Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Verstoorde ademhaling tijdens slaap na ACS geassocieerd met een hogere CV incidentie

Literatuur - Mazaki T et al., J Am Heart Assoc. 2016

Impact of Sleep-Disordered Breathing on Long-Term Outcomes in Patients With Acute Coronary Syndrome Who Have Undergone Primary Percutaneous Coronary Intervention

 
Mazaki T, Kasai T, Yokoi H, et al.
J Am Heart Assoc. 2016;5:e003270
 

Achtergrond

Een verstoorde ademhaling tijdens de slaap (SDB) veroorzaakt of verergert periodes van hypoxie en verhoogt oxidatieve stress en sympathische activatie, slecht functionerend endotheel en ontstekingsreacties. Hierdoor vormt het een risicofactor voor cardiovasculaire (CV) aandoeningen [1]. De relatie tussen SDB en het ontwikkelen van kransslagaderaandoeningen (CAD), alsmede tussen SDB en de klinische overleving van CAD patiënten, is echter nog onduidelijk [2-7].
In deze studie is de associatie tussen SDB en de klinische langetermijnoverleving na een acuut coronair syndroom (ACS) bekeken, door middel van cardiorespiratoire monitoring gedurende de nacht. Dit werd gemeten bij 241 patiënten binnen 1 week na het ACS event en die behandeld werden met primaire percutane coronaire interventie (PCI). SDB werd gedefinieerd als ≥5 apneus/hypopneus (=apneu-hypopneu index of AHI) per uur. Ernstige cardio-cerebrovasculaire bijwerkingen (MACCE) omvatte overlijden, herhaling van ACS, niet-fatale stroke en ziekenhuisopname als gevolg van symptomatisch hartfalen. De incidentie van SDB was 52%. Propensity score (PS) analyse werd toegepast om de mogelijke bias door verschil in baseline eigenschappen tussen SDB en niet-SDB groepen, te corrigeren.
 

Belangrijkste resultaten

  • De prevalentie SDB in 4 PS kwartielen en corresponderende frequenties van MACCE waren: Kwartiel 1: 12.7% SDB, 15.0% MACCE; Kwartiel 2: 23.0% SDB, 13.3% MACCE; Kwartiel 3: 27.8% SDB, 13.1% MACCE; Kwartiel 4: 36.5% SDB, 18.3% MACCE. Dit toont dat de waarschijnlijkheid van het ontwikkelen van MACCE hoger is, naarmate de prevalentie SDB toeneemt.
  • De cumulatieve MACCE incidentie was significant hoger in patiënten met SDB dan in patiënten zonder SDB (21.4% versus 7.8%, p-0.006).
  • De cumulatieve event-free survival was significant lager in de SDB groep dan in de niet-SDB groep (Log rank p=0.006).
  • Hoe hoger het AHI kwartiel, des te groter het MACCE risico (Log rank p-trend = 0.006).
  • In een multivariabele analyse was SDB een significante voorspeller van MACCE (HR 2.28; 95% CI: 1.06-4.92, P = 0.035), net als een hogere leeftijd, een lage links ventriculaire ejectiefractie (LVEF) en gemiddelde atriale oxyhemoglobine saturatie, geen behandeling met b-blokkers en/of statines.
  • PS-matching includeerde 88 patiëntparen en verminderde het gestandaardiseerde verschil van alle variabelen naar een absoluut getal van <10% (aanzienlijke balans van covariaten tussen groepen). Onder de gepaarde patiënten was de aanwezigheid van SDB significant geassocieerd met een verhoging in MACCE (Log rank P = 0.006). Het risico op het ontwikkelen van MACCE was groter in de SDB groep vergeleken met de niet-SDB groep (HR 4.25, 95% CI: 1.43-12.6, P = 0.009).

Conclusie

Een verstoorde ademhaling tijdens de slaap, in ACS patiënten behandeld met primaire PCI, was geassocieerd met een hogere incidentie van ernstige cardio-cerebrovasculaire bijwerkingen (MACCE). Bovendien kan de apneu-hypopneu index (AHI), welke bepaald werd door middel van cardiorespiratoire monitoring, een voorspeller zijn van de klinische lange-termijn overleving.
 

Redactioneel commentaar [8]

In het redactioneel commentaar merkt Newby op dat ‘De pathopsychologie van slaapverstoring en de significantie van deze informatie die verzameld wordt terwijl we slapen, dimensies zijn van cardiovasculair risico die onderzocht zijn, maar voorheen niet geheel gewaardeerd or geïntegreerd werden tijdens risicobepalingen.’ Hij benadrukt daarom de significantie alsmede de zwakheden van de bevindingen door Mazaki et al: ‘Omdat een verstoorde ademhaling tijdens de slaap mogelijk behandelbaar is, en gegeven de hoge prevalentie hiervan onder ACS patiënten, zijn de bevindingen van Mazaki et al niet per se interessant op academisch vlak. De studie maakt geen onderscheid tussen obstructieve en centrale slaapapneu, welke verschillende relaties tot overleving en behandelprotocollen hebben. Daarnaast was ook de aanwezigheid van klinisch hartfalen niet beschreven, hoewel het gemiddelde LVEF in de groep met een verstoorde ademhaling tijdens de slaap 53±10% was. Dus hoewel de meeste patiënten een normaal LVEF hadden, hadden 15-20% van de patiënten een LVEF 45%; het is eerder getoond dat een behandeling met continue positieve luchtdruk niet effectief is in deze groep en dat adaptieve servo-ventilatie schadelijk kan zijn (…) Uiteindelijk zal het effect van behandeling van een verstoorde ademhaling tijdens de slaap, op het risico van bijwerkingen na ACS, getoond moeten worden in gerandomiseerde klinische trials en zal deze mogelijk afhankelijk zijn van subklassen binnen slaap-verstoord ademhalen, comorbiditeiten en behandeling.’
 
Vind dit artikel online op J Am Heart Assoc
 

Referenties

1. Kasai T, Floras JS, Bradley TD. Sleep apnea and cardiovascular disease: a bidirectional relationship. Circulation. 2012;126:1495–1510.
2. Gottlieb DJ, Yenokyan G, Newman AB, et al. Prospective study of obstructive sleep apnea and incident coronary heart disease and heart failure: the Sleep Heart Health Study. Circulation. 2010;122:352–360.
3. Peker Y, Hedner J, Kraiczi H, et al. Respiratory disturbance index: an independent predictor of mortality in coronary artery disease. Am J Respir Crit Care Med. 2000;162:81–86.
4. Mooe T, Franklin KA, Holmström K, et al. Sleep-disordered breathing and coronary artery disease: long-term prognosis. Am J Respir Crit Care Med. 2001;164:1910–1913.
5. Yumino D, Tsurumi Y, Takagi A, et al. Impact of obstructive sleep apnea on clinical and angiographic outcomes following percutaneous coronary intervention in patients with acute coronary syndrome. Am J Cardiol. 2007;99:26–30.
6. Valham F, Mooe T, Rabben T, et al. Increased risk of stroke in patients with coronary artery disease and sleep apnea: a 10-year follow-up. Circulation. 2008;118:955–960.
7. Lee CH, Khoo SM, Chan MY, et al. Severe obstructive sleep apnea and outcomes following myocardial infarction. J Clin Sleep Med. 2011;7:616–621.
8. Newby KL. It happened while you were sleeping. J Am Heart Assoc. 2016;5:e003748

Deel deze pagina met collega's en vrienden: