Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Nephrology: Update 5

Literatuur - B. M. van Dam, Internist-nefroloog


Plotse hartdood bij chronische nierziekten

Nephrology up-date from science to clinical practice 5 oktober 2011Nephrology update 5.pdf (2,1MB)Nephrology update 5.pdf (2,1MB)B. M. van Dam, Internist-nefroloog Medisch Centrum Alkmaar, Alkmaar
Editor Dr.Y.M. J. Sijpkens, Internist-nefroloog Bronovo ziekenhuis, Den Haag
 

Inleiding

De jaarlijkse cardiovasculaire mortaliteit bij patiënten met chronische nierziekte (chronic kidney disease, CKD) is veel hoger dan in de algemene bevolking. De kans op plotse hartdood stijgt bij het afnemen van de nierfunctie. Bij patiënten die dialyse ondergaan, kan het zelfs verantwoordelijk zijn voor 60% van de cardiale mortaliteit. In hemodialyseafdelingen waar CKD-patiënten behandeld worden, treedt bij zeven van de 100.000 hemodialysesessies een hartstilstand op. Verschillende risicofactoren voor het optreden van plotse hartdood zijn geïdentificeerd bij CKD-patiënten, te weten een ziekenhuisopname in de afgelopen dertig dagen, een afname van de systolische bloeddruk met 30 mmHg tijdens de hemodialysesessie, het langdurig hebben ondergaan van hemodialyse, en de bijkomende aanwezigheid van diabetes mellitus. Het risico van het optreden van plotse hartdood is het grootst direct na de dialyse en aan het eind van het lange ‘weekend-interval’. Factoren in de pathofysiologie van plotse hartdood zijn cardiomyopathie en een vasculopathisch milieu-interieur, zoals elektrolytshifts, divalente ionafwijkingen, diabetes, sympatische overactiviteit, inflammatie en mogelijk een depositie van ijzer. Patiënten met eindstadium nierziekten (end-stage renal disease, ESRD) worden blootgesteld aan een substantiële hoeveelheid hemodynamische stress en metabole verstoringen, die het risico verhogen van cardiomyopathie, atherosclerose en arteriosclerose.1-3 Deze processen kunnen hartritme- en leidingsstoornissen veroorzaken. Daardoor is de cardiovasculaire mortaliteit onder ESRD-patiënten veel hoger in vergelijking met de algemene bevolking.1,2 Bij degenen die ook diabetes mellitus hebben, blijkt plotse hartdood de meest voorkomende oorzaak van cardiovasculaire mortaliteit te zijn.4 Ook een verslechterde effectiviteit en sensitiviteit van de baroreflex en obstructieve slaapapneu kunnen bij CKD-patiënten bijdragen aan het risico van plotse hartdood. Dialysepatiënten hebben een erg kleine kans om te overleven na een hartstilstand. Zelfs bij CKD-stadium 3 en 4 is de cardiovasculaire mortaliteit hoger dan bij personen zonder CKD.5-7 Plotse hartdood zou verantwoordelijk kunnen zijn voor 60% van de cardiale overlijdensgevallen bij patiënten die dialyse ondergaan.4 Bij CKD-patiënten kan primaire en secundaire preventie van een hartstilstand de cardiovasculaire mortaliteit reduceren. Implantatie van een cardioverter-defibrillator leidt ook bij CKD patienten tot een afname van het risico van plotse hartdood. Het besluit om een cardioverterdefibrillator te implanteren dient beïnvloed te worden door de leeftijd en het ziektestadium van de CKD.
Dit review beschrijft de incidentie van plotse hartdood bij CKDpatiënten met en zonder dialyse. De risicofactoren en mechanismen die gepaard gaan met plotse hartdood en evalueren enkele therapeutische overwegingen worden hier bediscussieerd.
 

 

Deel deze pagina met collega's en vrienden: