Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Hypertriglyceridemie wordt niet altijd adequaat behandeld met statine monotherapie

Literatuur - Karlson BW, et al. Am J Cardiol 2016


A VOYAGER Meta-Analysis of the Impact of Statin Therapy on Low-Density Lipoprotein Cholesterol and Triglyceride Levels in Patients with Hypertriglyceridaemia

Karlson BW, Palmer MK, Nicholls SJ, et al.
The American Journal of Cardiology 2016; published online ahead of print
 

Achtergrond

Verhoogde plasma triglyceride niveaus blijken onafhankelijke voorspellers te zijn van cardiovasculair risico, zelfs bij patiënten die hun LDL-C behandeldoelstellingen hebben bereikt met statinetherapie [1,2]. LDL-C reductie met statines blijft het primaire behandeldoel voor deze patiënten, hoewel eerdere analyses geen duidelijke relatie vonden tussen statine-gemedieerde verlaging van LDL-C en verlaging van TG [3].
Voor ernstige hypertriglyceridemie, gedefinieerd als een TG van >885 mg/dl [>10.0 mmol/l]), wat ook een risicofactor is voor pancreatitis, bestaan duidelijke behandeladviezen, door het gebruik van middelen die zich voornamelijk richten op verhoogde TG niveaus [3,4]. Het is echter niet duidelijk hoe milde tot matige hypertriglyceridemie moet worden behandeld (gedefinieerd als een TG niveau van 177-885 mg/dl [2.0-10.0 mmol/l]) waarvoor, volgens de richtlijnen, een TG van <150 mg/dl (<1.7 mmol/l) wenselijk is [5,6].
In deze analyse werden LDL-C en TG verlagingen geëvalueerd bij 15.800 patiënten met TG ≥177 mg/dl (≥2.0 mmol/l) die werden behandeld met verschillende statines en doseringen in gerandomiseerde directe vergelijkingsstudies. De bron van patiëntgegevens is de indiVidual patient meta-analysis Of statin therapY in At risk Groups: Effects of Rosuvastatin, atorvastatin and simvastatin (VOYAGER) database [7].
 

Belangrijkste resultaten

  • Reducties in LDL-C: Er was een duidelijke relatie tussen het verhogen van de statinedosis en reductie in LDL-C. Over alle statines en doseringen varieerde de gemiddelde procentuele vermindering (± SEM) in LDL-C van -26.9% (2.0%) tot -55.5% (0.8%)
- De LDL-C verlagingen met rosuvastatine 10, 20 en 40 mg waren significant groter dan die met gelijke of dubbele mg doseringen atorvastatine en simvastatine (P <0,05 voor alle vergelijkingen)
- De LDL-C verlagingen met atorvastatine 80 mg waren significant groter dan die met rosuvastatine 5 en 10 mg (P <0,05)
- De LDL-C verlagingen met rosuvastatine 5, 10 en 20 mg waren hoger dan die met respectievelijk simvastatine 20, 40 en 80 mg (P<0,05)
  • Reducties in TG: Er was een zwakkere relatie tussen het verhogen van de statinedosis en reducties in TG-niveaus. Over alle statines en doseringen  varieerden de gemiddelde TG reducties (± SEM) van -15.1% (3.2%) tot -31.3% (1.4%)
- rosuvastatine 10 mg resulteerde in een significant grotere reductie in TG vergeleken met atorvastatine 10 mg (P<0.001)
- TG reducties met rosuvastatine 20 en 40 mg waren vergelijkbaar met die waargenomen met gelijke doseringen atorvastatine
- atorvastatine 80 mg gaf een significant grotere reductie in TG dan rosuvastatine 10 mg (P<0.05)
- rosuvastatine 10-40 mg gaf significant grotere TG reducties vergeleken met dezelfde of dubbele dosering simvastatine (P<0.05)
  • De percentages patiënten die een TG-niveau op behandeling behaalden van <150 mg/dl (<1.7 mmol/l) waren als volgt:
- voor atorvastatine 10, 20, 40 en 80 mg: respectievelijk 30.3%, 38.5%, 44.8% en 54.8%
- voor rosuvastatine 5, 10, 20 en 40 mg: respectievelijk 28.3%, 35.0%, 38.3 % en 48,9%
- voor simvastatine 10, 20, 40 en 80 mg: respectievelijk 22.6%, 25.4%, 25.9% en 35.7%

Download Karlson AJC 2016 NL.pptx


Conclusie

Bij patiënten met hypertriglyceridemie resulteerde statine monotherapie in verlaging van TG; een aanzienlijk aantal patiënten bereikte echter niet het aanbevolen TG-niveau van <150 mg/dl (<1.7 mmol/l). Additionele TG-verlagende therapie moet worden overwogen om het resterende cardiovasculaire risico te verlagen bij patiënten met aanhoudend hoge TG-niveaus, zelfs als de LDL-C doelen worden gehaald met een statine.
 
Vind deze publicatie online
 

Referenties

1. Nordestgaard BG, Varbo A. Triglycerides and cardiovascular disease. Lancet 2014;384:626–635
2. Miller M, Cannon CP, Murphy SA, et al. Impact of triglyceride levels beyond low-density lipoprotein cholesterol after acute coronary syndrome in the PROVE IT-TIMI 22 trial. J Am Coll Cardiol 2008;51:724–730.
3. Berglund L, Brunzell JD, Goldberg AC, et al. Evaluation and treatment of hypertriglyceridemia: an Endocrine Society clinical practice guideline. J Clin Endocrinol Metab 2012;97:2969–2989
4. Hegele RA, Ginsberg HN, Chapman MJ, et al. The polygenic nature of hypertriglyceridaemia: implications for definition, diagnosis, and management. Lancet Diabetes Endocrinol 2014;2:655–666
5. Catapano AL, Reiner Z, De Backer G, et al. ESC/EAS guidelines for the management of dyslipidaemias. The Task Force for the Management of Dyslipidaemias of the European Society of Cardiology (ESC) and the European Atherosclerosis Society (EAS). Atherosclerosis 2011;217:3–46
6. Chapman MJ, Ginsberg HN, Amarenco P, et al. Triglyceride-rich lipoproteins and high-density lipoprotein cholesterol in patients at high risk of cardiovascular disease: evidence and guidance for management. Eur Heart J 2011;32:1345–1361
7. Nicholls SJ, Brandrup-Wognsen G, Palmer M, et al. Meta-analysis of comparative efficacy of increasing dose of atorvastatin versus rosuvastatin versus simvastatin on lowering levels of atherogenic lipids (from VOYAGER). Am J Cardiol 2010;105:69–76

Deel deze pagina met collega's en vrienden: