Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Zeer lage bloeddruk in CAD patiënten geassocieerd met meer CV morbiditeit en mortaliteit

Literatuur - Vidal-Petiot E et al., Lancet 2016

Cardiovascular event rates and mortality according to achieved systolic and diastolic blood pressure in patients with stable coronary artery disease: an international cohort study

 
Vidal-Petiot E, Ford I, Greenlaw N, et al.
Lancet 2016; published online ahead of print
 

Achtergrond

Het klinisch voordeel van intensieve vs. minder intensieve bloeddruk (BP)-verlaging in hypertensieve patiënten met een hoog CV risico is onderwerp van debat. Sommige studies laten zien dat intensieve BP-verlaging in verband staat met minder CV events [1], terwijl andere trials geen voordeel lieten zien van BP streefwaarden onder 140/90 mmHg [2,3]. Bovendien zijn er gegevens die suggereren dat het voordeel van BP-verlagende therapie onder een bepaalde limiet zelfs omgekeerd kan worden. Dit is een relevant punt omdat hartperfusie beperkt is bij lage diastolische druk [4,5].
In deze studie werd de relatie tussen bereikte BP en CV uitkomsten geëvalueerd in een groot cohort van patiënten met stabiele CAD behandeld voor hypertensie, in het CLARIFY register (patiënten uit 45 landen, geïncludeerd tussen 26 november 2009 en 30 juni 2010).

 
Belangrijkste data

Bij baseline, waren de gemiddelde systolische en diastolische BP van 22672 volwassen patiënten met CAD en hypertensie respectievelijk 133.7 en 78.2 mmHg. Na een mediane follow-up van 5 jaar, maakte 9.3% van de patiënten een event door van het primaire samengestelde eindpunt van CV sterfte, MI of beroerte.
Ten opzichte van de systolische referentiegroep (SBP: 120-129 mmHg), waren de gecorrigeerde HRs voor het primaire eindpunt:
  • HR voor SBP=140–149 mmHg: 1.51; 95% CI: 1.32–1.73
  • HR voor SBP ≥ 150 mmHg: 2.48; 95% CI: 2.14–2.87
  • HR voor SBP<120 mmHg: 1.56; 95% CI: 1.36–1.81.
Ten opzichte van de diastolische referentiegroep (DBP: 70–79 mmHg), waren de gecorrigeerde HRs voor het primaire eindpunt:
  • HR voor DBP=80–89 mmHg: 1.41; 95% CI: 1.27–1.57 
  • HR voor DBP ≥ 90 mmHg: 3.72; 95% CI: 3.15–4.38
  • HR voor DBP 60–69 mmHg: 1.41; 95% CI: 1.24–1.61
  • HR voor DBP <60 mmHg: 2.01; 95% CI: 1.50–2.70.
Vergelijkbaar steile J-curves, voor zowel systolische als diastolische bloeddruk werden gezien voor CV sterfte, sterfte door alle oorzaken, MI, en ziekenhuisopname voor HF, maar niet voor beroerte.
 

Conclusie

In een groot observationeel cohort van patiënten met hypertensie en CAD, waren SBP<120 mmHg en DBP<70 mmHg geassocieerd met toegenomen CV uitkomsten, zelfs na meervoudige correctie voor baseline CV aandoeningen, risicofactoren en medicatie. Deze data ondersteunen het bestaan van een J-curve-fenomeen en doen vermoeden dat te lage bloeddruk in deze patiënten moet worden vermeden.
 
Vind dit artikel online op The Lancet
 

Referenties

1. Wright JT Jr, Williamson JD, Whelton PK, et al. A randomized trial of intensive versus standard blood-pressure control. N Engl J Med 2015; 373: 2103–16.
2. Cushman WC, Evans GW, Byington RP, et al. Effects of intensive blood-pressure control in type 2 diabetes mellitus. N Engl J Med 2010; 362: 1575–85.
3. Benavente OR, Coff ey CS, Conwit R, et al. Blood-pressure targets in patients with recent lacunar stroke: the SPS3 randomised trial. Lancet 2013; 382: 507–15.
4. Cruickshank JM, Thorp JM, Zacharias FJ. Benefits and potential harm of lowering high blood pressure. Lancet 1987; 1: 581–84.
5. Messerli FH, Panjrath GS. The J-curve between blood pressure and coronary artery disease or essential hypertension: exactly how essential? J Am Coll Cardiol 2009; 54: 1827–34.

Deel deze pagina met collega's en vrienden: