Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Plaats en tijd van hartinfarct beïnvloeden de kans op overleving

Nieuws - 27 jan. 2014

 
Twee grote studies die deze week werden gepubliceerd maken duidelijk dat de locatie en het tijdstip waarop men een hartaanval krijgt, bepalend zijn voor de overlevingskans.
 
Een artikel in The Lancet [1] onderzocht hartaanvallen van bijna 120000 Zweedse patiënten en meer dan 390000 in het Verenigd Koninkrijk (VK). Sterfte na 30 dagen was 7.6% (95%CI: 7.4-7.7) in Zweden en 10.5% (95%CI: 10.4-10.6) in het VK.
Een groot verschil werd gezien tussen de beide landen in de mate van behandeling met percutane coronaire interventie (PCI): 59% in Zweden ten opzichte van 22% in het VK. Fibrinolyse daarentegen werd vaker in het VK gedaan (54% vs. 12%). De mediane tijd tussen begin van symptomen en ziekenhuisopname was vergelijkbaar in beide landen.
Sterfte in het ziekenhuis was hoger in het VK (8.8%, 95%CI: 8.7-8.9) dan in Zweden (5.8, 95%CI: 5.7-5.9). Patiënten die het hartaanval overleefden kregen in Zweden vaker duale antiplaatjestherapie of bètablokkers voorgeschreven bij ontslag uit het ziekenhuis, en minder vaak ACE-remmers of ARBs en statines, dan in het VK.
De onderzoekers vergeleken mortaliteit tussen beide landen, na correctie voor verschillen tussen de patiëntengroepen op basis van factoren die het sterfterisico beïnvloeden. De gestandaardiseerde mortaliteitsratio bleek 1.37 (95%CI: 1.30-1.45) voor VK ten opzichte van Zweden. Dit betekent dat er ongeveer 11236 meer doden waren in het VK dan in Zweden, in de studieperiode van 2004 tot 2010. De onderzoekers schatten dat de gestandaardiseerde mortaliteitsratio zou zijn verlaagd tot  1.31 (95%CI: 1.30-1.33) als het VK in vergelijkbare mate PCI en bètablokkers  zou gebruiken.
Deze verschillen lijken de snellere adoptie van nieuwe technieken en effectieve behandeling in richtlijnen in Zweden te weerspiegelen.
 
Het andere artikel, in het British Medical Journal [2] onderzocht de gevolgen van presentatie met acuut myocardinfarct buiten kantoortijd (’s avonds en in het weekend), middels een systematische meta-analyse. Gegevens van bijna 1.9 miljoen patiënten werden geïncludeerd.
Presentatie buiten kantoortijd was geassocieerd met een 6% hogere ziekenhuismortaliteit of sterfte na 30-dagen (OR: 1.06, 95%CI: 1.04-1.09). STEMI-diagnose gaf een hogere ziekenhuis- of 30-dagen-mortaliteit buiten kantoortijd (OR: 1.12, 95%CI: 1.03-1.22) dan overdag, dan nonSTEMI (OR: 0.96, 95%CI: 0.91-1.02). In Europa had opname buiten kantoortijden grotere gevolgen voor sterfte (OR: 1.08, 95%: 1.02-1.15) dan in Noord-Amerika (OR: 1.03, 95%CI: 1.01-1.04).
Patiënten die zich buiten kantoortijden aandienden hadden minder kans om binnen 90 minuten PCI te ondergaan dan patiënten die zich overdag meldden (OR: 0.40, 95%CI: 0.35-0.45). Deur-tot-ballon-tijd was 14.8 (95%CI: 10.7-19.0) minuten langer bij patiënten die zich buiten kantoortijd presenteerden.
De auteurs denken dat deze bevindingen te verklaren zijn door de beschikbaarheid van cardiologen en/of ondersteunend personeel voor hartcatheterisatie, op verschillende tijdstippen.
 

Referenties

1. Chung  SC, Gedeborg R, Nicholas O et al. Acute myocardial infarction: a comparison of short-term survival in national outcome registries in Sweden and the UK. The Lancet, Early Online Publication, 23 January 2014 doi:10.1016/S0140-6736(13)62070-X
2. Sorita A, Ahmed A, Starr SR et al. Off-hour presentation and outcomes in patients with acute myocardial infarction: systematic review and meta-analysis
BMJ 2014; 348 doi: http://dx.doi.org/10.1136/bmj.f7393 (Published 21 January 2014) Cite this as: BMJ 2014;348:f7393 

Deel deze pagina met collega's en vrienden: