Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Geruststellend nieuws over sport en gezondheid

Literatuur - Lee DC and Yankelson et al., J Am Coll Cardiol. 2014

 
Leisure-Time Running Reduces All-Cause and Cardiovascular Mortality Risk

 
Lee DC, Pate RR, Lavie CJ, et al.
J Am Coll Cardiol. 2014;64(5):472-481. doi:10.1016/j.jacc.2014.04.058
 

Achtergrond

Hoewel het vast staat dat lichaamsbeweging aanzienlijke gezondheidsvoordelen heeft, is het onbekend hoeveel sport goed is, en of er zoiets is als teveel lichaamsbeweging. De Wereldgezondheidsorganisatie en de Amerikaanse regering hebben evidence-based Physical Activity Guidelines gepubliceerd , ten minste 150 minuten activiteit van matige intensiteit of 75 minuten van intensieve aerobe activiteit per week aanbevelen, of een gelijkwaarde combinatie van beide [1,2].
Het is onduidelijk of intensieve activiteit, zoals rennen, voor minder dan 75 minuten per week ook voordelen heeft. Deze studie wilde bepalen of rennen in de vrije tijd is geassocieerd met een daling van het risico op sterfte door alle oorzaken of cardiovasculaire aandoeningen (CVD), en of er een dosisresponsrelatie bestaat tussen rennen en mortaliteit. Gegevens van meer dan 52.000 individuen in de Aerobics Center Longitudinal Studycohort werden gebruikt.
 

Belangrijkste resultaten

  • Renners hadden een 30% lager risico op sterfte door alle oorzaken en 45% minder CVD mortaliteitsrisico dan niet-renners, na correctie voor mogelijke confounders.
  • Wanneer population attributable fractions (PAFs) werden geschat, was niet rennen bijna even belangrijk als hypertensie; 16% van de sterfte door alle oorzaken en 25% van de CVD mortaliteit voor zijn rekening nemend.
  • Alle kwintielen lieten vergelijkbare mortaliteitsvoordelen zien ten opzichte van niet-renners, inclusief het laagste kwintiel van <51 minuten/week. Er werden geen significante verschillen gezien tussen HRs voor sterfte door alle oorzaken en CVD mortaliteit tussen alle kwintielen.
  • Ren-kwintielen op basis van andere renkarakteristieken zoals wekelijkse afstand, frequentie, hoeveelheid (MET-minuten) en snelheid, lieten vergelijkbare lagere risico’s op mortaliteit (inclusief in het laagste kwintiel) zien dan niet-renners.
  • Volhardende renners die gemiddeld 5.9 jaar renden lieten het meeste voordeel zien, met 29% en 50% lagere sterfte door respectievelijk alle oorzaken en CVD, ten opzichte van individuen die stopten of startten met rennen tijdens de follow-up.

Conclusie

Renners hadden consequent een lager risico op sterfte door alle oorzaken en CVD mortaliteit, ten opzichte van niet-renners, zelfs bij een lage hoeveelheid of snelheid, onder de aanbevelingen in richtlijnen. Deze bevinding motiveert mogelijk mensen om te starten met rennen. Intensieve activiteit zoals rennen kan een tijdsefficiënte mogelijkheid bieden, met vergelijkbare sterftevoordelen al bij 5-10 min/dag, voor mensen met een zittende leefstijl die 15-20 min/dag matig intensieve activiteit te tijdrovend vinden.
 
Vind dit artikel van Lee et al. online

 
Life-Threatening Events During Endurance Sports
Is Heat Stroke More Prevalent Than Arrhythmic Death?


Yankelson L, Sadeh B, Gershovitz L, et al.,
J Am Coll Cardiol. 2014;64(5):463-469. doi:10.1016/j.jacc.2014.05.025
 

Achtergrond

Gewlijktijdig werd in  J Am Coll Cardiol aandacht besteed aan de observatie dat langeafstandrennen gepaard gaat met een verhoogd risico op plotselinge dood [3]. Twee belangrijke oorzaken van plotselinge dood tijden duurraces zoals de halve en hele marathon zijn aritmische dood en zonnesteek (in de context van sport gedefinieerd als kernlichaamstemperatuur van 40.0 tot 40.5°C geassocieerd met multiorgaanstoornis, met cerebrale dysfunctie als essentieel symptoom voor de diagnose [4]).
Initiële symptomen van een zonnesteek kunnen over het hoofd gezien worden, waarna een snelle achteruitgang kan optreden, uitmondend in hartstilstand [5] en ventrikelfibrilleren [6]. De diagnose kan verder nog worden gemist als de kernlichaamstemperatuur niet onmiddellijk correct (rectaal) wordt gemeten. Mogelijk ontstaan dan verdenking op primaire hartstoornis.
Deze retrospectieve studie bekeek alle duurlopen die in Tel Aviv werden gehouden tussen maart 2007 en november 2012, en ook werd prospectief data verzameld van de 2013 races.
 

Belangrijkste resultaten

  • Van de 137580 renners, overleden twee atleten als gevolg van deelname aan de race, hetgeen een sportgerelateerde mortaliteit rate van bijna 1 op de 69.000 (95%CI: 0.4-5.3 per 100.000) oplevert.
  • Twee ziekenhuisopnames voor hartaandoeningen werden gedocumenteerd.
  • Gedurende dezelfde periode werden 21 gevallen van ernstige inspannings-zonnesteek geïdentificeerd, waarvan twee fataal waren en 12 levensbedreigend.
  • Nog 42 gevallen van hitte-uitputting die ziekenhuisopname, maar geen intensive care, behoefden, werden geïdentificeerd. 

Conclusie

Deze studie toont aan dat levensbedreigende events tijdens duurlopen gehouden in warme klimaten eerder worden veroorzaakt door een zonnesteek, dan door cardiale aritmieën. Gemiddeld genomen werden voor iedere ernstige hartaandoening, 10 ernstige en ten minste 5 levensbedreigende of fatale zonnesteek events gezien tijdens 14 duurraces die in Tel Aviv werden gehouden in de afgelopen 7 jaar.
Zonnesteek kan ook voorkomen in gebieden waar een doorgaans mild klimaat heerst, en blijft niet beperkt tot duurlopen. Aangezien de kerntemperatuur vaak niet direct (rectaal) wordt gemeten, worden goede diagnoses waarschijnlijk gemist, en worden events mogelijk foutief toegeschreven aan hartaandoenigen.

Vind het artikel van Yankelson et al. online
 

Referenties

1. Global Recommendations on Physical Activity for Health. World Health Organization. Available at:
http://www.who.int/dietphysicalactivity/factsheet_recommendations/en/. Accessed December 1, 2013.
2. Physical Activity Guidelines for Americans. U.S. Department of Health and Human Services. Available at: http://health.gov/paguidelines. Accessed December 1, 2013.
3. Kim JH, Malhotra R, Chiampas G, et al. Cardiac arrest during long-distance running races. N Engl J Med 2012;366:130–40.
4. Zeller L, Novack V, Barski L, et al. Exertional heatstroke: clinical characteristics, diagnostic and therapeutic considerations.Eur J InternMed2011;22:296–9.
5. Casa DJ, Armstrong LE, Ganio MS, et al. Exertional heat stroke in competitive athletes. Curr Sports Med Rep 2005;4:309–17.
6. Ryan JF, Tedeschi LG. Sudden unexplained death in a patient with a family history of malignant hyperthermia. J Clin Anesth 1997;9:66–8.
 

Deel deze pagina met collega's en vrienden: