Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Geen voordeel van intensief ten opzichte van licht joggen voor een lang leven

Literatuur - Schnohr et al., JACC 2015

 

Dose of Jogging and Long-Term Mortality The Copenhagen City Heart Study


Schnohr P, O’Keefe JH, Marott JL et al.,
J Am Coll Cardiol. 2015;65(5):411-419. doi:10.1016/j.jacc.2014.11.023
 

Achtergrond

Data onderbouwen in sterke mate een omgekeerde associatie tussen regelmatige lichaamsbeweging en sterfte, en richtlijnen bevelen doorgaans >30 minuten matige-intensiteit fysieke activiteit aan, liefst dagelijks. Er zijn geen aanbevelingen ten aanzien van een maximum aan lichaamsbeweging.
Diverse rapporten zijn gepubliceerd over plotselinge dood die optrad tijdens het joggen [1-6]. De Copenhagen City Heart study [7,8] publiceerde eerder dat de relatieve intensiteit van lopen en fietsen het belangrijkst was in relatie tot sterfte door alle oorzaken en coronaire hartziekte (CHD), meer dan de duur van de inspanning.
In een willekeurig sample van 1878 joggers die tot wel 35 jaar werden gevolgd en die werden vergeleken met 16827 niet-joggers, werden verschillende voordelen gezien ten aanzien van lang leven, afhankelijk van de intensiteit en frequentie van de lichaamsbeweging. De laagste mortaliteit werd gezien bij maximaal 2.5 uur joggen per week met een traag of gemiddeld tempo en een frequentie van <3 keer per week [9]. Deze prospectieve studie verkent de geobserveerde U-vormige relatie tussen sterfte en dosis joggen (op basis van snelheid, hoeveelheid en frequentie).
 

Belangrijkste resultaten

  • In maximaal 12 jaar follow-up, werden 28 sterftes geregisteerd onder 1098 joggers en 128 sterftes onder 413 sedentaire niet-joggers. Gemiddeld werd 10.1 jaar gejogd.
  • 1-2.4 uur joggen per week was geassocieerd met de laagste mortaliteit (multivariable HR: 0.29, 95%CI: 0.11-0.80).
  • Mortaliteit in de subgroup met een hogere dosis joggen (2.5-4 u/wk) verschilde niet significant van die in de sedentaire groep (HR: 0.65, 95%CI: 0.20-2.07).
  • Het laagste mortaliteitsrisico werd gezien in diegenen die 2-3 keer per week jogden (HR: 0.32, 95%CI: 0.15-0.69), of <1 keer per week (HR: 0.29, 95%CI: 0.12-0.72). Risicoschattingen voor diegenen die >3 keer per week joggen verschilden niet statistisch significant van die van de sedentaire groep.
  • Trage (HR: 0.51, 95%CI: 0.24-1.10) en matige jogsnelheid (HR: 0.38, 95%CI: 0.22-0.66) waren geassocieerd met lagere mortaliteit. Het risico van snellere joggers verschilde niet significant van dat in sedentaire niet-joggers (HR: 0.94, 95%CI: 0.40-2.18).
  • Als joggers 3 groepen warden ingedeeld (licht, matig en intensieve) en vergeleken met de sedentaire niet-joggers, hadden de lichte (HR: 0.22, 95%CI: 0.10-0.47) en matige joggers (HR: 0.66, 95%CI: 0.32-1.38) een lager risico op sterfte door alle oorzaken. Intensieve joggers lieten een hoger risico zien (HR: 1.97, 95%CI: 0.48-8.14).
 

Conclusie

Deze bevindingen laten een U-vormige relatie zien tussen joggen en mortaliteit, met de laagste sterfte bij lichte joggers (1-2.4 uur per week, maximaal 3 dagen per weer, met traag of gemiddeld tempo), ten aanzien van snelheid, hoeveelheid en de frequentie van het joggen. Het sterftecijfer van intensieve joggers verschilde niet significant van dat van sedentaire nonjoggers. Deze bevindingen suggereren dat er mogelijk een bovengrens is aan de dosis lichaamsbeweging die optimaal is voor gezondheidsvoordelen, en een aantal voordelen ten aanzien van lang leven die lage-dosis joggen met zich mee brengt, lijken verloren te gaan bij meer joggen.
 

Redactioneel commentaar [11]

“Gezien de huidige consensus van een lineaire dosis-responsrelatie tussen totale fysieke activiteit (FA) en gezondheid, die aangeeft dat ‘hoe meer FA, hoe beter voor de gezondheid en lang leven’, zijn deze bevindingen intrigerend. Het goede nieuws is dat het sterftevoordeel van licht joggen meer mensen zal aanmoedigen om te gaan joggen voor gezondheidsredenen als ‘praktisch, haalbaar en vol te houden’ doel, zoals de auteurs stelden.”
Een aantal beperkingen van de studie moet echter worden opgemerkt. Bijvoorbeeld; de sedentaire joggers waren vaker obese, ouder en hadden een veel hogere prevalentie van hypertensie en diabetes mellitus dan de joggers in deze studie. Statistische analyses kunnen de vertekening als gevolg van deze verschillen waarschijnlijk niet helemaal teniet doen, waardoor het mortaliteitsvoordeel van joggen mogelijk wordt overschat.
Ook waren de groepsgrootten beperkt in de hoogste jogcategorieën, wat kan betekenen dat mogelijk een mortaliteitsvoordeel zou zijn opgepikt als de groepen groter waren geweest.

Deze studie focuste alleen op het effect van joggen op sterfte door alle oorzaken. Mogelijke nadelige effecten van excessieve aerobe lichaamsbeweging is gerapporteerd, maar andere studies publiceerden het tegenovergestelde resultaat. Om te voorkomen dat mensen die intensievere lichaamsbeweging willen gaan doen onnodig bang worden gemaakt, moeten nieuwe studies deze controverse verder bestuderen.
“De algemene consensus van de data suggereert wel degelijk dat ‘meer is niet beter’, ten aanzien van rennen en mortaliteit. Maar, we hebben meer gegevens nodig om echt te bepalen ‘of meer eigenlijk slechter is?’ ten aanzien van de dosis lichaamsbeweging en prognose.”
 
Vind dit artikel online op JACC
 

Referenties

1. Opie LH. Sudden death and sport. Lancet 1975;1:263–6.
2. Thompson PD, Stern MP, Williams P, et al. Death during jogging or running. A study of 18 cases. JAMA 1979;242:1265–7.
3. Waller BF, Roberts WC. Sudden death while running in conditioned runners aged 40 years or over. Am J Cardiol 1980;45:1292–300.
4. Thompson PD, Funk EJ, Carleton RA, Sturner WQ. Incidence of death during jogging in Rhode Island from 1975 through 1980. JAMA 1982;247:2535–8.
5. Siscovick DS, Weiss NS, Fletcher RH, Lasky T. The incidence of primary cardiac arrest during
vigorous exercise. N Engl J Med 1984;311:874–7.
6. Albert CM, Mittleman MA, Chae CU, et al. Triggering of sudden death from cardiac causes by vigorous exertion. N Engl J Med 2000;343:1355–61.
7. Kim JH, Malhotra R, Chiampas G, et al. Cardiac arrest during long-distance running races. N Engl J
Med 2012;366:130–40.
8. Schnohr P, Scharling H, Jensen JS. Intensity versus duration of walking, impact on mortality: the Copenhagen City Heart Study. Eur J Cardiovasc Prev Rehabil 2007;14:72–8.
9. Schnohr P, Marott JL, Jensen JS, Jensen GB. Intensity versus duration of cycling, impact on all-cause and coronary heart disease mortality: the Copenhagen City Heart Study. Eur J Prev Cardiol 2012;19:73–80.
10. Schnohr P, Marott JL, Lange P, Jensen GB. Longevity in male and female joggers: the Copenhagen City Heart Study. Am J Epidemiol 2013;177:683–9.
11. Lee D-c, Lavie CJ, Vedanthan R. Optimal Dose of Running for Longevity. Is More Better or Worse? J Am Coll Cardiol 2015; 65. http://dx.doi.org/10.1016/j.jacc.2014.11.022
 

Deel deze pagina met collega's en vrienden: