Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

CV voordeel van ivabradine behouden in HF patiënten met en zonder nierfalen

Literatuur - Voors et al., Eur J Heart Fail. 2014 - Eur J Heart Fail. 2014 Feb 7

 

The effect of heart rate reduction with ivabradine on renal function in patients with chronic heart failure: an analysis from SHIFT

 
Voors AA, van Veldhuisen DJ, Robertson M, on behalf of the SHIFT investigators
Eur J Heart Fail. 2014 Feb 7. doi: 10.1002/ejhf.59
 

Achtergrond

Nierfalen komt veel voor bij patiënten met hartfalen (HF), evenals verslechterde nierfunctie (WRF). WRF is geassocieerd met een verhoogd risico op nadelige uitkomsten [1-3].
SHIFT (Systolic Heart failure treatment with the If inhibitor ivabradine Trial) evalueerde het hartslagverlagende middle ivabradine, wanneer gegeven in aanvulling op in richtlijnen aanbevolen behandelingen, in patiënten in sinusritme met chronische systolische HF en hartslag >70 bpm. Ivabradine is een specifieke remmer van de If stroom in de sinoatriële knoop [4]. Toevoeging van ivabradine gaf een significante afname van het samengestelde eindpunt van ziekenhuisopname voor verslechtering van hartfalen en cardiovasculaire (CV) sterfte [5,6].
Deze resultaten suggereren een gunstig haemodynamisch effect van ivabradine, wat mogelijk beschermt tegen verslechtering van de nierfunctie. Deze analyse onderzocht de associatie tussen hartslag en nierfunctie, en het effect van ivabradine op nierfunctie en klinische uitkomst, in 6160 individuen die meededen aan de multi-center, gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde SHIFT studie.
 

Belangrijkste resultaten

  • Een stijging van 5 bpm in baseline hartslag was onafhankelijk geassocieerd met 5% toenames in het risico op WRF (HR: 1.05, 95%CI: 1.02-1.08, P=0.003). Andere onafhankelijke voorspellers van WRF waren toenemende leeftijd, relatief lage haemoglobineniveaus, geschiedenis van diabetes en perifere arterieziekte, gebruik van een  ARB, en niet-Caucasisch ras.
    WRF als tijdsafhankelijke covariaat bleek een sterke en onafhankelijke voorspeller van eht optreden van het primaire eindpunt van CV sterfte of ziekenhuisopname voor HF (HR: 1.38, 95%CI: 1.15-1.64, P<0.0010) en van sterfte door alle oorzaken (HR: 1.42, 95%CI: 1.16-1.72, P<0.001).
  • eGFR>60 mL/min/kg was geassocieerd met significant minder voorkomen van het primaire eindpunt, in vergelijking met eGFR<60 mL/min/kg (HR: 0.74, 95%CI: 0.66-0.83, P<0.001) en sterfte door alle oorzaken (HR: 0.81, 95%CI: 0.70-0.95, P=0.009).
  • Er werd na 24 maanden geen verschil gezien in nierfunctie tussen ivabradine- en placebobehandelde patiënten.
  • Groepen met eGFR boven en onder 60 mL/min/kg hadden vergelijkbare doseringen ivabradine gehad, hetgeen was geassocieerd met vergelijkbare placebogecorrigeerde veranderingen in hartslag op dag 28.
    Ivabradine was geassocieerd met een significante daling van het primaire composiet eindpunt in patiënten met nierfalen (HR: 0.82, 95%CI: 0.68-0.97, P=0.023) en in patiënten zonder renale dysfunctie (HR: 0.81, 95%CI: 0.71-0.91, P<0.001). Hospitalisatie voor WRF was evenzeer verminderd met ivabradine, in patiënten met en zonder nierfalen.
    Met ivabradine verminderde het risico op sterfte en verergering van hartfalen significant in patiënten zonder nierfalen (HR: 0.68, 95%CI: 0.47-0.98, P=0.04). Er werd geen interactie gezien tussen behandeleffect en nierfalen voor CV sterfte, HF sterfte en sterfte door alle oorzaken.


Conclusie

Nierfunctie was opvallend stabiel in klinisch stabiele patiënten met systolisch HF en in sinusritme, en met een hartslag >70 bpm. Een progressief stijgende hartslag voor behandeling is geassocieerd met verhoogd risico op verslechterde nierfunctie, maar het vertragen van de hartslag had een neutraal effect op nierfunctie tijdens 2 jaar follow-up in patiënten met chronisch HF.
Het gunstige effect van ivabradine op klinische cardiale uitkomsten was behouden in patiënten met of zonder nierfalen, zonder de nierfunctie te beïnvloeden.                
 
Klik door naar dit artikel op Pubmed

Webcast • ESC Amsterdam 2013

Nierfunctie in de SHIFT

ESC Journaal Prof. Adriaan Voors (UMC Groningen) presenteerde een analyse van het effect van ivabradine op de nierfunctie in SHIFT in Clinical Trial Update Hot Line I. 
 

Referenties

1. Damman K, Valente MA, Voors AA, et al. Renal impairment, worsening renal function, and outcome in patients with heart failure: an updated meta-analysis. Eur Heart J 2013.
2. Damman K, Navis G, Voors AA, et al.. Worsening renal function and prognosis in heart failure: systematic review and meta-analysis. J Card Fail 2007;13:599–608.
3. Smith GL, Lichtman JH, Bracken MB,et al. Renal impairment and outcomes in heart failure: systematic review and meta-analysis. J Am Coll Cardiol 2006;47:1987–1996.
4. DiFrancesco D. Funny channels in the control of cardiac rhythm and mode of action of selective blockers. Pharmacol Res 2006;53:399–406.
5. Swedberg K, Komajda M, Böhm M, et al. Rationale and design of a randomized, double-blind, placebo-controlled outcome trial of ivabradine in chronic heart failure: the Systolic Heart Failure Treatment with the I(f) Inhibitor Ivabradine Trial (SHIFT). Eur J Heart Fail 2010;12:75–81.
6. Swedberg K, Komajda M, Böhm M, et al. SHIFT Investigators. Ivabradine and outcomes in chronic heart failure (SHIFT): a randomised placebo-controlled study. Lancet 2010;376:875–885.

Deel deze pagina met collega's en vrienden: