Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Controle van hartslag vs ritme bij postoperatief boezemfibrilleren

Nieuws - 4 apr. 2016


A Randomized Trial of Rate Control Versus Rhythm Control for Atrial Fibrillation after Cardiac Surgery

Marc Gillinov (Cleveland Clinic, Cleveland, Ohio, USA)
               
Gepresenteerd tijdens ACC 2016
 

Achtergrond

Postoperatief atriumfibrilleren (POAF) is de meest voorkomende complicatie na hartchirurgie en is geassocieerd met verhoogde morbiditeit, mortaliteit, verblijfsduur (LOS) en gebruik van resources. Aanbevelingen voor een optimaal beheer van POAF in stabiele patiënten (hartslag controle of ritme controle) missen een stevige evidence, wat resulteert in grote variaties in de praktijk.
Het doel van deze studie was om de strategieën van hartslag versus ritmecontrole te vergelijken bij patiënten met POAF na hartchirurgie. De studie werd uitgevoerd bij 23 academische medische centra in de Verenigde Staten en Canada. De studie includeerde 2.109 patiënten die een bypass of klepvervanging / klepherstel operatie zouden ondergaan.
Patiënten die hetzij één episode van POAF hadden langer dan 60 minuten of meerdere POAF episodes gedurende de eerste zeven dagen na de operatie kwamen in aanmerking voor randomisatie naar één van de twee onderzoeksbehandelingen. De 523 patiënten die postoperatieve AF ontwikkelden, werden gerandomiseerd naar hartslagcontrole behandeling met bètablokkers of ritme controle (amiodaron, ± gelijkstroom (DC) cardioversie). Warfarine antistolling werd (indien niet anders geïndiceerd voor een non-ritme indicatie) aan alle patiënten gegeven met AF > 48 uur en aan alle patiënten van wie AF spontaan stopte maar terugkwam tijdens hospitalisatie. De gemiddelde leeftijd was 68.8 ± 9.1 jaar en 24% was vrouw. De follow-up periode was 60 dagen na de operatie.
Het primaire eindpunt was het totaal aantal verpleegdagen met inbegrip van de primaire opname en eventuele latere opnames binnen 60 dagen na randomisatie. Secundaire eindpunten waren het hartritme op 60 dagen, mortaliteit, bijwerkingen (met inbegrip van bloedingen, cerebrovasculaire en niet-cerebrale trombo-embolie), en permanente pacemaker implantatie.
 

Belangrijkste resultaten

  • Het totaal aantal opnamedagen in de hartslag-controlegroep en de ritme-controlegroep was vergelijkbaar (mediaan 5.1 dagen en 5.0 dagen, respectievelijk; P=0.76).
  • Er waren geen significante verschillen tussen de groepen in het optreden van sterfte (P=0.64) of algehele ernstige bijwerkingen (24.8 per 100 patiënt-maanden in de hartslag-controlegroep en 26.4 per 100 patiënt-maanden in de ritme-controlegroep; P=0.61), met inbegrip van trombo-embolische events en bloedingen.
  • Ongeveer 25% van de patiënten in elke groep week af van de toegewezen therapie, vooral door ineffectiviteit van het geneesmiddel (in de hartslag-controlegroep) of amiodaron bijwerkingen of AE’s (in de ritme-controlegroep).
  • Na 60 dagen had 93.8% van de patiënten in de hartslag-controlegroep en 97.9% in de ritme-controlegroep een stabiel hartritme zonder boezemfibrilleren tijdens de vorige 30 dagen (P=0.02) en respectievelijk 84.2% en 86.9% hadden geen boezemfibrilleren gehad vanaf ontslag tot 60 dagen (P=0.41).
 

Conclusie

In deze studie waren strategieën voor hartslagcontrole en ritmecontrole om postoperatief boezemfibrilleren te behandelen geassocieerd met een gelijk aantal opnamedagen, vergelijkbare aantallen complicaties en vergelijkbare lage aantallen aanhoudend boezemfibrilleren 60 dagen na het begin. Geen van beide behandelstrategieën lieten een netto klinische voordeel zien ten opzichte van de andere.
De keuze voor behandeling moet worden bepaald door voorkeuren van patiënt en arts.
Een eerste strategie van hartslagcontrole in hemodynamisch stabiele patiënten met postoperatieve AF is redelijk, om toxiciteit geassocieerd met amiodaron te vermijden en omdat de noodzaak om ritmecontrole in te stellen meestal duidelijk is tijdens de eerste ziekenhuisopname.
 
Deze studie werd gelijktijdig gepubliceerd in NEJM
 
Bron:
Persbericht ACC 2016, 4 april 2016

- Het ACC Journaal wordt mogelijk gemaakt door MSD -
 
3 minuten educatie • 4-4-2016, ACC 2016, Chicago, Prof. dr. Freek Verheugt

Behandeling van postoperatief AF: Rhythm versus Rate Control

ACC 2016 Prof. dr. Freek Verheugt zag een belangrijke studie die Rate Control vergeleek met Rhythm Control bij postoperatief boezemfibrilleren. Er was geen verschil in effect, maar de Rhythm Control arm gaf meer complicaties.
 

Deel deze pagina met collega's en vrienden: