Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

De mate van impact van risicofactoren voor stroke verschilt tussen patiëntgroepen

Literatuur - O’Donnell et al., Lancet 2016

Global and regional effects of potentially modifiable risk factors associated with acute stroke in 32 countries (INTERSTROKE): a case-control study

 
MJ O’Donnell, SL Chin, S Rangarajan et al.
Lancet 2016;doi:10.1016/S0140-6736(16)30506-2
 

Achtergrond

In de eerste fase van de INTERSTROKE studie (n=6000, 22 landen) waren 10 potentiele modificeerbare risicofactoren geïdentificeerd. Deze waren geassocieerd met 90% van het populatie-bijdragende risico (PAR) van acute ischemische stroke en intracerebrale hemorragie (1). Echter was deze populatie te klein om op een betrouwbare manier te kunnen bepalen of er regionale variatie is van de effecten van deze risicofactoren, alsmede tussen belangrijke populaties of tussen pathologische stroke subtypes. Het is echter wel belangrijk om te weten of de preventie van stroke verschilt in verschillende regio’s of op basis van andere eigenschappen. Verder kan deze mogelijke variatie tussen groepen de geziene wereldwijde variatie in de incidentie van stroke en stroke subtypes verklaren (2).
 
In de tweede fase van de INTERSTROKE studie was het sample aantal verhoogd naar 13,000 acute stroke patiënten en 13,000 controlepersonen uit 32 landen. Sommige controlepersonen leden aan chronische bronchitis (3%), malaria (7%), tuberculose (2%), veneuze trombose (0.9%) of perifere vasculaire ziekte (0.8%). Metingen van de tien belangrijke vasculaire risicofactoren omvatte zelf-gerapporteerde hypertensie of hoge bloeddruk (BP) (≥140/90 mm Hg), huidige roker, taille-heup ratio, dieet, regelmatig fysieke activiteiten, zelf-gerapporteerde voorgeschiedenis van diabetes, alcohol consumptie, psychosociale factoren, cardiologische oorzaken en apolipoproteine (Apo) B/ApoA1 ratio. Variatie tussen wereldregio’s, stroke subtypes en andere patiënteigenschappen werden bepaald en gerelateerd aan de tien risicofactoren.
 

Belangrijkste resultaten

  • 77.3% van de patiënten hadden ischemische stroke, 22.7% hadden intracerebrale hemorragie.
  • Met alle stroke was geassocieerd: voorgeschiedenis van hypertensie of hoge BP, regelmatige fysieke activiteiten, apolipoproteïne (Apo) B/ApoA1 ratio, dieet, taille-heup ratio, psychosociale factoren, huidig roken, cardiologische oorzaken, alcohol consumptie en diabetes mellitus (DM). Dit was hetzelfde voor ischemische stroke.
  • Met intracerebrale hemorragie waren geassocieerd: een voorgeschiedenis van hypertensie of hoge BP, regelmatig fysieke activiteiten, dieet, taille-heup ratio, psychosociale factoren, cardiologische oorzaken en alcoholconsumptie.
  • Wanneer alle tien de risicofactoren gecombineerd werden, was het populatie-bijdragende risico (PAR) 90.7% (88.7-92.4) voor alle stroke, 91.5% (89.4-93.2) voor ischemische stroke en 87.1% (82.2-90.8) voor intracerebrale hemorragie.
  • In alle regio’s was er een associatie tussen hypertensie met stroke en tussen ApoB/ApoA1 ratio en atriumfibrilleren met ischemische stroke.
  • Variabel tussen regio’s was: de associatie van roken met stroke (PAR 4.5% in Afrika vs. 18% in west Europa, Noord-Amerika en Australië), van taille-heup ratio met stroke (laagste in oost en centraal Europa, Midden-Oosten en China, hoogste in west Europa, Noord Amerika, Australië, Zuid-Azië en Zuidoost Azië), van fysieke inactiviteit met stroke (varieerde van 4.7% in Afrika tot 59.9% in China) en van alcoholconsumptie met stroke (laagste in west Europa, Noord Amerika en Australië en hoogste in Afrika en Zuid Azië).
  • Hogere mAHEI (gemodificeerde alternatieve verantwoorde voedingsindex) score was geassocieerd met een verhoogd risico op stroke in Zuid Azië. Echter, de dagelijkse inname van fruit en groenten was geassocieerd met lagere odds in alle regio’s, behalve Zuid Azië en Afrika.
  • Voor zowel mannen als vrouwen was het samengestelde PAR van alle tien de risicofactoren 90.6%. Echter PAR was voor roken en alcoholconsumptie groter in mannen dan in vrouwen (roken respectievelijk 16.6 en 5.3%, alcohol resp. 10 en -0.7%) vanwege de hogere prevalentie, terwijl de taille-heup ratio en cardiologische oorzaken waren geassocieerd met hogere odds in vrouwen dan in mannen.
  • Personen ouder dan 55 jaar hadden een samengestelde PAR van 90.0% en jonger dan 55 jaar van 92.2%. Jongere leeftijd (<55 jaar) was geassocieerd met hogere odds voor hypertensie, taille-heup ratio en cardiologische risicofactoren. Aan de andere kant had dieet een grotere invloed op stroke in patiënten ouder dan 55 jaar.

Download O'Donnel Lancet 2016 CVGK.pptx

Conclusie

Ondanks verschillen in de mate van impact van risicofactoren tussen etnische groepen, mannen en vrouwen en leeftijds-gerelateerde groepen, was de collectieve bijdrage van de tien risicofactoren voor het risico op stroke consistent in alle populaties (PAR ~90% voor stroke). Dit betekent dat wereldwijd algemene benaderingen voor strokepreventie kunnen worden gebruikt, maar dat populatie-specifieke fine-tuning van deze programma’s wellicht noodzakelijk kan zijn.
 
Vind deze publicatie online op The Lancet
 

Redactioneel commentaar (3)

Het redactionele commentaar van Feigin benadrukt het belang van de bevindingen van O’Donnel et al.. Feigin noemt drie belangrijke conclusies die uit het stuk kunnen worden gehaald: 1. Stroke is een zeer preventieve ziekte ongeacht leeftijd of geslacht, 2. De relatieve impact van modificeerbare risicofactoren en hun PAR, versterkt de noodzaak voor de ontwikkeling van regionale of etnisch-specifieke preventieve programma’s, 3. Er is meer onderzoek naar risicofactoren nodig in landen en etnische groepen die niet in deze studie zijn geïncludeerd, alsmede naar de kosten-baten van primaire stroke preventie in belangrijke populaties. ‘De belangrijkste issues zijn nu hoe we het beste primaire preventiestrategieën in de praktijk kunnen implementeren en hoe we beslissen wie de financiële middelen ter beschikking stelt voor het ontwikkelen en implementeren van integreerbare preventieprogramma’s en research naar primaire preventie.’
 

References

1. O’Donnell MJ, Xavier D, Liu L, et al. Risk factors for ischaemic and intracerebral haemorrhagic stroke in 22 countries (the INTERSTROKE study): a case-control study. Lancet 2010; 376: 112–23.
2. Feigin VL, Krishnamurthi RV, Parmar P, et al. Update on the global burden of ischemic and hemorrhagic stroke in 1990−2013: the GBD 2013 Study. Neuroepidemiology 2015; 45: 161−76.
3. Feigin VL, Krishnamurthi R. Stroke is largely preventable across the globe: where to next? Lancet. 2016:doi;10.1016/S0140-6736(16)30679-1.

Deel deze pagina met collega's en vrienden: