Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Werktijden die het voorkeurs-slaapritme verstoren verhogen mogelijk risico op type 2 diabetes

Literatuur - Vetter C et al., Diabetes Care 2015

Mismatch of Sleep and Work Timing and Risk of Type 2 Diabetes

 
Vetter C, Devore EE, Ramin CA, et al.
Diabetes Care published ahead of print June 24, 2015
 

Achtergrond

Zowel laboratorium- als observationele onderzoek hebben een verband gesuggereerd tussen slaap en een veranderd glucosemetabolisme. Niet alleen duur en kwaliteit van de slaap kunnen metabole processen beïnvloeden, maar timing van slaap is mogelijk ook belangrijk [1]. Late chronotypes, die laat in slaap vallen en wakker worden, laten hogeren HbA1c niveaus [2] en een hoger risico op metabool syndroom [3] en type 2 diabetes (T2DM) [4] zien dan vroege of tussenliggende chronotypes.
Slaaptiming wordt gereguleerd door de circadiane klok, maar in de huidige samenleving ook door werkschema’s. Het is aangetoond dat ochtendmensen slechter slapen en dat zij de grootste afwijking van hun biologische ritme laten zien tijdens nachtdiensten. Vroege ochtenddiensten verstoren de slaap en het bioritme van late chronotypes [5]. Dit suggereert een interactie tussen chronotype en werkritme, wat slaap en uiteindelijk gezondheid zou kunnen beïnvloeden [6].
In experimentele settings is aangetoond dat grotere circadiane afwijking in verband stond met verstoord glucosestofwisseling, verminderde insulinegevoeligheid en lagere leptineniveaus [7]. Het opleggen van de combinatie van gedeeltelijke slaapdeprivatie en circadiane afwijking in een labomgeving gaf een lagere stofwisseling en verhoogde plasmaglucoseniveaus [8].
Deze studie onderzoekt de associaties tussen chronotype met T2DM risico en hoe wisselende nachtdiensten deze associaties kan beïnvloeden, in de Nurses’ Health Study 2 (NHS2). 35% van de vrouwen klassificeerde zichtzelf als vroege chronotypes, 54% als tussenliggend, en 11% als laat.
 

Belangrijkste resultaat

  • Onder vrouwen die nooit wisselende nachtdiensten hadden gedraaid, lieten late chronotypes een significant hoger T2DM risico (multivariabele OR (MVOR): 1.51, 95%CI: 1.13-2.02) vs. gemiddelde chronotypes. Het verlaagde risico van ochtendmensen was niet significant.
  • Onder vrouwen met <10 jaar ervaring met nachtdiensten, lieten vroege chronotypes een lager risico zien (MVOR: 0.84, 95%CI: 0.72-0.98). Vrouwen met het late chronotype lieten nu een afgezwakt risico zien (MVOR: 0.93, 95%CI: 0.76-1.13).
  • In vrouwen met >10 jaar blootstelling aan nachtdiensten, had geen van de groepen een verhoogd risico op T2DM ten opzichte van het tussenliggende chronotype.
  • Een significante trend over de dienstencategorieën werd gezien in vroege (P(trend)=0.014) maar niet in late (P(trend)=0.14) chronotypes.
  • Een was een significante interactie tussen blootstelling aan nachtdiensten en chronotype (X(1) =12.4, P(interactie) = 0.0004).
  • De associaties tussen chronotype en T2DM verschilden niet veel tussen BMI strata (<25 en >25 kg/m2).
 

Conclusie

Deze cohortstudie onderzocht de interactie tussen chronotype en type diensten. Deze observaties in vrouwen suggereren een ietwat lager risico op T2DM in vroege vs. gemiddeld chronotype, wanneer mensen overdag werken. Het risico leek te stijgen met toenemende duur van blootstelling aan nachtdiensten. Late chronotypes daarentegen lieten een verhoogd risico op T2DM zien wanneer hun dienstenschema geen nachtdienst bevat, maar alleen als ze geen werkervaring hadden met nachtdiensten. Deze bevindingen doen vermoeden dat mensen die diensten draaien en mensen die overdag werken, een verhoogd risico lopen op T2DM als hun werk interfereert met het voorkeurs-slaapritme.
 
Vind dit artikel online bij Diabetes Care
 

References

1. Larcher S, Benhamou PY, P´epin JL, Borel AL. Sleep habits and diabetes. Diabetes Metab. 23 January 2015 [Epub ahead of print]. DOI: 10.1016/j.diabet.2014.12.004
2. Reutrakul S, Hood MM, Crowley SJ, et al. Chronotype is independently associated with glycemic control in type 2 diabetes. Diabetes Care 2013;36:2523–2529
3. Wong PM, Roecklein KA, Muldoon M, Manuck S. Later chronotype is associated with increased risk for the metabolic syndrome (Abstract). Sleep 2013;36(Suppl.):A285
4. Merikanto I, Lahti T, Puolijoki H, et al. Associations of chronotype and sleep with cardiovascular diseases and type 2 diabetes. Chronobiol Int 2013;30:470–477
5. Juda M, Vetter C, Roenneberg T. Chronotype modulates sleep duration, sleep quality, and social jetlag in shift-workers. J Biol Rhythms 2013;28:141–151
6. Luyster FS, Strollo PJ Jr, Zee PC, Walsh JK; Boards of Directors of the American Academy of Sleep Medicine and the Sleep Research Society. Sleep: a health imperative. Sleep 2012;35:727–734
7. Scheer FAJL, Hilton MF, Mantzoros CS, Shea SA. Adverse metabolic and cardiovascular consequences of circadian misalignment. Proc Natl
Acad Sci U S A 2009;106:4453–4458
8. Buxton OM, Cain SW, O’Connor SP, et al. Adverse metabolic consequences in humans of prolonged sleep restriction combined with circadian disruption. Sci Transl Med 2012;4: 129ra143
 

Deel deze pagina met collega's en vrienden: