Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Vasculair risico uitgemeten verslag

Nieuws - 11 mrt. 2011

Van 28-29 januari jl. vond het symposium “Vasculair risico uitgemeten?!” plaats in het Renaissance Hotel te Amsterdam. In de prachtig gerenoveerde, zeventiende-eeuwse Koepelkerk vonden lezingen plaats die varieerden van de preventie en behandeling van herseninfarcten en carotisstenoses tot de rol van zout en homocysteïne als cardiovasculaire risicofactoren.

Prof. L.B. Goldstein (neuroloog, Duke University, VS) belichtte de – op het eerste gezicht contra-intuïtieve – relatie tussen een laag LDL-cholesterol, statines en het risico op hersenbloedingen. Wat is de balans tussen de kans op een bloeding en de primaire preventie van diverse infarcten? Er bestaat een duidelijke afname in het risico op een herseninfarct bij patiënten met een (risico op) coronaire hartziekten die behandeld worden met een statine. Deze patiëntenpopulatie heeft geen verhoogd risico op een bloeding. Daarentegen kunnen statines wel een verhoogd risico hebben bij patiënten die in het verleden een herseninfarct doormaakten. Als voorzitter van de geüpdate Amerikaanse richtlijnen benoemt hij enkele kernpunten en vernieuwingen.

Dr. H.B. van der Worp (neuroloog, UMC Utrecht) besprak de laatste inzichten rond carotisinterventies. Bij patiënten met een symptomatische stenose van de carotis interna heeft opereren volgens hem absoluut de voorkeur. De vraag is of het gezegde “if it ain’t broke, don’t fix it” ook geldt voor asymptomatische stenoses. Met name bij mannen met een asymptomatische stenose is een klein voordeel gevonden, hoewel de betreffende studies vooral in de jaren negentig zijn uitgevoerd. Het is overigens wel zinvol om patiënten met een symptomatisch carotisstenoses (d.w.z. met een recente TIA of herseninfarct) te opereren.

Het belangrijkste dat dr. B.J. van den Born (internist, AMC, Amsterdam) heeft weergegeven tijdens zijn lezing is dat natriumbeperking bij het bestaan van hypertensie een belangrijke rol speelt. Hierbij maakt hij onderscheid tussen ‘goed’ en ‘slecht’ zout. Door het vervangen van keukenzout door kalium- en/of magnesiumbevattend zout kan een verdere bloeddrukverlaging gerealiseerd worden. “Het makkelijkste is om iedereen wat minder zout te geven. Dat is de beste manier om ervoor te zorgen dat de aan hypertensie geassocieerde morbiditeit en mortaliteit op populatieniveau daalt.”

Prof. dr. C.D.A. Stehouwer (internist-vasculair geneeskundige, Maastricht UMC) ging in op de implicaties van homocysteïne als marker voor het vasculair risico. In puur praktische zin zijn LDL-cholesterol en bloeddruk belangrijker risicofactoren dan homocysteïne in de algemene bevolking voor het bepalen en behandelen van hart- en vaatziekten. “In conceptuele zin is dat niet helemaal hetzelfde”, voegde hij hier direct aan toe. Tijdens zijn lezing noemde prof. Stehouwer paar nuttige praktische tips. In het e-interview geeft hij hiervan een korte samenvatting. Bij mensen met een ernstige hyperhomocysteïnemie is er volgens hem substantieel bewijs dat de behandeling met vooral pyridoxine (vitamine B6) de incidentie van arteriële en veneuze vaatziekten met ongeveer 90% verlaagt.

Ten slotte gaf prof. dr. E.E. van der Wall (cardioloog, LUMC, Leiden) een overzicht van de mogelijkheden waarmee coronaire arteriële ziekten in beeld gebracht kunnen worden. “Beeldvormende modaliteiten stellen ons in staat om niet alleen vroegtijdig een diagnose te stellen, maar ze zijn ook van groot belang voor de prognose. Ze kunnen helpen bij het afstemmen van het juiste beleid en risicostratificatie.” Afhankelijk van het ziektebeeld dient zo optimaal mogelijk een bepaalde techniek ingezet te worden, om de arts en de patiënt een goed handvat te bieden voor het verdere beleid.

Ook de interactieve workshops onder leiding van dr. J.M. ten Berg (Sint Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein) over antistolling na een myocardinfarct en van prof. dr. Y. Smulders (VUmc, Amsterdam) over het vasculair risico bij diabetes waren een succes. De voorzitters van het symposium prof. dr. J.W. Jukema (LUMC, Leiden) en prof. dr. F.L.J. Visseren (UMC Utrecht) spraken van een zeer geslaagd symposium.

Deel deze pagina met collega's en vrienden: