Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Invloed van hypertensie varieert met verschillende CV uitkomsten en leeftijd

Literatuur - Rapsomaniki E et al., Lancet. 2014 May 31 - Lancet. 2014 May 31;383(9932):1899-911

 
Blood pressure and incidence of twelve cardiovascular diseases: lifetime risks, healthy life-years lost, and age-specific associations in 1·25 million people

 
Rapsomaniki E, Timmis A, George J, et al.
Lancet. 2014 May 31;383(9932):1899-911
 

Achtergrond

Hoge bloeddruk (BP) is geïdentificeerd als de belangrijkste risicofactor voor de algehele ziektedruk in 2010 [1]. Veranderende aantallen mensen die met cardiovasculaire aandoeningen (CVD) leven of eraan sterven, en breder gebruik van preventieve middelen vragen om een hernieuwd begrip van de associaties tussen BP en niet-fatale en fatale CV ziekteuitkomsten, om preventiestrategieën en het ontwerp van nieuwe klinische studies te faciliteren.
Hoewel de Prospective Studies Collaboration meta-analyse belangrijke informatie verschafte op basis waarvan publieke gezondheidsinitiatieven zijn ontwikkeld [2], zijn er geen schattingen voorhanden voor de levenslange incidentie en het aantal verloren jaren geassocieerd met hypertensie, dat kan worden toegeschreven aan specifieke CV aandoeningen.
Deze studie beoogde dit te onderzoeken in een groot hedendaags cohort, op basis van gelinkte elektronische  gezondheidsdossiers, met een hoge prevalentie van gebruik van BP-verlagende middelen, en met BP-metingen als onderdeel van routinematig handelen in de kliniek. Gegevens van 1.258.006 personen van 30 jaar en ouder, zonder eerdere CVD diagnoses, die meededen aan het CALIBER (CArdiovascular research using LInked Bespoke studies and Electronic health Records) programma [3] werden geanalyseerd.
 

Belangrijkste resultaten

  • Heterogene associaties werden gezien van veranderingen in systolische of diastolische (SBP of DBP) met verschillende CV uikomsten. SBP was sterker geassocieerd met stabiele angina, subarachnoïde bloeding, of intracerebrale bloeding (HRs alle 1.41-1.44), dan met totaal CVD (HR: 1.26, 95%CI: 1.25-1.28).  Een zwakke associatie werd gezien voor SBP en abdominaal aorta-aneurysma (HR: 1.08, 95%CI: 1.00-1.17 per 20 mmHg).
  • DBP liet zwakkere associaties met stabiele angina, perifere arterieziekte (PAD) en myocardinfarct (MI) en totaal CVD zien. De sterkste associaties van DBP werd gezien met abdominaal aorta-aneurysma (HR: 1.45, 95%CI: 1.34-1.56) en gemiddelde arteriële druk (HR per 10 mm Hg: 1.61, 95%CI: 1.48-1.75).
  • De meeste associaties tussen SBP en klinische uitkomsten waren vergelijkbaar voor mannen en vrouwen, behalve dat MI een sterkere verband liet zien met vrouwen dan met mannen.
  • Correctie voor CVD risicofactoren had zeer weinig effect op de associaties tussen uitkomsten en BP. Verdere correctie voor BP-verlagende middelen zwakte de associaties tussen SBP en DBP en de eindpunten af met zo’n 20-30%, behalve voor beroerte-uitkomsten.
  • Er werd substantiële variatie gezien in de vorm van de associatie tussen SBP of DBP met verschillende uitkomsten, op verschillende leeftijden. Voor geen enkele uitkomst werd bewijs gevonden voor een J-vormige associatie.
  • Het levenslange risico op totaal CVD op 30-jarige leeftijd was 63.3% (95%CI: 62.9-63.8) in mensen met hypertensie en 46.1% (45.5-46.8) in diegenen zonder. Verschillende verhoogde risico’s werden gezien in mensen met hypertensie ten opzichte van diegenen met een gezonde BP, voor individuele CVD uitkomsten.
  • Het gemiddelde aantal CVD-vrije levensjaren geassocieerd met hypertensie was 5.0 (95%CI: 4.8-5.4) vanaf 30 jaar, 3.4 years (3.3-3.6) vanaf 60 en 1.6 (1.5-1.7) vanaf 80 jaar oud. Geïsoleerde systolische hypertensie nam een kwart van de verloren CVD-vrije levensjaren voor zijn rekening bij 30-59-jarigen en voor bijna de helft in oudere mensen, terwijl geïsoleerde diastolische hypertensie slechts respectievelijk 0.5% kon verklaren in diegenen van 30-59 jaar oud, en in een verwaarloosbaar deel van de ouderen.

Conclusie

Deze gegevens laten zien dat, ondanks moderne behandeling, een aanzienlijk levenslange ziektelast van hypertensie blijft bestaan. Er werd veel variatie gezien voor verschillende CV uitkomsten en leeftijden voor de associatie tussen bloeddruk en CV aandoeningen.
De resultaten onderstrepen ook de recente verschuiving van de focus in richtlijnen van DBP richten een groter belang voor SBP bij patiënten van 60 jaar en ouder. Op basis van deze bevinding kan men hypothetiseren dat bloeddruk via verschillende mechanismen verschillende aandoeningen beïnvloedt. Bovendien benadrukt deze studie dat bloeddrukverlagende therapieën momenteel ontoereikend zijn, zoals duidelijk wordt uit het verschil in de levenslange risicocurves van mensen met vs. zonder hypertensie.
 
Klik door naar dit artikel op Pubmed
 

Referenties

1 Lim SS, Vos T, Flaxman AD, et al. A comparative risk assessment of burden of disease and injury attributable to 67 risk factors and risk factor clusters in 21 regions, 1990–2010: a systematic analysis for the Global Burden of Disease Study 2010. Lancet 2012; 380: 2224–60.
2 Lewington S, Clarke R, Qizilbash N, Peto R, Collins R, and the Prospective Studies Collaboration. Age-specifi c relevance of usual blood pressure to vascular mortality: a meta-analysis of individual data for one million adults in 61 prospective studies. Lancet 2002; 360: 1903–13.
3. Denaxas SC, George J, Herrett E, et al. Data resource profile: cardiovascular disease research using linked bespoke studies and electronic health records (CALIBER). Int J Epidemiol 2012; 41: 1625–38.
 

Deel deze pagina met collega's en vrienden: