Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

PRAGUE-12: Sinusritme na MAZE?

Literatuur - ESC München, Hot lines III, 28 augustus 2012


PRAGUE-12: Randomized open multicenter study comparing cardiac surgery with MAZE versus cardiac surgery without MAZE in patients with coronary and/or valvular heart disease and with atrial fibrillation
Gepresenteerd door: P Widimsky (Praag, Tsjechië)



Achtergrond

Chirurgische ablatie van het linker atrium om een regelmatig sinusritme te herstellen wordt veel gebruikt bij patiënten met atriumfibrilleren (AF) die hartchirurgie ondergaan. Het herstel van het sinusritme kan het risico van hartfalen, beroerte en overlijden verminderen tijdens lange-termijn follow-up.  Dit theoretische voordeel is echter nooit duidelijk vastgesteld. Eerdere gerandomiseerde studies waren klein en werden uitgevoerd in een geselecteerde groep patiënten die mitralisklep chirurgie ondergingen.
De MAZE-procedure is een chirurgische behandeling van AF waarbij verschillende incisies worden gemaakt in het linker en rechter atrium om littekenweefsel te vormen. Het littekenweefsel voorkomt de transmissie van elektrische signalen en reduceert daarmee het optreden van de arritmie.
In een multicenter studie naar chirurgische ablatie (met behulp van de MAZE-procedure) werden  de effecten op lange termijn beoordeeld bij patiënten met AF verwezen voor hartchirurgie. De studie testte de hypothese dat MAZE de prevalentie van sinusritme zou verhogen een jaar na de operatie, zonder verhoging van peri-procedurele complicaties, en mogelijk de lange-termijn klinische uitkomsten (sterfte, hartfalen, beroerte, bloedingen) verbetert.
Het primaire effectiviteits-eindpunt van de studie was de aanwezigheid van sinusritme (zonder episode van atriumfibrilleren) tijdens 24-uurs ECG monitoring een jaar na de operatie. Het primaire veiligheidsuitkomst was het gecombineerde eindpunt van overlijden / myocardinfarct / beroerte of TIA / het ontstaan van nierfalen waardoor hemodialyse nodig was na 30 dagen.
Secundaire uitkomstmaten waren afzonderlijke componenten van de primaire veiligheidsuitkomst geregistreerd na een jaar, bloedingscomplicaties, hartfalen, gebruik van anticoagulantia na een jaar, het gebruik van anti-arrhythmica na een jaar, implantatie van een pacemaker of ICD en catheterablatie.

 

Resultaten

  • De MAZE procedure verlengde de totale operatietijd met 20 minuten (220 min. MAZE versus 200 min. non-MAZE).
  • Een jaar na de operatie had 60,2% van de MAZE patiënten vs 35,5% van de non-MAZE-groep (p = 0,002) een sinusritme zonder AF-episodes
  • Het gecombineerde veiligheidseindpunt op 30 dagen was positief in 10,3% (MAZE) versus 14,7% (non-MAZE) (niet significant).
  • Mortaliteit door alle oorzaken na een jaar was 16,2% in de MAZE-groep en 17,4% in de non-MAZE-groep (niet significant); stroke trad op bij 2,7% (MAZE) versus 4,3% (non-MAZE) (p = 0,319). Er was een lichte trend naar meer hospitalisaties voor hartfalen gedurende een jaar bij non-MAZE patiënten (26,1%) vs MAZE 23,4% (p = 0,680). Ernstige bloedingen kwamen voor bij 9,9% (MAZE) versus 9,8% (non-MAZE) (p = 0,654).
  • Wanneer patiënten werden verdeeld in subgroepen op basis van het soort AF bij randomisatie, was er geen verschil tussen MAZE en non-MAZE groepen in aanwezigheid van sinusritme na een jaar bij paroxysmale of persistente AF patiënten.
  • Er was echter een zeer significante toename in het herstel van sinusritme bij patiënten met permanent atriumfibrilleren behandeld met MAZE na een jaar (53,2% vs 13,9%, p <0,001). Het aantal werkelijke responders (het percentage patiënten met AF ten tijde van de operatie en sinusritme na een jaar) was 56% vs 17% (MAZE non-MAZE) (p = 0,000029).



Conclusie

Het gebruik van de MAZE procedure tijdens hartchirurgie verhoogt de kans op aanwezigheid van sinusritme een jaar na de operatie. Dit effect was volgens professor Widimsky alleen significant bij patiënten met permanent pre-operatief AF. Verdere resultaten toonden ook aan dat de MAZE procedure een neutraal effect had (noch negatief, noch positief) op mortaliteit, stroke of andere harde klinische eindpunten gedurende een jaar follow-up. De effecten op langere termijn moeten nog worden afgewacht.

Deel deze pagina met collega's en vrienden: