Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Significant en aanhoudend gewichtsverlies geassocieerd met een lagere incidentie AF

Literatuur - Jamaly S, J Am Coll Cardiol, 2016

Bariatric Surgery and the Risk of New-Onset Atrial Fibrillation in Swedish Obese Subjects

 
Jamaly S, Carlsson L, Peltonen M, et al.
J Am Coll Cardiol 2016;68:2497504
 

Achtergrond

Obesitas is een risicofactor voor atriumfibrilleren (AF). De verhoogde morbiditeit en mortaliteit van obese personen zou gedeeltelijk verklaard kunnen worden door AF [1-3]. Daarom zou een significant verlies van gewicht door middel van bariatrische chirurgie mogelijk kunnen bijdragen aan de risicoverlaging van new-onset AF bij deze patiënten [4]. In tegenstelling tot het veranderen van leefstijl resulteert bariatrische chirurgie in aanzienlijk gewichtsverlies dat een lange tijd aanhoudt.
 
In deze analyse is de associatie tussen bariatrische chirurgie en de incidentie van AF geëvalueerd. Hierbij werd gebruik gemaakt van de SOS studie (Swedisch Obese Subjects study)[5]. Dit cohort werd verzameld tussen 1987 en 2001 en includeerde 4.021 obese personen met sinusritme zonder voorgeschiedenis met AF. Van deze personen ondergingen 2000 personen bariatrische chirurgie (chirurgie groep).
 

Belangrijkste resultaten

  • De 2 studiegroepen waren redelijk in balans, hoewel in de chirurgiegroep het BMI hoger was en meerdere cardiovasculaire risicofactoren minder gunstig waren.
  • Tijdens een follow-up van 19 jaar kregen 12.4% van de obese personen uit de chirurgiegroep voor het eerst AF. Dit was 16.8% van de controlegroep.
  • Patiënten die bariatrische chirurgie ondergingen hadden een 29% lager risico op new-onset AF vergeleken met patiënten uit de controlegroep (HR: 0.71, 95% CI: 0.60-0.83, P<0.001).
  • Na multivariabele correctie was gewichtsverlies door bariatrische chirurgie nog steeds geassocieerd met een verlaagde incidentie AF (gecorrigeerde HR: 0.69, 95% CI: 0.58-0.82, P<0.001).
  • Baseline eigenschappen die onafhankelijk geassocieerd waren met een verhoogd risico op AF waren hogere leeftijd, lange lengte, hoger BMI, hypertensie, verhoogde thyroxine concentraties en hogere alcohol inname.
  • Met uitzondering van leeftijd en diastolische bloeddruk (DBP), waren er geen significante interacties tussen behandeling en subgroepen: jonge personen hadden meer baat bij chirurgie dan oudere personen (P interactie = 0.001) en ook personen met een hoge DBP hadden meer baat bij chirurgie dan degene met een lage DBP (P interactie = 0.028).

Conclusie

Gewichtsverlies door middel van bariatrische chirurgie bij zeer obese personen was tijdens een langdurige follow-up geassocieerd met een lagere incidentie new-onset AF. Het profijt van deze chirurgie was groter bij jonge personen en personen met een hoge bloeddruk. Deze data ondersteunen de hypothese dat bariatrische chirurgie mogelijk AF-gerelateerde cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit verlaagt.
 

Redactioneel commentaar [6]

Kalman, Nalliah en Sanders schrijven in hun redactioneel commentaar dat de twee studiegroepen niet goed gebalanceerd waren, omdat patiënten die chirurgie ondergingen over het algemeen jonger waren en meer cardiovasculaire en AF-gerelateerde risicofactoren hadden. Ook was de studie een geselecteerde populatie waarvan de meeste personen geen AF hadden bij baseline. Bovendien was AF geen vooropgesteld eindpunt van de studie en waren potentiële mechanismen die betrokken zouden kunnen zijn bij de associatie van gewichtsverlies met lagere incidentie van AF, niet onderzocht.
De auteurs concluderen in hun stuk: “Ondanks de beperkingen van de populatie-gebaseerde observationele studie, maken Jamaly en collega’s een belangrijk punt. Hoewel gewichtsverlies mogelijk de incidentie van AF in obese personen verlaagt, moet dit gewichtsverlies wel aanzienlijk zijn en behouden blijven. Deze studie verschaft belangrijke preliminaire data die elektrofysiologisch profijt door gewichtsverlies in niet-AF patiënten ondersteunen. De data komen geheel overeen met de al bestaande literatuur op zowel epidemiologisch als mechanistisch niveau en verlegt de context van bestaande data, van secondaire naar primaire preventie. Er zijn echter nog wel verdere studies nodig om de baseline gewichtscategorieën te bepalen die het meeste profijt zullen hebben van gewichtsverlies, om de mate van gewichtsverlies te kunnen kwantificeren dat nodig is om profijt te hebben, om de impact van aanhoudend gewichtsverlies correleren met andere AF risicofactoren en om het mechanisme van omkerende arteriële hermodulering in AF-naïeve patiënten te evalueren.”
 
Vind deze publicatie online op JACC

 

Referenties

1. Heeringa J, van der Kuip DA, Hofman A, et al. Prevalence, incidence and lifetime risk of atrial fibrillation: the Rotterdam study. Eur Heart J 2006;27:949–53.
2. Lloyd-Jones DM, Wang TJ, Leip EP, et al. Lifetime risk for development of atrial fibrillation: the Framingham Heart Study. Circulation 2004;110:1042–6.
3. Wanahita N, Messerli FH, Bangalore S, et al. Atrial fibrillation and obesity: results of a meta-analysis. Am Heart J 2008;155:310–5.
4. DeMaria EJ. Bariatric surgery for morbid obesity. N Engl J Med 2007;356:2176–83.
5. Sjostrom L. Review of the key results from the Swedish Obese Subjects (SOS) trial: a prospective controlled intervention study of bariatric surgery. J Intern Med 2013;273:219–34.
6. Kalman JM, Nalliah CJ, Sanders P. Surgical Weight Loss and Atrial Fibrillation: A Convenient Paradigm to Evaluate a Complex Problem. J Am Coll Cardiol 2016;68:2505-7.
 

Deel deze pagina met collega's en vrienden: