Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

De nieuwe OACs in analyse vergeleken met warfarine

Literatuur - Banerjee A, Thromb Haemost. 2012 Mar 1


Net clinical benefit of new oral anticoagulants (dabigatran, rivaroxaban, apixaban) versus no treatment in a 'real world' atrial fibrillation population: A modelling analysis based on a nationwide cohort study.

 

Banerjee A, Lane DA, Torp-Pedersen C, Lip GY.

Thromb Haemost. 2012 Mar 1;107(3):584-9.


Achtergrond

Het begrip netto klinisch voordeel wordt gebruikt om de balans te kwantificeren tussen het risico van ischemische beroerte en het risico van intracraniële bloeding met het gebruik van orale anticoagulantia bij nonvalvulair atriumfibrilleren. Aangetoond is dat patiënten met het hoogste risico op een beroerte en trombo-embolie het grootste voordeel hebben van orale antistolling met warfarine [1]. Voor de nieuwe orale anticoagulantia is het netto klinische voordeel in een normale populatie nog niet bekend. In deze studie werd met data uit de Danish National Patient Registry [2] aan de hand van een model het verwachte netto klinisch voordeel van dabigatran, rivaroxaban en apixaban berekend op basis van recente klinische studieresultaten.

Belangrijkste resultaten

De nieuwe orale coagulantia apixaban, dabigatran en rivaroxaban hebben een groter netto klinisch voordeel dan warfarine in patiënten met atriumfibrilleren die een hoog risico op een beroerte hebben (CHA2DS2-VASc score van 2 of meer).
Bij patiënten met een lager risico op beroerte maar met een hoog bloedingsrisico hadden apixaban en dabigatran 110 mg bid een positief netto klinisch voordeel.
Bij patiënten met een gemiddeld risico (CHA2DS2-VAsc=1) is het netto klinisch voordeel vooral gunstig bij apixaban en beide doseringen van dabigatran (110 mg en 150 mg bid). Als zowel het risico op beroerte als het bloedingsrisico hoog zijn, hebben alle drie middelen een groter netto klinisch voordeel dan warfarine.

Netto klinisch voordeel van warfarine, dabigatran, rivaroxaban en apixaban door CHA2DS2-Vasc en HAS-BLED scores.


HASBLED ≥ 3.  Rivaroxaban (intention-to-treat) gegevens weergegeven. D110: dabigatran 110 mg; D150: dabigatran 150 mg.


Klik op afbeelding om te vergroten

Conclusie

De nieuwe orale anticoagulantia beloven een verbetering van de behandeling, vooral door afname van het aantal bloedingen. Bij het ontbreken van head-to-head studies kan deze analyse helpen bij de keuze voor een oraal anticoagulans voor de preventie van beroerte bij atriumfibrilleren.

Redactioneel commentaar [3]

Deze analyse is een unieke benadering om warfarine met nieuwe orale anticoagulantia te vergelijken. De studie geeft echter niet aan welk specifiek middel moet worden gebruikt bij een individuele patiënt. Hiervoor zijn langere-termijn resultaten nodig van ieder middel.

Referenties

1. Singer DE, Chang Y, Fang MC, et al. The net clinical benefit of warfarin anticoagulation in atrial fibrillation. Ann Intern Med 2009; 151: 297–305.

2. Olesen JB, Lip GY, Lindhardsen J, et al. Risks of thromboembolism and bleeding with thromboprophylaxis in patients with atrial fibrillation: A net clinical benefit analysis using a 'real world' nationwide cohort study. Thromb Haemost 2011; 106:739–749.

3. Goldhaber SZ. What's the "go to" anticoagulant for stroke prevention in atrial fibrillation? Thromb Haemost 2012; 107:397-398.

Netto klinisch voordeel van warfarine, dabigatran, rivaroxaban en apixaban door CHA2DS2-Vasc en HAS-BLED scores. 


B) HASBLED ≥ 3. Voor HAS-Bled ≥ 3 geen gegevens met CHA2DS2-Vasc score = 0. Rivaroxaban (intention-to-treat) gegevens weergegeven. D110: dabigatran 110 mg; D150: dabigatran 150 mg.

Deel deze pagina met collega's en vrienden: