Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Levenslang risico op hart- en vaatziekten

Literatuur - Wilkins JT, Ning H, Berry J, et al, JAMA. 2012;308(17):1795-801 - JAMA. 2012;308(17):1795-801.


Lifetime Risk and Years Lived Free of Total Cardiovascular Disease


John T. Wilkins, Hongyan Ning, Jarett Berry, Lihui Zhao, Alan R. Dyer, Donald M. Lloyd-Jones
JAMA. 2012;308(17):1795-801. doi: 10.1001/jama.2012.14312.


Achtergrond:

Voor coronaire hartziekten (CHD) zijn absolute risico-inschattingen voor 10 jaar ontwikkeld en goed gevalideerd in meerdere cohorten. Deze risico-inschattingen worden gebruikt in de huidige behandelrichtlijnen voor lipidenverlagende behandeling in primaire preventie [1,2]. Levenslange risico-inschattingen voor atherosclerotische hart- en vaatziekten (CVD) (angina pectoris, coronaire insufficiëntie, hartinfarct, atherosclerotische beroerte, of overlijden door CVD) en congestief hartfalen (CHF) zijn separaat gemeld [3-5]. Tot op heden zijn er geen gegevens gepubliceerd over het levenslange risico voor totale CVD (met inbegrip van CHD, atherosclerotische en hemorragische beroerte, hartfalen, en andere CVD sterfte). Het is onduidelijk hoe de toevoeging van CHF en andere nonatherosclerotische vormen van hart- en vaatziekten de resterende levenslange risico-inschattingen overall en in het kader van de totale last van atherosclerotische risicofactoren zal beïnvloeden. Deze studie werd uitgevoerd om het levenslange risico voor totale CVD te schatten in aparte modellen voor mannen en vrouwen totaal en per totale last van risicofactoren bij indexleeftijden van 45, 55, 65 en 75 jaar. Een gepoolde survival analyse van data werd uitgevoerd van 1964 tot en met 2008 uit vijf community-based cohorten gefinancierd door het National Heart, Lung and Blood Institute. Alle deelnemers hadden geen CHD aan begin van de studie en hadden data over risicofactoren en totale CVD resultaten.


Resultaten:

  • Bij alle indexleeftijden was 1,7% tot 7,9% van de deelnemers in de optimale risicofactor groep, maar meer dan 55% was in een grote of ten minste twee belangrijke risicofactor strata bij alle indexleeftijden.
  • Ongeveer 30% tot 35% van de deelnemers ervoer CVD gebeurtenissen op een bepaald moment tijdens de follow-up bij alle indexleeftijdsgroepen.
  • Bij een indexleeftijd van 45 jaar waren de totale levenslange risicoschattingen voor totale CVD tot een leeftijd van 95 jaar 60,3% voor mannen en 55,6% voor vrouwen. Vrouwen hadden significant lagere levenslange risico-inschattingen dan mannen bij alle indexleeftijden.
  • Bij indexleeftijden van 55 en 65 jaar waren levenslange risicoschattingen tot de leeftijd van 95 jaar meer dan 50% voor mannen en vrouwen met minstens een verhoogde risicofactor (BP 140-149/90-99 mm Hg; triglyceriden 200-239 mg / dL ), maar geen diabetes of roken; die met één belangrijke risicofactor, en die met minstens twee belangrijke risicofactoren (BP> 160/100 mm Hg of gerelateerde behandeling; triglyceriden> 240 mg / dL of gerelateerde behandeling, diabetes, huidige rokers ).
  • Bij een indexleeftijd van 55 jaar hadden deelnemers met optimale risicofactor profielen resterende levenslange risico's voor totale CVD van meer dan 40%; vrouwen hadden risico's tot 30% tot door een leeftijd van 85 jaar. Een optimaal risicofactor profiel bevatte BP <120/80 mm Hg, triglyceriden <180 mg / dL en geen diabetes of roken.
  • Deelnemers met optimale risicofactor niveaus hadden langere overlevingstijd zonder overall CVD in vergelijking met degenen met ten minste twee belangrijke risicofactoren, bij alle indexleeftijden.



Conclusie:

Het bereiken van een hogere leeftijd vrij van totale CVD garandeert niet een ontsnapping van het resterende levenslange risico voor totale CVD. Handhaving van optimale risicofactor niveaus op middelbare leeftijd gaat gepaard met een aanzienlijk langere overleving vrij van morbiditeit.
Schattingen van levenslang risico voor totale CVD kunnen projecties geven van de toekomstige bevolkingslast voor hart- en vaatziekten en kunnen helpen bij communicatie tussen artsen en patiënten over risico's.



Download CVG Wilkins LCVR.pptx



Referenties

1. D’Agostino RB Sr, Grundy S, Sullivan LM, Wilson P; CHD Risk Prediction Group. Validation of the Framingham coronary heart disease prediction scores: results of amultiple ethnic groups investigation. JAMA.2001;286(2):180-187.
2. Expert Panel on Detection, Evaluation, and Treatment of High Blood Cholesterol in Adults. Executive summary of the third report of the National Cholesterol Education Program (NCEP) expert panel on detection, evaluation, and treatment of high blood cholesterol in adults (adult treatment panel III). JAMA. 2001;285(19):2486-2497.
3. Lloyd-Jones DM, Larson MG, Beiser A, Levy D. Lifetime risk of developing coronary heart disease. Lancet. 1999;353(9147):89-92.
4. Lloyd-Jones DM, Leip EP, Larson MG, et al. Prediction of lifetime risk for cardiovascular disease by risk factor burden at 50 years of age. Circulation. 2006; 113(6):791-798.
5. Lloyd-Jones DM, Larson MG, Leip EP, et al; Framingham Heart Study. Lifetime risk for developing congestive heart failure: the Framingham Heart Study. Circulation. 2002;106(24):3068-3072.


Abstract

Context:
Estimates of lifetime risk for total cardiovascular disease (CVD) may provide projections of the future population burden of CVD and may assist in clinician-patient risk communication. To date, no lifetime risk estimates of total CVD have been reported.

Objectives:
To calculate lifetime risk estimates of total CVD by index age (45, 55, 65, 75 years) and risk factor strata and to estimate years lived free of CVD across risk factor strata.

Design, setting, and participants:
Pooled survival analysis of as many as 905,115 person-years of data from 1964 through 2008 from 5 National Heart, Lung, and Blood Institute-funded community-based cohorts: Framingham Heart Study, Framingham Offspring Study, Atherosclerosis Risk in Communities Study, Chicago Heart Association Detection Project in Industry Study, and Cardiovascular Health Study. All participants were free of CVD at baseline with risk factor data (blood pressure [BP], total cholesterol [TC], diabetes, and smoking status) and total CVD outcome data.
Main outcome measures: Any total CVD event (including fatal and nonfatal coronary heart disease, all forms of stroke, congestive heart failure, and other CVD deaths).

Results:
At an index age of 45 years, overall lifetime risk for total CVD was 60.3% (95% CI, 59.3%-61.2%) for men and 55.6% (95% CI, 54.5%-56.7%) for women. Men had higher lifetime risk estimates than women across all index ages. At index ages 55 and 65 years, men and women with at least 1 elevated risk factor (BP, 140-149/90-99 mm Hg; or TC, 200-239 mg/dL; but no diabetes or smoking), 1 major risk factor, or at least 2 major risk factors (BP, ≥160/100 mm Hg or receiving treatment; TC, ≥240 mg/dL or receiving treatment; diabetes mellitus; or current smoking) had lifetime risk estimates to age 95 years that exceeded 50%. Despite an optimal risk factor profile (BP, <120/80 mm Hg; TC, <180 mg/dL; and no smoking or diabetes), men and women at the index age of 55 years had lifetime risks (through 85 years of age) for total CVD of greater than 40% and 30%, respectively. Compared with participants with at least 2 major risk factors, those with an optimal risk factor profile lived up to 14 years longer free of total CVD.

Conclusions:
Lifetime risk estimates for total CVD were high (>30%) for all individuals, even those with optimal risk factors in middle age. However, maintenance of optimal risk factor levels in middle age was associated with substantially longer morbidity-free survival.


Deel deze pagina met collega's en vrienden: