Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Hartfalenpatiënten hebben hoger risico op ieder type stroke

Literatuur - Adelborg K, et al, Stroke 2017

Risk of Stroke in Patients With Heart Failure: A Population-Based 30-Year Cohort Study

 
Adelborg K, Szépligeti S, Sundbøll J, et al.
Stroke. 2017; published online ahead of print
 

Achtergrond

Vanwege trombo-embolische complicaties en een verhoogde activiteit van stollingsfactoren is hartfalen (HF) geassocieerd met een verhoogd risico op ischemische stroke. Daarentegen is HF ook geassocieerd met lage bloeddruk, wat mogelijk beschermt tegen stroke [1]. De rol van HF als risicofactor voor stroke is nog niet goed bestudeerd [2-4].
 
In deze studie werd het kortdurende en langdurende risico op ischemische stroke, intracerebrale bloedingen (ICH) en subarachnoïdale bloedingen (SAH) in een groot cohort met 289.353 HF-patiënten geëvalueerd en vergeleken met deze van 1.446.765 personen uit de algemene populatie. Ook werd de invloed van comorbiditeiten op de relatie tussen HF en stroke bepaald.
 

Belangrijkste resultaten

  • Tijdens de eerste 5 jaar hadden HF-patiënten een iets hoger absoluut risico op ischemische stroke vergeleken met de algemene populatie, terwijl dit risico na 5 jaar iets lager was voor HF-patiënten vanwege competerende mortaliteit.
  • Het 30-daagse gecorrigeerde stroke frequentie ratio (aSRR, hazard ratio voor stroke) was 5.08 (95% CI 4.58–5.63). Tijdens dag 31 tot 365 en 1 tot 30 jaar follow-up nam deze af maar bleef verhoogd (aSRR respectievelijk 2.08 [95% CI 1.99-2.18] en 1.54 [95% CI 1.51-1.57].
  • Deze associaties tussen HF en ischemische stroke bleven aanwezig in patiënten zonder atriumfibrilleren of atriumflutter.
  • Tijdens de eerste 5 jaar waren de absolute risico’s voor ICH en SAH vergelijkbaar voor HF-patiënten en de algemene populatie. Na 5 jaar nam het absolute risico in het HF cohort af vanwege competerende mortaliteit.
  • De 30-daagse aSSR’s voor ICH en SAH waren verhoogd (respectievelijk 2.13 [95% CI 1.53–2.97] en 3.52 [95% CI 1.54–8.08]) en bleven 1.1- tot 1.8-voudig verhoogd van dag 31 tot 30 jaar.
  • Wat betreft trend van risico’s, nam de 30-daagse aSRR voor ischemische stroke iets toe gedurende 30 jaar, terwijl de 31-365d aSRR en 1-5 jaar aSRR voor ischemische stroke iets afnam tijdens deze 30 jaar.
  • De aSRR voor ICH bleef gelijk gedurende 30 jaar.
  • De aSRR’s waren vergelijkbaar bij mannen en vrouwen.
  • Tijdens het eerste jaar van follow-up was de associatie tussen HF en ischemische stroke sterker voor patiënten die opgenomen waren op de intersive care, vergeleken met deze voor patiënten die hier niet opgenomen waren en voor degenen die >7 dagen bleven dan voor degenen die ≤7 dagen bleven.

Conclusie

In een groot cohort met een follow-up van 30 jaar was HF geassocieerd met een verhoogd risico op ischemische stroke, ICH en SAH. Dit was met name op de korte termijn, maar ook op de lange termijn. Deze resultaten suggereren dat HF een belangrijke risicofactor is van alle soorten stroke en dat het belangrijk is om klinische aandacht te besteden aan het stroke risico van patiënten.

Vind deze publicatie online op Stroke
 

Referenties

1. Haeusler KG, Laufs U, Endres M. Chronic heart failure and ischemic stroke. Stroke. 2011;42:2977–2982.
2. Alberts VP, Bos MJ, Koudstaal P, et al. Heart failure and the risk of stroke: the Rotterdam Study. Eur J Epidemiol. 2010;25:807–812.
3. Witt BJ, Brown RD Jr, Jacobsen SJ, et al. Ischemic stroke after heart failure: a community-based study. Am Heart J. 2006;152:102–109.
4. Pullicino PM, McClure LA, Wadley VG, et al. Blood pressure and stroke in heart failure in the REasons for Geographic And Racial Differences in Stroke (REGARDS) study.

Deel deze pagina met collega's en vrienden: