Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Nierfunctie geassocieerd met trombose?

Literatuur - Mahmoodi BK et al, Circulation. 2012;126(16):1964-71.


Association of mild to moderate chronic kidney disease with venous thromboembolism: pooled analysis of five prospective general population cohorts.


Mahmoodi BK, Gansevoort RT, Næss IA, et al.
Circulation. 2012;126(16):1964-71.


Achtergrond

Chronische nierziekte (CKD) treft ongeveer 10% tot 16% van de algemene volwassen bevolking [1-4]. Associaties van CKD met arteriële trombo-embolie en sterfte zijn goed bekend. Het verband tussen CKD en veneuze trombo-embolie (VTE) is echter onduidelijk. In de huidige studie werd de associatie van CKD met veneuze trombose onderzocht in 5 algemene bevolking cohorten met 95.514 deelnemers.


Belangrijkste resultaten

  • De belangrijkste kenmerken voor CKD (verminderde geschatte glomerulaire filtratiesnelheid (eGFR) en verhoogde albumine-to-creatinine ratio (ACR)) waren beide geassocieerd met een verhoogd risico op VTE, zelfs voor waarden in de normale ranges.
  • Personen met een eGFR van 75 ml / min per 1,73 m2 hadden een 29% hoger risico op VTE dan mensen met een eGFR van 100 ml / min per 1,73 m2.
  • Dit verhoogde risico verslechterde als eGFR niveaus daalden, met een 31% verhoogd risico op VTE bij degenen met een eGFR van 60 ml / min per 1,73 m2, een 82% verhoogd risico voor mensen met een eGFR van 45 ml / min per 1,73 m2 en een 95% verhoogd risico voor mensen met een GFR van 30 ml / min per 1,73 m2.
  • In vergelijking met individuen met een ACR van 5,0 mg / g hadden degenen met een ACR van 30 mg / g een 34% hoger risico op VTE, die met een ACR van 300 mg / g hadden een 60% hoger risico, en die met een ACR van 1000 mg / g een 92% hoger risico. Er was geen significante interactie tussen klinische categorieën van EGFR en ACR.
  • Personen gediagnosticeerd met chronische nierziekte (CKD; gedefinieerd als eGFR <60 ml/min/1.73 m2 of albuminurie ≥ 30 mg / g) hadden een significant 54% hoger risico op VTE dan mensen zonder CKD


Conclusie

Zowel EGFR als ACR zijn onafhankelijk geassocieerd met een verhoogd risico op VTE in de algemene populatie, ook in de non-CKD range van eGFR en de normale range van ACR. Toekomstige studies zijn nodig om te beoordelen of CKD ook is geassocieerd met terugkerende VTE, wat gevolgen kan hebben voor de duur van antistollingsbehandeling voor de eerste VTE.


Redactioneel commentaar [5]

"Patiënten met CKD moeten zorgvuldig worden onderzocht niet alleen voor afwijkingen gerelateerd aan hypertensie, atherosclerose en arteriosclerose, linker ventriculaire hypertrofie, en aritmie, maar ook voor afwijkingen aan de veneuze kant van het vaatstelsel. Dit is reden voor nauwe samenwerking tussen cardiologen en nefrologen en een uitbreiding van de lange lijst van cardiorenale syndromen. "


Download slide als Powerpoint





Referenties

  1. Chadban SJ, Briganti EM, Kerr PG, et al. Prevalence of kidney damage in Australian adults: The AusDiab kidney study. J Am Soc Nephrol. 2003;14:S131–138.
  2. Coresh J, Selvin E, Stevens LA, et al. Prevalence of chronic kidney disease in the United States. JAMA. 2007;298:2038 –2047.
  3. Hallan SI, Coresh J, Astor BC, et al. International comparison of the relationship of chronic kidney disease prevalence and ESRD risk. J Am Soc Nephrol. 2006;17:2275–2284.
  4. Wen CP, Cheng TY, Tsai MK, et al. All-cause mortality attributable to chronic kidney disease: a prospective cohort study based on 462 293 adults in Taiwan. Lancet. 2008;371:2173–2182.
  5. Chertow GM, Mahaffey KW. Venous thromboembolism: yet another cardiovascular complication of chronic kidney disease?  Circulation. 2012;126(16):1937-8.



Abstract

Background:
Recent findings suggest that chronic kidney disease (CKD) may be associated with an increased risk of venous thromboembolism (VTE). Given the high prevalence of mild-to-moderate CKD in the general population, in depth analysis of this association is warranted.

Methods and results:
We pooled individual participant data from 5 community-based cohorts from Europe (second Nord-Trøndelag Health Study [HUNT2], Prevention of Renal and Vascular End-stage Disease [PREVEND], and the Tromsø study) and the United States (Atherosclerosis Risks in Communities [ARIC] and Cardiovascular Health Study [CHS]) to assess the association of estimated glomerular filtration rate (eGFR), albuminuria, and CKD with objectively verified VTE. To estimate adjusted hazard ratios for VTE, categorical and continuous spline models were fit by using Cox regression with shared-frailty or random-effect meta-analysis. A total of 1178 VTE events occurred over 599 453 person-years follow-up. Relative to eGFR 100 mL/min per 1.73 m(2), hazard ratios for VTE were 1.29 (95% confidence interval, 1.04-1.59) for eGFR 75, 1.31 (1.00-1.71) for eGFR 60, 1.82 (1.27-2.60) for eGFR 45, and 1.95 (1.26-3.01) for eGFR 30 mL/min per 1.73 m(2). In comparison with an albumin-to-creatinine ratio (ACR) of 5.0 mg/g, the hazard ratios for VTE were 1.34 (1.04-1.72) for ACR 30 mg/g, 1.60 (1.08-2.36) for ACR 300 mg/g, and 1.92 (1.19-3.09) for ACR 1000 mg/g. There was no interaction between clinical categories of eGFR and ACR (P=0.20). The adjusted hazard ratio for CKD, defined as eGFR <60 mL/min per 1.73 m(2) or albuminuria ≥30 mg/g, (versus no CKD) was 1.54 (95% confidence interval, 1.15-2.06). Associations were consistent in subgroups according to age, sex, and comorbidities, and for unprovoked versus provoked VTE, as well.

Conclusions:
Both eGFR and ACR are independently associated with increased risk of VTE in the general population, even across the normal eGFR and ACR ranges.

Deel deze pagina met collega's en vrienden: