Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Ernst hartfalen geassocieerd met risico op diabetes

Literatuur - Demant MN et al., Diabetologia. 2014 - Diabetologia. 2014 May 22

 

Association of heart failure severity with risk of diabetes: a Danish nationwide cohort study

 
Demant MN, Gislason GH, Køber L, et al.
Diabetologia. 2014 May 22. [Epub ahead of print]
 

Achtergrond

De Framingham Heart Study was de eerste die rapporteerde dat diabetes geassocieerd was met een verslechterde prognose bij patiënten met hartfalen (HF), bijna 35 jaar geleden [1]. Weinig verbetering is totnogtoe echter waargenomen in de prognose van HF in relatie tot diabetes, ondanks de beschikbaarheid van intensievere glucoseverlagende farmacotherapie.
Het is gehypothetiseerd dat diabetes een marker voor HF ernst kan zijn, in plaats van een causale risicofactor voor nadelige uitkomsten. Inderdaad is aangetoond dat chronische HF geassocieerd is met hyperinsulinamie en verhoogde insulineresistentie, op ernst-afhankelijke wijze [2-4]. Eerder was al aangetoond dat HF patiënten een hoger risico hebben op het ontwikkelen van diabetes na een myocardinfarct [5].
Deze nationale studie beoogde te onderzoeken of er een relatie bestaat tussen dosering van lisdiuretica, als proxy voor HF ernst, en risico op diabetes in patiënten die uit het ziekenhuis zijn ontslagen na een eerste opname voor HF, alsmede het prognostische effect van het ontwikkelen van diabetes in chronisch HF. Voor dit doel werden vier Deense nationale administratieve registers aan elkaar gekoppeld op individueel niveau (i.e. de Danish National Patient Registry, de Danish Registry of Medicinal Product Statistics, het Anatomical Therapeutical Chemical system en de National Population Register). 99.362 Deense burgers van 30 jaar en ouder die voor de eerste keer met HF werden opgenomen in het ziekenhuis tussen 1997 en 2010, en die na 90 dagen na ontslag (baseline) nog in leven waren, werden in deze studie geïncludeerd, met uitzondering van diegenen die al recepten voor hypoglycaemische middelen hadden opgehaald voor ziekenhuisopname voor HF.
 

Belangrijkste resultaten

  • 7958 patiënten (8%) ontwikkelden diabetes, na een mediane tijd tot het eerste ingeleverde recept voor een hypoglycaemisch middel van 1080 dagen (IQR: 475-2037).
  • Patiënten werden in 5 groepen ingedeeld met oplopende doseringen lisdiuretica bij baseline. Het aantal patiënten dat diabetes ontwikkelde nam toe met de dosering van lisdiuretica. Ruwe incidenties voor het ontwikkelen van diabetes waren 1.6 (95%CI: 1.5-1.7), 1.9 (95%CI: 1.5-2.0), 2.3 (95%CI: 2.2-2.4), 2.6 (95%CI: 2.5-2.8) and 3.0 (95%CI: 2.9-3.2) per 100 persoonsjaren in respectievelijk groep 1 tot en met 5. 
  • In gecorrigeerde Cox regressiemodellen, nam HR toe in iedere volgende lisdiuretica-doseringsgroep, in vergelijking met groep 1. HR in groep 5 was 2.09 (95%CI: 1.94-2.25).
  • In iedere groep, verminderde het gebruik van renine angiotensinesysteem-remmers (RASi) het risico op diabetes, bijvoorbeeld in groep 5 was HR zonder RASi 1.76 (95%CI: 1.61-19.2), terwijl HR met RASi 3.02 (95%CI: 2.66-3.43) was. Gebruik van bètablokkers gaf een vergelijkbaar lager risico op diabetes.
  • HRs waren ook iets lager bij patiënten met ischaemische hartziekte, dan voor patiënten zonder, in lisdiuretica-doseringsgroep 2 tot en met 5, vergeleken met groep 1.
  • 62.565 (63%) van de patiënten overleed tijdens de studieperiode. Het risico op sterfte was hoger in patiënten die diabetes ontwikkelden, dan in HF patiënten zonder diabetes (HR: 1.16, 95%CI: 1.12-1.19). Oplopende lisdiuretica-doseringsgroepen toonden een hoger risico op sterfte, tot HR: 1.45 (95%CI: 1.41-1.48) in groep 5, ten opzichte van groep 1.
Download Demant diabetologia 2014-CVGK.pptx

Conclusie

Deze nationale studie toont aan dat onder patiënten die worden opgenomen voor HF, een hogere dosering lisdiuretica 90 dagen na ontslag uit het ziekenhuis, gebruikt als proxy voor ernst van HF, is geassocieerd met een hoger risico op het ontwikkelen van diabetes. Deze associatie blijft daarom niet beperkt tot patiënten die een myocardinfarct hebben doorgemaakt, zoals eerder aangetoond.Patiënten die diabetes ontwikkelden hadden een hoger risico te overlijden dan HF patiënten die geen diabetes kregen. Mogelijk ontwikkelen de ziekste patiënten diabetes. Diabetes kan dus een marker zijn van HF ernst, maar tevens een causale risicofactor voor sterfte in HF cohorten.Deze studie benadrukt het belang van monitoring en behandeling van patiënten met HF om het ontwikkelen van diabetes te voorkomen.

Klik door naar dit artikel op Pubmed
 

Referenties

1. Kannel WB, McGee DL (1979) Diabetes and cardiovascular disease. The Framingham study. J Am Med Assoc 241:2035–2038
2. Swan JW, Anker SD, Walton C et al (1997) Insulin resistance in chronic heart failure: relation to severity and etiology of heart failure. J Am Coll Cardiol 30:527–532
3. AlZadjali MA, Godfrey V, Khan F et al (2009) Insulin resistance is highly prevalent and is associated with reduced exercise tolerance in nondiabetic patients with heart failure. J Am Coll Cardiol 53:747–753
4. Nikolaidis LA, Sturzu A, Stolarski C et al (2004) The development of myocardial insulin resistance in conscious dogs with advanced dilated cardiomyopathy. Cardiovasc Res 61:297–306
5. Andersson C, Norgaard ML, Hansen PR et al (2010) Heart failure severity, as determined by loop diuretic dosages, predicts the risk of developing diabetes after myocardial infarction: a nationwide cohort study. Eur J Heart Fail 12:1333–1338

Deel deze pagina met collega's en vrienden: