Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Sitagliptin goed verdragen in oudere patiënten met type 2 diabetes

Literatuur - Round EM et al. Drugs Aging. 2014 - Drugs Aging. 2014 Feb 8

 

Safety of Sitagliptin in Elderly Patients with Type 2 Diabetes: A Pooled Analysis of 25 Clinical Studies

 
Round EM, Engel SS, Golm GT, et al.
Drugs Aging. 2014 Feb 8. [Epub ahead of print]
 

Achtergrond

De prevalentie van type 2 diabetes (T2DM) stijgt met oplopende leeftijd, en het aantal oudere patiënten met T2DM neemt waarschijnlijk toe. Management van T2DM in ouderen is lastig gezien al bestaande en comorbide condities zoals een verstoorde nier- of cardiovasculaire functie en de aanwezigheid van geriatrische syndromen [1-4]. Bepaalde antihyperglycaemische behandelopties kunnen beperkt zijn in deze populatie door mogelijke bijwerkingen of contra-indicaties.
Metformin is geassocieerd met gastrointestinale bijwerkingen en gecontraïndiceerd in patiënten met nierfalen [5]. Sulfonylureas en insuline zijn geassocieerd met een verhoogd risico op hypoglycaemie. Dit is mogelijk erger in oudere patiënten die zich wellicht minder bewust zijn van hypoglycaemie [6]. Thiazolidinediones (TZDs) zijn geassocieerd met vloeistofretentie, perifeer oedeem en een hoger risico op congestief hartfalen [7]. Daarom zijn veilige en goed verdragen antihyperglycaemische behandelingen in oudere patiënten met T2DM gewenst.
Van de nieuwere behandelingen dipeptidyl peptidase-4 (DPP-4) remmers en glucagon-like peptide-1 receptor agonisten (GLP-1RA) is aangetoond in klinische trials dat ze goed worden verdragen, met een laag risico op hypoglycaemie [8]. Deze studie analyseerde gegevens van 25 dubbelblinde, gerandomiseerde klinische studies opnieuw, nu met een focus op de gegevens van patiënten ouder dan 65 jaar (n=2446), om de veiligheid en verdraagbaarheid van de DPP-4 remmer sitagliptine 100 mg/dag in ouderen te beoordelen.
 

Belangrijkste resultaten

  • De sitagliptine- en niet-blootgestelde groep waren grotendeels vergelijkbaar ten aanzien van samenvattende maten voor bijwerkingen, hoewel een hogere incidentie van sterfte en middelgerelateerde bijwerkingen werd gezien in de niet-blootgestelde groep (met name hypoglycaemie).
  • De meest voorkomende gerapporteerde bijwerkingen (>5 incidente events per 100 patiëntjaren in één van de groepen) waren hypoglycaemie, diarree, nasofaryngitis, bovenste luchtweginfectie en urineweginfectie, waarvan de meesten niet in verschillende mate werden gezien in de verschillende behandelgroepen.
  • De incidentie van hypoglycaemie was 7.0 per 100 patiëntjaren in de sitagliptinegroep en 14.3 in de controlegroep (verschil in frequentie: -7.6, 95%CI: -11.2 tot -4.3). Dit verschil was met name het resultaat van het gebruik van sulfonylurea als comparator: in een analyse die het confounding effect van deze middelen buiten beschouwing liet, waren de incidenties van hypoglycaemie 5.2 per 100 patiëntjaren na sitagliptine en 3.8 in de niet-blootgestelde groep (verschil in frequentie: 1.5, 95%CI: -1.3 to 4.4).
 

Conclusie

Deze gepoolde analyse van gegevens van oudere patiënten met T2DM uit 25 studies, toont aan dat behandeling met de DPP-4 remmer sitagliptine 100 mg/dag doorgaans goed wordt verdragen door deze patiënten. Hypoglycaemie werd minder vaak gezien in de sitagliptinegroep dan in de niet-blootgestelde groep. Dit verschil was met name het gevolg van een hogere incidentie van hypoglycaemie in patiënten in de comparatorgroep die sulfonylurea gebruikten. Wanneer patiënten op sulfonlyurea en insuline werden geëxcludeerd, was de incidentie van hypoglycaemie vergelijkbaar tussen de groepen.
 
Klik door naar dit artikel op Pubmed
 

Referenties

1. Brown AF, Mangione CM, Saliba D, Sarkisian CA. Guidelines for improving the care of the older person with diabetes mellitus. J Am Geriatr Soc. 2003;51(5 Suppl Guidelines):S265–80.
2. Chen LK, Chen YM, Lin MH, et al. Care of elderly patients with diabetes mellitus: a focus on frailty. Ageing Res Rev. 2010;9(Suppl 1):S18–22.
3. Kalyani RR, Saudek CD, Brancati FL, Selvin E. Association of diabetes, comorbidities, and A1C with functional disability in older adults: results from the National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES), 1999–2006. Diabetes Care. 2010;33(5):1055–60.
4. Soe K, Sacerdote A, Karam J, Bahtiyar G. Management of type 2  diabetes mellitus in the elderly. Maturitas. 2011;70(2):151–9.
5. Inzucchi SE. Oral antihyperglycemic therapy for type 2 diabetes: scientific review. JAMA. 2002;287(3):360–72.
6. Zammitt NN, Frier BM. Hypoglycemia in type 2 diabetes: pathophysiology, frequency, and effects of different treatment modalities. Diabetes Care. 2005;28(12):2948–61.
7. Yki-Jarvinen H. Thiazolidinediones. N Engl J Med. 2004;351(11): 1106–18.
 

Deel deze pagina met collega's en vrienden: