Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Hoger CV event risico bij slechtere nierfunctie in TECOS, niet beïnvloed door DPP4 remmer

Literatuur - Cornel JH, et al, Diabetes Care, 2016

Effect of Sitagliptin on Kidney Function and Respective Cardiovascular Outcomes in Type 2 Diabetes: Outcomes From TECOS


Cornel JH, Bakris GL, Stevens SR, et al; TECOS Study Group­.
Diabetes Care 2016; published online ahead of print
 

Achtergrond

Type 2 diabetes mellitus (T2DM) is een belangrijke risicofactor voor macro- en microvasculaire complicaties, zoals het ontwikkelen van chronische nierziekte (CKD). Bovendien kan CDK zorgen extra negatieve CV uitkomsten [1,2]. Het is daarom noodzakelijk om het risico op CV events te reduceren door controle te krijgen over glucoseniveau‘s in T2DM patiënten. Glucose-verlagende therapie in combinatie met het behandelen van meerdere CV risicofactoren resulteert in minder negatieve CV uitkomsten bij T2DM patiënten [3,4].
 
Sitagliptine is een dipeptidyl peptidase 4 remmer (DPP-4i) dat glucoseniveau’s onder controle kan krijgen in T2DM patiënten. De CV veiligheid van dit middel was onderzocht in de TECOS studie (Trial evaluating cardiovascular outcomes with sitagliptin). In deze trial werden 14.671 patiënten met T2DM en CV ziekte gerandomiseerd voor sitagliptine of placebo, bovenop de standaard therapie [5]. De resultaten lieten zien dat sitagliptine voor verhoging noch voor verlaging van het aantal CV events, hospitalisatie wegens hartfalen of voor bijwerkingen in het algemeen zorgden.
 
In deze posthoc analyse van de TECOS trial werden de CV en CDK uitkomsten bekeken in relatie tot de geschatte glomeruli filtratiesnelheid (eGFR).
 
eGFR data was beschikbaar voor 14.525 patiënten die werden gecategoriseerd naar eGFR stadia 1, 2, 3a en 3b (respectievelijk ≥90, 60–89, 45–59, or 30–44 mL/min/1.73 m2). Baseline urinaire albumine tot creatine ratio’s (UACR) waren beschikbaar voor 5,148 patiënten. De mediane follow-up was 3 jaar.
 

Belangrijkste resultaten

  • 22.9% van de deelnemers werden gecategoriseerd voor eGFR stadium 1, 54.2% voor stadium 2, 17.5% voor stadium 3a en 5.4% voor stadium 3b.
  • De frequentie van het primaire samengestelde eindpunt CV overlijden, niet-fatale myocardinfarct (MI), niet-fatale stroke of hospitalisatie voor onstabiele angina (UA), nam toe bij lagere baseline eGFR waardes (3.52, 3.55, 5.74 en 7.34 events/100 patiënt-jaren voor respectievelijk stadia 1 tot 3b). Corresponderende HR’s, waarbij stadium 1 het referentiestadium was, waren 0.93 (95% CI: 0.82-1.06) voor stadium 2, 1.28 (95% CI: 1.10-1.49) voor stadium 3a en 1.39 (95% CI: 1.13-1.72) voor stadium 3b (P<0.0001).
  • Op eenzelfde manier steeg de frequentie events van alle secondaire eindpunten (samengestelde eindpunt CV overlijden, niet-fatale MI of niet-fatale stroke, en de eindpunten CV overlijden, niet-fatale MI, niet-fatale stroke, hospitalisatie voor UA of hartfalen of dood door alle oorzaken), behalve voor hospitalisatie voor UA.
  • De afwezigheid van impact op het primaire eindpunt was onafhankelijk van baseline eGFR stadia.
  • De continue eGFR en UACR waardes op het primaire eindpunt toonden aan dat de event frequentie aanzienlijk steeg naarmate eGFR waardes beneden de 60 mL/min/1.73m2 kwamen en UACR waardes >30 mg/g.
  • De gemiddelde eGFR afname gedurende de 4 jaar vanaf baseline was groter in de sitagliptinegroep dan in de placebogroep (-4.0 ± 18.4 vs. -2.8 ± 18.3 mL/min/1.73 m2). Hoewel de mediane eGFR marginaal lager was in de sitagliptinegroep vergeleken met de placebogroep (gemiddelde verschil -1.34, P<0.0001), wat consistent was gedurende de tijd, was het 4-jarige verschil ‘tussen-de-groepen’ gelijk voor elk eGFR stadium, zonder significante interacties van behandeleffect door eGFR stadium (P-interactie = 0.14).
  • Ook was de gemiddelde UACR consistent lager in de sitagliptinegroep vergeleken met placebogroep (gemiddelde verschil -0.18, P=0.031), maar het 4-jarige verschil ‘tussen-de-groepen’ was vergelijkbaar (P-interactie = 0.68).
 

Conclusie

Deze posthoc analyse van de TECOS trial liet zien dat hoewel een afname van eGFR en een toename van UACR geassocieerd waren met een significante stijging in het aantal CV events, sitagliptine, onafhankelijk van baseline eGFR, geen significant klinische effect had op CV of CKD uitkomsten.
 
Vind deze publicatie online op Diabetes Care
 

Referenties

1. Anavekar NS, McMurray JJ, Velazquez EJ, et al. Relation between renal dysfunction and cardiovascular outcomes after myocardial infarction. N Engl J Med 2004;351:1285–1295
2. Go AS, Chertow GM, Fan D, et al. Chronic kidney disease and the risks of death, cardiovascular events, and hospitalization. N Engl J Med 2004;351:1296–1305
3. UK Prospective Diabetes Study (UKPDS) Group. Effect of intensive blood-glucose control with metformin on complications in overweight patients with type 2 diabetes (UKPDS 34). Lancet 1998;352:854–865
4. Gaede P, Lund-Andersen H, Parving H-H, et al. Effect of a multifactorial intervention on mortality in type 2 diabetes. N Engl J Med 2008;358:580–591
5. Green JB, Bethel MA, Armstrong PW, et al. TECOS Study Group. Effect of sitagliptin on cardiovascular outcomes in type 2 diabetes. N Engl J Med 2015;373:232–242
 

Deel deze pagina met collega's en vrienden: