Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Nederland scoort slecht in EUROASPIRE IV qua voorschrijven statines bij ontslag CHD patiënten

Literatuur - Reiner Ž et al., Atherosclerosis 2016

Lipid lowering drug therapy in patients with coronary heart disease from 24 European countries - Findings from the EUROASPIRE IV survey

 
Reiner Ž, De Backer G, Fras Z et al.,
Atherosclerosis. 2016 Mar;246:243-50. doi: 10.1016/j.atherosclerosis.2016.01.018.
 

Achtergrond

Het voordeel van lipideverlagende middelen, met name in de vorm van statines, als secundaire preventie in patiënten met vastgestelde coronaire hartziekte (CHD) wordt algemeen erkend [1], en een groter LDL-c verlagend effect geeft meer CHD preventie [2]. Amerikaanse richtlijnen bevelen daarom aan om hoge-intensiteit statinetherapie te gebruiken in coronaire patiënten om ten minste 50% LDL-c verlaging te bereiken [3]. Europese richtlijnen bevelen het verlagen van LDL-c <1.8 mmol/L (<70 mg/dL) of ten minste 50% daling in patiënten met bekende CHD [4,5].
De resultaten van de IMPROVE-IT studie hebben aangetoond dat meer CHD patiënten behandeldoelen kunnen bereiken als ze worden behandeld met een combinatie van een statine en ezetimibe, ten opzichte van een statine alleen, en dit was geassocieerd met betere uitkomsten [6].
Deze studie analyseerde hoe lipideverlagende middelen werden voorgeschreven in CHD patiënten bij ontslag uit het ziekenhuis, in Europa, in de ziekenhuisarm van de EUROASPIRE IV survey [7] en hoe patiënten statine-inname rapporteerden tijdens een interview ten minste 6 maanden later. Gegevens van 6648 CHD patiënten werden geïncludeerd, uit 79 centra in 24 landen.
 

Belangrijkste resultaten

  • In het hele cohort, kregen 9.6% van de CHD patiënten geen statines bij ontslag, en 14% niet tijdens het interview.
  • 37.6% van de patiënten kregen een hoog-intensiteit LDL-c verlagende behandeling (mogelijk inclusief ezetimibe) bij ontslag, hetgeen daalde tot 32.7% ten tijde van het interview.
  • Grote verschillen werden gezien tussen landen ten aanzien van statineklasse bij ontslag. Bijvoorbeeld, in centra in Spanje, Letland en Cyprus, respectievelijk 3.7, 4.2 en 1.6% van de patiënten werden niet ontslagen met een statine, terwijl in Bosnië-Herzegovina en Nederland respectievelijk 22 en 23.2% het ziekenhuis verlaten zonder statine.
  • Hoge-intensiteit LDL-c verlagende therapie bij ontslag werd voorgeschreven in minder dan 10% van de patiënten in Duitsland, Bosnië-Herzegovina en Nederland (6.7%), terwijl dit wel het geval was in >50% in Kroatië, Frankrijk, Ierland, Letland, Roemenië, Slovenië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk.
  • In 5 landen verdubbelde het aantal patiënten die geen statines kreeg tussen ontslag en het moment van het interview. In 6 van 24 landen was het aantal patiënten op een hoge-intensiteit statine aanzienlijk toegenomen ten tijde van het interview.
  • Hoewel statinetherapie werd gestart in 63.0% van de patiënten die het niet ontvingen bij ontslag (403/640), werd gestopt met de behandeling in 11.6% (695/6008) bij diegenen die wel statines ontvingen bij ontslag. 11.6% (407/3506) van de patiënten op een lage/matige intensiteit statine bij ontslag kregen later een hoge-intensiteit middel, maar 13% (458) staakte de therapie.
  • 24.4% van de patiëntpopulatie bestond uit vrouwen, maar 33.8% van alle patiënten die geen statine kregen bij ontslag en het interview waren vrouw.
  • Over het algemeen had 57.8% en 19.3% respectievelijk de streefwaarden van <2.5 en <1.8 mmol/L bereikt ten tijde van het interview. 28.3% en 9.0% van diegenen niet op statines behaalden een van de targets, en de respectievelijke doelwaarden werden bereikt door 59.4% en 17.5% op lage/matige-intensiteit statines, en door 67.9% en 26.6% van diegenen op hoge-intensiteit statines.
  • Acties ten aanzien van statinegebruik die genomen werden tussen ontslag en het interview hadden invloed op de proportie patiënten die de LDL-c streefwaarde bereikte.
  • Statinevoorschrijfgedrag werd ook geanalyseerd in verschillende subpopulaties. Zie artikel.

Conclusies

Veel Europese patiënten met dyslipidemie worden onvoldoende behandeld en bereiken de LDL-c behandelstreefwaarden aanbevolen door de richtlijnen niet, ondanks het duidelijke bewijs voor de voordelen van lipideverlagende behandeling met statines als secundaire preventie. 1 op de 10 patiënten werd zonder enige statinebehandeling ontslagen uit het ziekenhuis na een coronair event, en slechts een derde kreeg een hoge-intensiteit statine. Grote verschillen werden gezien tussen landen, waarbij Nederland als een van de slechtsten presteert.
Subgroepanalyses wijzen in de richting dat vrouwen minder vaak statines voorgeschreven kregen, en dat zij minder vaak hoge-intensiteit statines ontvangen. Op vergelijkbare wijze, ontvangen CHD patiënten ouder dan 60 jaar minder statinetherapie dan jongere patiënten.
Deze bevindingen onderstrepen het aanzienlijke potentieel om CHD morbiditeit en mortaliteit in Europa te verminderen, door LDL-c verlagende therapie te verbeteren.
 
Vind dit artikel online op Atherosclerosis
 

Referenties

1. Cholesterol Treatment Trialists’ (CTT) Collaboration, C. Baigent, L. Blackwell, et al., Efficacy and safety of more intensive lowering of LDL cholesterol: a metaanalysis of data from 170,000 participants in 26 randomised trials, Lancet 376 (2010) 1670e1681.
2. Reiner Z, Statins in the primary prevention of cardiovascular disease, Nat. Rev. Cardiol. 10 (8) (2013) 453e464.
3. N.J. Stone, J.G. Robinson, A.H. Lichtenstein, et al., 2013 ACC/AHA guideline on the treatment of blood cholesterol to reduce atherosclerotic cardiovascular risk in adults: a report of the American College of Cardiology/American heart association task force on practice guidelines, Circulation 129 (2014) S1eS45.
4. J. Perk, G. De Backer, H. Gohlke, et al., European guidelines on cardiovascular disease prevention in clinical practice (version 2012), Atherosclerosis 223 (2012) 1e68.
5. Catapano AL. Reiner Z, G. De Backer, et al., ESC/EAS guidelines for the management of dyslipidaemias: the task force for the management of dyslipidaemias of the European Society of Cardiology (ESC) and the European atherosclerosis society (EAS), Eur. Heart J. 32 (2011) 1769e1818.
6. E.A. Bohula, R.P. Giugliano, C.P. Cannon, et al., Achievement of dual low density lipoprotein cholesterol and high-sensitivity c-reactive protein targets more frequent with the addition of ezetimibe to simvastatin and associated with better outcomes in IMPROVE-IT, Circulation 132 (13) (2015) 1224e1233.
7. K. Kotseva, D. Wood, D. De Bacquer et al on behalf of the EUROASPIRE Investigators, EUROASPIRE IV: a European Society of Cardiology survey on the lifestyle, risk factor and therapeutic management of coronary patients from 24 European countries, Eur. J. Prev. Cardiol. (2015 Feb 16), http://dx.doi.org/10.1177/2047487315569401 pii: 2047487315569401. [Epub ahead of print].
 

Deel deze pagina met collega's en vrienden: