Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Toevoeging van niacine aan statinebehandeling verlaagt het aantal CV events niet

Literatuur - Albers et al. JACC Oct 2013 - J Am Coll Cardiol. 2013 Oct 22;62(17):1575-9


Relationship of Apolipoproteins A-1 and B, and Lipoprotein(a) to Cardiovascular Outcomes: The AIM-HIGH Trial (Atherothrombosis Intervention in Metabolic Syndrome With Low HDL/High Triglyceride and Impact on Global Health Outcomes).

 
Albers JJ, Slee A, O'Brien KD et al.
J Am Coll Cardiol. 2013 Oct 22;62(17):1575-9. doi: 10.1016/j.jacc.2013.06.051.
 

Achtergrond

De AIM-HIGH Trial (Atherothrombosis Intervention in Metabolic Syndrome With Low HDL/High Triglyceride and Impact on Global Health Outcomes) evalueerde prospectief het effect van toevoeging van extended release niacin (ERN) aan simvastatinebehandeling, bij mensen met bestaande atherotrombotische cardiovasculaire (CV) aandoeningen. Toevoeging van ERN gaf geen extra daling van de incidentie van CV events [1].
Dit artikel beschrijft het effect van LDL-verlagende therapie (simvastatine met of zonder ezetimibe) plus ERN, in vergelijking tot LDL-verlagende therapie alleen, op Lp(a), apoA-1 en apoB, en de relatie van hun baseline niveaus en niveaus tijdens behandeling tot CV uitkomsten.
 

Belangrijkste resultaten

  • Na 1 jaar behandeling was de apoB/apoA-1-ratio verminderd met 19% en 7% in respectievelijk de ERN- en placebogroep. Lp(a) verminderde met 21% in de ERN groep en met 6% in de placebogroep, resulterend in een totaal least-square gemiddelde afname van Lp(a) van 19% als gevolg van Lp(a).
  • Baseline apoB en apoB/apoA-1 niveaus waren alleen geassocieerd met CV events in de placebogroep, maar de behandelinteractie was niet statistisch significant.
    Lp(a) liet de hoogste hazard ratios zien, welke vergelijkbaar waren in beide behandelgroepen.
  • Na 1 jaar was een toename van 1 SD van de apoB/apoA-1 rato geassocieerd met 21% meer risico op een primair event (P=0.031), terwijl deze ratio niet gerelateerd was aan CV event risico in de ERN groep.
    1 SD hogere log Lp(a) gaf een HR van 1.21 (P=0.017) in de placebogroep, en HR: 1.18 (P0.028) in de ERN groep.
  • Vergelijkbare event rates werden waargenomen in ieder kwartiel van baseline Lp(a) en in beide behandelgroepen, ondanks een grotere daling in Lp(a) bij diegenen die ERN kregen.
 

Conclusie

Deelnemers die gerandomiseerd werden naar ERN hadden gunstige veranderingen in apoA-1 niveaus, de apoB/apoA-1 ratio en Lp(a) niveaus. Baseline Lp(a) en Lp(a) tijdens behandeling voorspelden CV events in beide behandelgroepen. Desondanks werd er op basis van deze variabelen geen subgroep geïdentificeerd die profiteerde van ERN therapie. Zelfs individuen die ERN kregen die in het hoogste Lp(a) kwartiel zaten, hadden geen voordeel bij toevoeging van niacine aan statinegebaseerde therapie.
AIM-HIGH toonde aan dat Lp(a) bijdraagt aan het restrisico op CV events in patiënten die LDL-c volgens de doelstelling hebben bereikt met statines. Deze studie voegt daaraan de observatie toe dat gunstige veranderingen in apolipoproteïneniveaus en Lp(a) niveaus door ERN zich niet in een daling van het aantal CV events vertaalt.
 

References

1. The AIM-HIGH Investigators, Boden WE, Probstfield JL, Anderson T, et al. Niacin in patients with low HDL cholesterol levels receiving intensive Statin therapy. N Engl J Med 2011;365: 2255–67.

 
Find this article on Pubmed

Deel deze pagina met collega's en vrienden: