Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Verbeteren bètablokkers overleving bij hartfalen met behouden ejectiefractie?

Literatuur - Lund et al., JAMA. 2014

 

Association between use of β-blockers and outcomes in patients with heart failure and preserved ejection fraction

 
Lund LH, Benson L, Dahlström U, et al.
JAMA. 2014 Nov 19;312(19):2008-18. doi: 10.1001/jama.2014.15241
 

Achtergrond

Sterfte in patiënten met hartfalen met behouden ejectiefractie (HFpEF) is mogelijk even hoog als in HF met verminderde EF (HFrEF), maar er is geen bewezen effectieve behandeling. HFpEF en HFrEF delen een aantal pathofysiologische mechanismen, en symptomen. Bètablokkers verbeteren de uitkomsten in HFrEF [1]. Ze zijn mogelijk ook effectief in HFpEF door het verlagen van de bloeddruk, en het verminderen van linker ventrikel hypertrofie [2] en diastolische dysfunctie [3] en door het vertragen van de hartslag en het verlagen van de myocardiale zuurstofvraag.
Gegevens van bètablokkergebruik in HFpEF hebben niet-sluitende resultaten opgeleverd, en bètablokkers zijn momenteel niet geïndiceerd voor behandeling van HFpEF [4,5]. Deze studie testte de hypothese dat bètablokkers geassocieerd zijn met lagere mortaliteit in HFpEF. Hiervoor werden gegevens van patiënten met HF in de Swedish Heart Failure Registry (6) gebruikt. 19083 individuele patiënten met HFpEF werden geïncludeerd in de hoofdanalyse, van wie 15786 werden behandeld met bètablokkers en 3297 niet. Na 2:1 propensity matching werden gegevens van 5496 behandelde en 2748 onbehandelden geanalyseerd.
 

Belangrijkste resultaten

  • In het algemene HFpEF cohort (mediane follow-up tijd: 755 dagen), was het aantal doden onder diegenen die bètablokkers kregen 5639 (39%), vs. 1518 (46%) in diegenen zonder bètablokkers (143 doden/1000 patiëntjaren (PJ) vs. 198/1000 PJ).
  • Overleving na 1 jaar was 84% (95%CI: 83-85%) met bètablokkers, vs. 78% (95%CI: 76-69%) zonder. Overleving na 5 jaar was 51% (95%CI: 50-52%) met en 41% (95%CI: 39-44%) zonder bètablokkers. Ongecorrigeerde HR tijdens follow-up was: 0.73 (95%CI: 0.69-0.77, P<0.001).
  • In het gematchedte cohort (mediane follow-up tijd: 709 dagen), 2279 (41%) van diegenen die bètablokkers kregen overleden, vs. 1244 (45%) van diegenen die ze niet kregen (177/1000 PJ met bètablokkers vs. 191/1000 PJ, P=0.03).
  • Na 1 jaar was de overleving 80% (95%CI: 79-81%) voor diegenen op bètablokkers, vs. 79% (95%CI: 78-81%) zonder. Na 5 jaren, was 45% (95%CI:43-47%) van diegenen op bètablokkers nog in leven, vs. 42% (95%CI:40-45%) van diegenen die geen bètablokkers kregen. HR gedurende follow-up was 0.93 (95%CI:0.86-0.996, P=0.04).
  • In het gematchedte cohort, was overleving vrij van HF ziekenhuisopname na 1 jaar 58% (95%CI:57-59%) op bètablokkers vs. 59% (95%CI: 57-61%), met een HR tijdens follow-up van 0.98 (95%CI:0.92-1.04, P=0.46).
  • Een positieve controle analyse in gematchedte HFrEF patiënten liet overleving na 1 jaar zien van 78% (95%CI: 76-79%) in behandelde vs. 75% (95%CI: 73-77%) in onbehandelde patiënten, met een HR tijdens follow-up van 0.89 (95%CI: 0.82-0.97, P=0.005). Bètablokkergebruik was ook geassocieerd met een vergelijkbaar verminderde HR voor HF hospitalisatie of mortaliteit.

Download Lund JAMA 2014 CVGK.pptx


Conclusie

Deze grote prospectieve propensity score-gematchedte registeranalyse van niet-geselecteerde patiënten met HFpEF liet zien dat bètablokkers geassocieerd waren met verminderde sterfte door alle oorzaken. Behandeling met bètablokkers waren echter niet geassocieerd met lagere sterfte door alle oorzaken of ziekenhuisopname voor HF. Genoeg gepowerde gerandomiseerde gecontroleerde trials kunnen verder antwoord geven op de vraag of betablokkergebruik zinvol is in HFpEF.
 
Klik door naar dit artikel op Pubmed
 

Referenties

1. Brophy JM, Joseph L, Rouleau JL. Beta-blockers in congestive heart failure: a Bayesian meta-analysis. Ann Intern Med. 2001;134(7):550-560.
2. Klingbeil AU, Schneider M, Martus P, et al. Ameta-analysis of the effects of treatment on left ventricular mass in essential hypertension. Am J Med. 2003;115(1):41-46.
3. Bergstrom A, Andersson B, Edner M, et al. Effect of carvedilol on diastolic function in patients with diastolic heart failure and preserved systolic function: results of the Swedish Doppler- echocardiographic study (SWEDIC). Eur J Heart Fail. 2004;6(4):453-461.
4. McMurray JJ, Adamopoulos S, Anker SD, et al; ESC Committee for Practice Guidelines. ESC Guidelines for the diagnosis and treatment of acute and chronic heart failure 2012: the Task Force for the Diagnosis and Treatment of Acute and Chronic Heart Failure 2012 of the European Society of Cardiology. Developed in collaboration with the Heart Failure Association (HFA) of the ESC. Eur Heart J. 2012;33(14):1787-1847.
5. Yancy CW, Jessup M, Bozkurt B, et al. 2013 ACCF/AHA guideline for the management of heart failure: executive summary: a report of the American College of Cardiology Foundation/American Heart Association Task Force on practice guidelines. Circulation. 2013;128(16):1810-1852.
6. Lund LH, Benson L, Dahlstrom U, Edner M. Association between use of renin-angiotensin system antagonists and mortality in patients with heart failure and preserved ejection fraction. JAMA. 2012;308(20):2108-2117.
 

Deel deze pagina met collega's en vrienden: