Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Injecteerbare hydrogel om ventriculaire remodeling te voorkomen biedt geen voordeel na infarct

ESC - London 2015

Nieuws - 1 sep. 2015

PRESERVATION I: bioabsorbable cardiac matrix for the prevention of remodeling of the ventricle after large ST-segment elevation myocardial infarction

Gepresenteerd op het ESC congress 2015 door: Uwe ZEYMER (Ludwigshafen, Germany) 
 

Achtergrond

Grote myocardinfarcten gaan gepaard met afbraak van de extracellulaire matrix (ECM) en calcium overload.
Bioabsorbable Cardiac Matrix (BCM) is een nieuw experimenteel materiaal, namelijk een vloeibare mix van natriumalginaat (1%) en calciumgluconaat (0.3%). Het is biologisch en immunologisch inert, en wordt daarom beschouwd als device.
BCM kan in de coronaire arterie worden geïnjecteerd tijdens percutane coronaire interventie (PCI). De vloeistof reageert dan met geïoniseerd calcium dat opstapelt in de beschadigde hartspier, en vormt een absorbeerbare hydrogel. De gel fungeert als flexibel netwerk, of ‘matrix’, die het afgebroken ECM vervangt, en zo de infarctzone verdikt en de stress op de wand vermindert. BCM ondersteunt reparatie van het beschadigde weefsel en lost daarna op.
Dierstudies en een pilot studie in mensen hebben aangetoond dat injectie van BCM voorkomt dat remodeling optreedt na een hartaanval, en dat de toediening veilig was; er was geen verschil in het aantal ischemische of aritmische events ten opzichte van placebo.
303 STEMI patiënten met een groot infarct en TIMI 3 flow kregen een intracoronaire injectie van 4 mL BCM of fysiologische zoutoplossing tijdens een tweede procedure, 2-5 dagen nadat zij PCI hadden ondergaan. BMS werd toegediend via een toegewijde katheter proximaal van de stent in de infarct-gerelateerde arterie. Infarctgrootte was wat groter in de BCM-behandelde (36.0+14.14) dan in de controlegroep (29.4+9.73).
 

Belangrijkste resultaten

  • Het primaire eindpunt was verandering in linker ventrikel eind diastolisch volume index (LVEDVI) van baseline tot 6 maanden. De 6-maanden puntschatting was 3.8 (95%CI: -0.5 tot 8.0).
  • Van de secundaire eindpunten behaalde alleen de 6 minuten looptest bijna statistische significantie (BCM: 135.6+146.13 vs controle: 101.4+139.22, puntschatting: 34.3 (95%CI:-0.2 tot 68.7, P=0.051).
    Geen significant verschil werd gezien tussen de groepen wat betreft KCCQ score, verbetering of verslechtering in NYHA klasse, CV hospitalisatie, en sterfte.
  • Er werd geen verschil gezien in het optreden van het samengestelde veiligheidseindpunt (CV sterfte, acuut MI, revascularisatie, stenttrombose, aritmie of myocardruptuur).
 

Conclusie

Het blijkt mogelijk om patiënten met grote infarcten te identificeren en in een studie op te nemen. BCM werd goed verdragen 2-5 dagen na PCI. De extra invasieve procedure brengt risico’s met zich mee, maar deze zijn minimaal. In patiënten met een groot STEMI bleek intracoronaire BCM LV remodeling en het optreden van hartfalen niet te voorkomen, wanneer vergeleken met fysiologisch zoutoplossing. Ook secundaire eindpunten lieten geen klinisch voordeel zien van BCM.
De verschillen tussen deze en eerdere resultaten in diermodellen zijn mogelijk het gevolg van verschillen in patiëntenpopulatie (deze patiënten te ziek?), te grote infarcten, of de timing van toediening of de dosering van de device. Mogelijk is meer BMS nodig voor een goed resultaat. Tijdens de persconferentie werd gespeculeerd dat de microvasculaire structuur mogelijk voorkomt dat de hydrogel voldoende door het infarct wordt geabsorbeerd.
Hoewel de toedieningsmethode wellicht kan worden verbeterd, is het ook mogelijk dat BMS simpelweg niet werkt in mensen. De data van de pilot studie in mensen kwamen echter behoorlijk goed overeen met de dierstudies, dus wellicht zijn de andere verklaringen voor het uitblijven van een effect waarschijnlijker. Toch werd gevraagd of er een methode is die effectief is gebleken in het voorkomen van ventriculaire remodeling en het antwoord was dat alle benaderingen tot nog toe hebben gefaald. Deze methode zou het mogelijk maken het proces te veranderen tijdens follow-up na PCI, waardoor de procedure in theorie hoopgevend is. Dr. Zeymer merkte op dat door praktische redenen de tweede procedure na 2-5 dagen werd uitgevoerd, maar hij is nieuwsgierig naar wat het had opgeleverd als BMS 2 dagen na PCI werd toegediend.

- Onze berichtgeving is gebaseerd op de op het ESC congres verstrekte informatie -

Het ESC Journaal 2015 is mede mogelijk gemaakt door een unrestricted educational grant van MSD.

Deel deze pagina met collega's en vrienden: