Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

SGLT2 remming verlaagt bloeddruk in patiënten met T2DM en hypertensie

Literatuur - Tikkanen I et al., Diabetes Care. 2014 - Diabetes Care. 2014 Sep 30

 

Empagliflozin Reduces Blood Pressure in Patients With Type 2 Diabetes and Hypertension

 
Tikkanen I, Narko K, Zeller C, et al. on behalf of the EMPA-REG BP Investigators
Diabetes Care. 2014 Sep 30. pii: DC_141096. [Epub ahead of print]
 

Achtergrond

Patiënten met diabetes hebben een hoog levenslang risico op cardiovasculaire aandoeningen (CVD), dus het management van deze patiënten moet zich niet alleen op beperking van glycaemie richten, maar ook CV risicofactoren adresseren. Ongeveer twee derde van de patiënten met diabetes heeft hypertensie [1,2]. Het verlagen van de bloeddruk (BP) in patiënten met diabetes kan CV events verminderen en heeft nierbeschermende effecten [3-5]. De ge-update Joint National Committee (JNC) richtlijnen bevelen een streefwaarde aan van BP<140/90 mmHg in patiënten met diabetes en hypertensie [6]. Combinatietherapie is vaak genoodzaakt, aangezien bloeddrukbeheersing moeilijk is in deze patiënten [7].
Empagliflozine is een potente en selectieve sodium glucose cotransporter 2 (SGLT2) remmer in ontwikkeling voor behandeling van type 2 diabetes (T2DM). Remming van SGLT2 leidt tot verhoogde urinaire glucose excretie en verbeterde hyperglycaemie, zonder dat het β-celfunctie en insulineresistentie beïnvloedt [8].
EMPA-REG BP is een fase III studie die het effect van 10 mg en 25 mg empagliflozine eenmaal daags gedurende 12 weken op BP, glycaemische controle en om veiligheid en tolereerbaarheid te testen ten opzichte van placebo, in patiënten met T2DM en hypertensie.
 

Belangrijkste resultaten

  • Significant grotere gemiddelde 24-h SBP en DBP dalingen warden gezien in week 12 met empagliflozine 10 mg (-3.44 mmHg en -1.36 mmHg voor SBP en DBP) en 25 mg (-4.16 mmHg en -1.72 mmHg voor SBP en DBP) dan met placebo. Patiënten met gemiddelde 24-h ABPM >130/80 mmHg bij baseline lieten een grotere afname zien in week 12 dan diegenen met BP<130/80 mmHg.
  • Veranderingen in nachtelijke BP waren minder uitgesproken dan effecten van empagliflozine overdag, ten opzichte van placebo.
  • BP verlaging was niet geassocieerd met stijgingen in hartslag (gemiddelde verandering vanaf baseline in gemiddelde 24-h hartslag: -0.27 (SD: 6.10) bpm met placebo, en -0.17 (SD: 7.70) bpm en -0.74 (SD: 6.16) bpm met empagliflozine 10 mg en 25 mg respectievelijk.
  • Empagliflozine 10 mg en 25 mg lieten een significant grotere daling van HBA1c (-0.62% en -0.65% vs. placebo voor empagliflozine 10mg en 25mg) en FPG vanaf baseline zien, evenals een significant grotere afname van lichaamsgewicht (-1.49 en -1.98 vs. placebo voor 10mg en 25 mg respectievelijk).
  • Gerapporteerde bijwerkingen (AEs) waren doorgaans mild en matig. Meer patiënten op placebo meldden ernstige AEs; één ernstig event werd gezien als gerelateerd aan het medicijn (plotselinge dood in een patiënt die empagliflozine 10 mg kreeg). De meest gerapporteerde medicijngerelateerde AEs waren pllakiuria, hypoglycaemie, polyurie en dorst.

Conclusie

Deze fase III gegevens laten zien dat behandeling met empagliflozine 10 mg of 25 mg gedurende 12 weken een klinische betekenisvolle verbetering geeft van 24-h SBP en DBP, ten opzichte van placebo, in patiënten met T2DM en hypertensie. HbA1c en lichaamsgewicht waren ook significant afgenomen. Van beheersing van BP en glycaemie is eerder aangetoond dat het het risico op CV complicaties en mortaliteit verlaagt in patiënten met T2DM en hypertensie. De lopende EMPA-REG OUTCOME studie zal de CV veiligheid en mogelijke voordelen op CV en microvasculaire uitkomsten van empagliflozine bepalen in patiënten met T2DM met een hoog CV risico.
 
Klik door naar dit artikel op  Pubmed
 

References

1. Kabakov E, Norymberg C, Osher E, et al. Prevalence of hypertension in type 2 diabetes mellitus: impact of the tightening definition of high blood pressure and association with confounding risk factors. J Cardiometab Syndr 2006;1:95–101
2. Ferrannini E, Cushman WC. Diabetes and hypertension: the bad companions. Lancet 2012; 380:601–610
3. American Diabetes Association. Standards of medical care in diabetesd2012. Diabetes Care 2012;35(Suppl. 1):S11–S63
4. Adler AI, Stratton IM, Neil HA, et al. Association of systolic blood pressure with macrovascular and microvascular complications of type 2 diabetes (UKPDS 36): prospective observational study. BMJ 2000;321:412–419
5. Mancia G, De Backer G, Dominiczak A, et al.; The task force for the management of arterial hypertension of the European Society of Hypertension; The task force for the management of arterial hypertension of the European Society of Cardiology. 2007 Guidelines for the management of arterial hypertension: The Task
Force for the Management of Arterial Hypertension of the European Society of Hypertension (ESH) and of the European Society of Cardiology (ESC). Eur Heart J 2007;28:1462–1536
6. James PA, Oparil S, Carter BL, et al. 2014 evidence-based guideline for the management of high blood pressure in adults: report from the panel members appointed to the Eighth Joint National Committee (JNC 8). JAMA 2014;311: 507–520
7. Mancia G, Fagard R, Narkiewicz K, et al. 2013 ESH/ESC guidelines for the management of arterial hypertension: the Task Force for the Management of Arterial Hypertension of the European Society of Hypertension (ESH) and of the European Society of Cardiology (ESC). Eur Heart J 2013;34:2159–2219
8. Kim Y, Babu AR. Clinical potential of sodium-glucose cotransporter 2 inhibitors in the management of type 2 diabetes. Diabetes Metab Syndr Obes 2012;5:313–327
 

Deel deze pagina met collega's en vrienden: