Uniek consensuspaper over patiëntvoorkeuren voor management van aritmieën
Nieuws - 25 juni 2015Een uniek consensuspaper over patiëntvoorkeuren voor management van aritmie is opgetseld door de European Heart Rhythm Association (EHRA), een geregistreerde tak van de European Society of Cardiology (ESC), en is goedgekeurd door de Heart Rhythm Society (HRS) in de VS, de Asia Pacific Heart Rhythm Society (APHRS) en Sociedad Latinoamericana de Estimulación Cardíaca y Electrofisiología (SOLEACE). Het consensusdocument werd gepresenteerd tijdens EHRA EUROPACE – CARDIOSTIM 2015 en gelijktijdig gepubliceerd in EP Europace.
Dr. Deirdre Lane, voorzitter van de task force, zei: “Patiënten kunnen verschillende prioriteiten hebben dan artsen, met name ten aanzien van antistollingstherapie om beroerte te voorkomen in atriumfibrilleren. Deze patiënten hebben doorgaans meer zorgen over beroertepreventie dan ernstige bloedingen, waarbij onderzoek aantoonde dat ze bereid zijn 4.4 ernstige bloedingen te accepteren om 1 beroerte te voorkomen.”
Ze voegde toe: “Mogelijk is patiënten nooit antistolling aangeboden omdat in de beleving van de arts het bloedingsrisico te hoog is. Maar patiënten leven met de consequenties van behandelingen, dus het is redelijk dat zij er ook iets over te zeggen hebben. Aan patiënten moeten de voors en tegens van de verschillende behandelopties worden verteld, zodat zij zelf een geïnformeerd besluit kunnen nemen.”
Het unieke consensusdocument bracht Europese en internationale experts samen, die de beschikbare kennis over patiëntvoorkeuren en –waarden over de management van cardiale tachy-aritmieën, namelijk atriumfibrilleren, supraventriculaire aritmieën en ventriculaire aritmieën, beoordeelde. Het vat de huidige inzichten samen in patiëntbeleving van het leven met de diverse aritmieën en hun behandelvoorkeuren, en geeft aanbevelingen voor zorgprofessionals.
Cardiale aritmieën kunnen een grote impact hebben op de kwaliteit van leven. Patiënten met ventriculaire aritmieën, bijvoorbeeld, mogen soms geen sport meer beoefenen, of autorijden. Diegenen met een implanteerbaar cardioverter device (ICD) moeten de afweging maken tussen de levensverlenging die ze zouden kunnen bereiken met het device en de mogelijkheid van een vertraagde dood door progressief harfalen wanneer zij besluiten of ze het wel of niet willen uitzetten aan het eind van het leven.
Angst en psychologisch ongemak komen veel voor in patiënten met cardiale aritmieën, als gevolg van de symptomen of de behandeling. Tot wel de helft van symptomatische patiënten met atriumfibrilleren leidt aan depressie en angst, waarbij sommigen zich gestrest en paniekerig voelen, angstig over hun medicatie, en bang om ergens naartoe te gaan. ICDs veroorzaken vaak angst en depressie, gerelateerd aan de onvoorspelbaarheid van (toekomstige) shocks. Aanbevelingen worden gedaan voor het managen van ongemak bij patiënt, onder andere het maken van een shock plan.
Dr. Lane zei: “Angst speelt een grote rol in cardiale aritmieën door de onvoorspelbaarheid van de symptomen en de uitkomsten. Sommige aritmieën zijn levensbedreigend. Angst en spanning kunnen de behandelkeuze van de patiënt beïnvloeden, en hun mogelijkheid om informatie te verwerken, alsmede de waarschijnlijkheid dat ze therapietrouw zullen zijn. Zorgprofessionals moeten dit in overweging nemen tijdens consulten.”
De auteurs doen een aantal consensus aanbevelingen zoals:
ESC persbericht 24 june 2015
U kunt het Consensus document online vinden bij Europace
Dr. Deirdre Lane, voorzitter van de task force, zei: “Patiënten kunnen verschillende prioriteiten hebben dan artsen, met name ten aanzien van antistollingstherapie om beroerte te voorkomen in atriumfibrilleren. Deze patiënten hebben doorgaans meer zorgen over beroertepreventie dan ernstige bloedingen, waarbij onderzoek aantoonde dat ze bereid zijn 4.4 ernstige bloedingen te accepteren om 1 beroerte te voorkomen.”
Ze voegde toe: “Mogelijk is patiënten nooit antistolling aangeboden omdat in de beleving van de arts het bloedingsrisico te hoog is. Maar patiënten leven met de consequenties van behandelingen, dus het is redelijk dat zij er ook iets over te zeggen hebben. Aan patiënten moeten de voors en tegens van de verschillende behandelopties worden verteld, zodat zij zelf een geïnformeerd besluit kunnen nemen.”
Het unieke consensusdocument bracht Europese en internationale experts samen, die de beschikbare kennis over patiëntvoorkeuren en –waarden over de management van cardiale tachy-aritmieën, namelijk atriumfibrilleren, supraventriculaire aritmieën en ventriculaire aritmieën, beoordeelde. Het vat de huidige inzichten samen in patiëntbeleving van het leven met de diverse aritmieën en hun behandelvoorkeuren, en geeft aanbevelingen voor zorgprofessionals.
Cardiale aritmieën kunnen een grote impact hebben op de kwaliteit van leven. Patiënten met ventriculaire aritmieën, bijvoorbeeld, mogen soms geen sport meer beoefenen, of autorijden. Diegenen met een implanteerbaar cardioverter device (ICD) moeten de afweging maken tussen de levensverlenging die ze zouden kunnen bereiken met het device en de mogelijkheid van een vertraagde dood door progressief harfalen wanneer zij besluiten of ze het wel of niet willen uitzetten aan het eind van het leven.
Angst en psychologisch ongemak komen veel voor in patiënten met cardiale aritmieën, als gevolg van de symptomen of de behandeling. Tot wel de helft van symptomatische patiënten met atriumfibrilleren leidt aan depressie en angst, waarbij sommigen zich gestrest en paniekerig voelen, angstig over hun medicatie, en bang om ergens naartoe te gaan. ICDs veroorzaken vaak angst en depressie, gerelateerd aan de onvoorspelbaarheid van (toekomstige) shocks. Aanbevelingen worden gedaan voor het managen van ongemak bij patiënt, onder andere het maken van een shock plan.
Dr. Lane zei: “Angst speelt een grote rol in cardiale aritmieën door de onvoorspelbaarheid van de symptomen en de uitkomsten. Sommige aritmieën zijn levensbedreigend. Angst en spanning kunnen de behandelkeuze van de patiënt beïnvloeden, en hun mogelijkheid om informatie te verwerken, alsmede de waarschijnlijkheid dat ze therapietrouw zullen zijn. Zorgprofessionals moeten dit in overweging nemen tijdens consulten.”
De auteurs doen een aantal consensus aanbevelingen zoals:
- Educatie is een essentiële component van het management van cardiale aritmieën, zodat patiënten hun conditie kunnen begrijpen, als ook de beschikbare behandelingen, het ziektetraject en mogelijke uitkomsten.
- Alle patiënten moeten individueel toegespitste informatie over ziekte en behandeling krijgen van hun zorgteam, hetgeen herhaald wordt in de tijd.
- Patiëntvoorkeuren voor behandeling moeten worden besproken, gedocumenteerd en opgenomen worden in managementbesluiten. Gedeelde besluitvorming is de aanbevolen benadering.
ESC persbericht 24 june 2015
U kunt het Consensus document online vinden bij Europace
Deel deze pagina met collega's en vrienden: