redactioneel commentaar [7]

Op basis van de bevindingen van Cook et al., is het ideale niveau van natriuminname om het cardiovasculair risico te verminderen lager dan 2300 mg/dag (minder dan een theelepel zout). Ondanks de inspanningen om lagere natrium consumptie in de Verenigde Staten aan te moedigen, consumeren Amerikanen meer dan gemiddeld 3400 mg/dag. Er is geschat dat 12% van de inname van natrium het gevolg is van natrium dat van nature voorkomt in voedingsmiddelen, dat 11 % wordt toegevoegd tijdens het bereiden van voedsel of aan tafel, en dat 77% van het natrium afkomstig is uit  verwerkte/verpakte levensmiddelen of restauranteten.
De geringe beschikbaarheid van zoutarme keuzes maakt lagere natriuminname een uitdaging. Men moet de informatie in het voedingswaarde-blok op de verpakking gebruiken om te worden geïnformeerd over het natriumgehalte, naast andere maatregelen die de inname van natrium kunnen verminderen.
Medewerking van voedselindustrieën en restaurants om natrium te verlagen in verwerkte voedingsmiddelen en restauranteten zou Amerikanen helpen bij het ​​voldoen aan de lagere natriumaanbevelingen, evenals publieke gezondheidstrategieën om mensen helpen zoutarm voedsel te selecteren voor een betere gezondheid CV.
 
Klik door naar de online versie van dit artikel
 

Referenties

1. Lloyd-Jones DM, Hong Y, Labarthe D, et al., on behalf of the American Heart Association Strategic Planning Task Force and Statistics Committe. Defining and setting national goals for cardiovascular health promotion and disease reduction: The American Heart Association’s Strategic Impact Goal Through 2020 and Beyond. Circulation. 2010;121:586-613.
2. Appel LJ, Frohlich ED, Hall JE, et al. The importance of population-wide sodium reduction as a means to prevent cardiovascular disease and stroke: a call to action from the American Heart Association. Circulation. 2011;123:1138-1143.
3. WHO. Guideline: Sodium intake for adults and children. Geneva: World Health Organization (WHO); 2012.
4. Stolarz-Skrzypek K, Kuznetsova T, Thijs L, et al. for the European Project on Genes in Hypertension (EPOGH) Investigators. Fatal and nonfatal outcomes, incidence of hypertension, and blood pressure changes in relation to urinary sodium excretion. JAMA. 2011;305:1777-1785.
5. The Trials of Hypertension Prevention Collaborative Research Group. The effects of nonpharmacologic interventions on blood pressure of persons with high normal levels. Results of the Trials of Hypertension Prevention, Phase I. J Amer Med Assoc. 1992;267:1213-1220.
6. The Trials of Hypertension Prevention Collaborative Research Group. Effects of weight loss and sodium reduction intervention on blood pressure and hypertension incidence in overweight people with high- normal blood pressure. The Trials of Hypertension Prevention, Phase II. The Trials of Hypertension Prevention Collaborative Research Group. Arch Intern Med. 1997;157:657-667.
7. Steffen LM. Lower Levels of Sodium Intake and Reduced Cardiovascular Risk: The Challenge to Achieve Lower Sodium Recommendations. Circulation. Online January 10, 2014

 

Deel deze pagina met collega's en vrienden: