Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

RCT weerlegt dieetmythe dat langzaam afvallen een langduriger effect heeft dan een snel dieet

Literatuur - Purcell et al., Lancet Diabetes & Endocrinology 2014

 

The effect of rate of weight loss on long-term weight management: a randomised controlled trial


Katrina Purcell, Priya Sumithran, Luke A Prendergast, et al.
The Lancet Diabetes & Endocrinology, Early Online Publication, 16 October 2014
doi:10.1016/S2213-8587(14)70200-1
 

Achtergrond

De toenemende prevalentie van obesitas brengt belangrijke gezondheidsproblemen met zich mee in zowel lage-inkomens- als hoge-inkomenslanden [1]. Gewichtsverlies middels een dieet wordt doorgaans niet op de lange termijn volgehouden [2,3]. Hoewel het onduidelijk is wat de beste methode is om gewichtsverlies te bereiken en te behouden, bevelen internationale richtlijnen geleidelijk afvallen aan als behandeling voor obesitas [4-6]. Dit weerspiegelt waarschijnlijk de gedachte dat geleidelijk gewichtsverlies meer tijd geeft om slechte sociale gewoonten te veranderen die vaak aan obesitas ten grondslag liggen.
Het wijdverbreide geloof in de superioriteit van geleidelijk ten opzichte van snel gewichtsverlies is onlangs uitgedaagd [7,8], en wetenschappelijk bewijs ondersteunt de superioriteit van een geleidelijke benadering niet [9]. Deze studie beoogde te onderzoeken of de snelheid van gewichtsverlies de snelheid van weer aankomen beïnvloedt in een twee-fasige, gerandomiseerde dieetinterventiestudie. Er werd ook bestudeerd of gewichtsafname-geïnduceerde veranderingen in circulerende eetlust-mediërende hormonen en subjectieve eetlust worden beïnvloed door de snelheid van afvallen. In fase 1 werden 200 obese individuen (BMI: 30.0-45.0 kg/m2) gerandomiseerd naar ofwel een snel (12 weken) of een geleidelijk afvalprogramma, met als doel 15% van het gewicht kwijt te raken. In fase 2 werden patiënten geïnstrueerd om een geïndividualiseerd dieet voor gewichtsbehoud te volgen gedurende 144 weken, waarin zij regelmatig individuele sessies met een diëtist hadden.
 

Belangrijkste resultaten

  • 179 (89.5%) deelnemers voltooiden fase 1. Individuen stopten vaker met het geleidelijke (n=18, 18%) dan met het snelle (n=3, 3%) afvalprogramma.
  • 76 van de 94 (81%) die fase 1 voltooiden in het snelle programma bereikten 12.5% gewichtsverlies, ten opzichte van 53 van de 85 (62%) in het geleidelijke programma (P=0.009).
  • In week 144 van fase 2 waren deelnemers in het geleidelijke programma gemiddeld 10.4 kg (95%CI: 8.4-12.4, 71.2% (58.1-84.3)) aangekomen, terwijl deelnemers in de snelle groep gemiddeld 10.3 kg (8.5-12.1, 70.5% (57.8-83.2) aankwamen.
  • 3-β-hydroxybutyraat (gerelateerd aan ketonconcentratie in het bloed, wat eetlust remt) werd gemeten bij 5% en bij 10% gewichtsverlies in fase 1, en bleek significant hoger in de snelle groep dan in het geleidelijke programma, terwijl aan het eind van fase 1 geen verschil werd gezien tussen de groepen.
  • Leptineniveaus namen meer af bij snel dan bij langzaam afvallen in fase 1. Leptineniveaus stegen in beide groepen in fase 2. Leptineniveaus verschilden in beide groepen in week 48 niet van baseline, maar ze waren significant hoger in week 144 in beide groepen. Onafhankelijk van de initiële snelheid van gewichtsverlies, lieten deelnemers die in week 144 ten minste 75% aankwamen van het gewicht dat zij kwijt waren (n=45) grote stijgingen in leptine zien boven baselineconcentraties.
  • Gemiddelde vasten-ghrelineconcentraties stegen na gewichtsafname en bleven hoog tijdens fase 2, zonder significante verschillen tussen de twee afvalprogramma’s.
  • Beoordelingen van het hongergevoel stegen in beide groepen niet in fase 1, terwijl in week 48 en 144 van fase 2 deze significant toenamen in de snelle afvallers.

Download Purcell TLDE 2014 CVGK.pptx

Conclusie

Deze gerandomiseerde studie laat zien dat, in tegenstelling tot een algemeen aangehangen idee, het weer aankomen na afvallen niet sneller gebeurt na snel afvallen. Weer aankomen ging even snel in een snel en geleidelijk afvalprogramma. Het bereiken van een doelstelling van 12.5% gewichtsverlies werd vaker behaald met de snelle afvalinterventie, en minder individuen stopten met het snelle ten opzichte van de geleidelijke afvalprogramma. Hormoonmetingen bevestigen dat fysiologische aanpassingen aan gewichtsverlies lang stand houden en doen vermoeden dat strategieën om honger na gewichtsverlies te onderdrukken, en daarmee om opnieuw aankomen te voorkomen, nuttig kunnen zijn.
 
Vind dit artikel online
 

References

1 Adams K, Schatzkin A, Harris T, et al. Overweight, obesity, and mortality in a large prospective cohort of persons 50 to 71 years old. N Engl J Med 2006; 355: 763–78.
2 Glenny AM, O’Meara S, Melville A, Sheldon TA, Wilson C. The treatment and prevention of obesity: a systematic review of the literature. Int J Obesity 1997; 21: 715–37.
3 Ayyad C, Andersen T. Long-term effi cacy of dietary treatment of obesity: a systematic review of studies published between 1931 and 1999. Obes Rev 2000; 1: 113–19.
4 NICE. Obesity: Guidance on the prevention, identifi cation, assessment and management of overweight and obesity in adults and children. Dec, 2006. http://www.nice.org.uk/guidance/cg43 (accessed Sept 16, 2014).
5 Dietitians Association of Australia. The best practice guidelines for the treatment of overweight and obesity in adults. 2005. http:// dmsweb.daa.asn.au/fi les/DINER/Obesity%20Guidelines%20 (Final).pdf (accessed Aug 4, 2014).
6 Pi-Sunyer X, Becker D, Bouchard C, et al. Clinical guidelines on the identifi cation, evaluation, and treatment of overweight and obesity in adults: executive summary. Expert Panel on the Identifi cation, Evaluation, and Treatment of Overweight in Adults. Am J Clin Nutr 1998; 68: 899–917.
7 Casazza K, Fontaine K, Astrup A, et al. Myths, presumptions, and facts about obesity. N Engl J Med 2013; 368: 446–54.
8 Casazza K, Brown A, Astrup A, et al. Weighing the evidence of common beliefs in obesity research. Crit Rev Food Sci Nutr 2014; published online June 20. DOI:10.1080/10408398.2014.922044.
9 Toubro S, Astrup A. Randomised comparison of diets for maintaining obese subjects’ weight after major weight loss: ad lib, low fat, high carbohydrate diet v fi xed energy intake. BMJ 1997; 314: 29–34.
 

Deel deze pagina met collega's en vrienden: