Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Antidrug antilichamen tegen PCSK9 geen effect op effectiviteit en veiligheid

Literatuur - Roth EM, et al, NEJM, 2017

Antidrug Antibodies in Patients Treated with Alirocumab

 
Roth EM, Goldberg AC, Catapano AL, et al.
NEJM 2017, Epub ahead of print
 
Letter to the editor
 

Achtergrond

Zeer recent zijn belangrijke positieve uitkomsten data van de FOURIER studie verschenen, waarin het volledig humane PCSK9 antilichaam evolocumab was getest [1]. Aan de andere kant is de klinische ontwikkeling van een tweede muis-afkomstige PCSK9 antilichaam, bococizumab, gestopt wegens immunogeniteit [2]. Ook alirocumab, een PCSK9 antilichaam maar ook volledig humaan, lokte zeer lage immunogeniteit uit in de ODYSSEY studies.
 
Om het potentiële effect van deze antidrug antilichamen tegen alirocumab op effectiviteit – met betrekking tot LDL-verlaging – en veiligheid te bepalen, werden de niveaus van antidrug antilichamen bekeken in 4747 patiënten van 10 ODYSSEY studies, en vervolgens gerelateerd aan deze parameters.
 

Belangrijkste resultaten

  • 5.1% van de alirocumab-behandelde patiënten en 1.0% van de controlepatiënten presenteerde met antidrug antilichamen. Deze aanwezigheid was aanhoudend (≥12 weken in minimaal 2 opeenvolgende samples) in respectievelijk 1.4% en 0.2% van de patiënten.
  • Antidrug antilichamen hadden geen invloed op de effectiviteit, gezien ongeacht antidrug antilichaam niveaus vergelijkbare LDL-verlaging werd behouden gedurende de studie. De kleinste kwadraten (least square mean [LSM]) voor patiënten die iedere 2 weken 150 mg kregen, waren op week 78 52.2 mg/dL (95% CI 50.0-54.3) bij degenen die geen antidrug antilichamen hadden, 58.6 mg/dL (95% CI 47.3-69.9, P=0.2752) bij degenen die tijdelijke antidrug antilichamen hadden en 60.1 mg/dL (95% CI 41.9-78.2, P=0.3981) bij degene die aanhoudende antidrug antilichamen hadden, waarbij P correspondeert met de vergelijking met de groep zonder antidrug antilichamen. Deze getallen waren respectievelijk 65.3 (95% CI 61.8-68.9), 56.2 (95% CI 44.1-68.3, P=0.1414) en 65.7 mg/dL (95% CI 47.0-84.5, P=0.9677) bij patiënten die iedere 2 weken 75 alirocumab ontvingen met mogelijke dosisverhoging naar 150 mg.
  • Met betrekking tot de veiligheid waren er geen verschillen in bijwerkingen tussen patiënten met of zonder antidrug antilichamen (elke behandelings-gerelateerde bijwerkingen kwam voor bij 79.7, 80.9 en 77.3% van de patiënten met respectievelijk geen, tijdelijke en aanhoudende antidrug antilichamen), hoewel injectieplaatsreacties frequenter voorkwamen bij patiënten met antidrug antilichamen (11.6% voor tijdelijk, 15.9% voor aanhoudend) ten opzichte van zonder (5.9%).
 

Conclusie

Hoewel bij sommige patiënten na behandeling met alirocumab antidrug antilichamen aanwezig waren, had dit geen invloed op de mate en duur van LDL-verlaging. Het moet echter opgemerkt worden dat het aantal patiënten met immunogeniteit wel erg klein was.
 
Bekijk deze letter online op NEJM
 

Referenties

1. Sabatine, MS., Giugliano RP, Keech AC, et al, Evolocumab and Clinical Outcomes in Patients with Cardiovascular Disease, NEJM, 2017; DOI: 10.1056/NEJMoa1615664
2. Ridker PM, Tardif J-C, Amarenco P, et al. Lipid-reduction variability and antidrug-antibody formation with bococizumab. N Engl J Med. DOI: 10.1056/NEJMoa1614062.

Deel deze pagina met collega's en vrienden: