Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

On-treatment CRP niveaus verklaren mogelijk resterend CV risico ondanks potente statinetherapie

Literatuur - Puri R, Nissen SE, Libby P, et al. - Circulation. September 16, 2013


C-Reactive Protein, but not Low-Density Lipoprotein Cholesterol Levels, Associate with Coronary Atheroma Regression and Cardiovascular Events Following Maximally Intensive Statin Therapy
 

Puri R, Nissen SE, Libby P, et al.
Circulation. Originally published September 16, 2013. doi: 10.1161/CIRCULATIONAHA.113.004243
 

Achtergrond

Hoewel statine-gemedieerde cholesterolverlaging de klinische uitkomst verbetert, laten veel individuen ondakns behandeling nog atheromaprogressie en nieuwe CV events zien [1]. Relatieve risicoreducties die met de huidige beste medische therapieën behaald kunnen worden zijn maximal 30-40%. Er blijft du seen substantieel resterend CV risico over voor patienten die statines voorgeschreven krijgen als secundaire preventie [2]. Nieuwe doelwitten en therapeutische strategieën moeten worden ontdekt om dit restrisico effectief aan te pakken.
Diverse bevindingen wijzen in de richting van inflammatie als een factor die betrokken is bij de initiatie, progressie en instabiliteit van atherosclerotische plaques [3,4]. Met name C-reactieve proteïne (CRP) lijkt een relevante prognostische biomarker die consistent is met CV risico [5,6]. Er blijft echter discussie over of statine-geïnduceerde CRP-daling slechts een functie is van parallele dalingen in LDL-c, of dat CRP een ander pathway volgt.
SATURN (Study of Coronary Atheroma by Intravascular Ultrasound: Effect of Rosuvastatin Versus Atorvastatin) vergeleek het anti-atherosclerotische effect van twee potente statines op coronaire atherosclerose progressie, bij patiënten met angiografisch aantoonbare coronaire ziekte [7]. Behandeling met beide middelen was geassocieerd met regressie van coronaire atheroma, maar verandering van percentage atheromavolume (PAV) verschilde niet tussen de beide behandelingen, en ook verschilden de veligheids- of klinische event rates niet.
Dit is een post hoc analyse op de gepoolde data van beide behandelgroepen die het prognostische effect van veranderingen in CRP niveaus onderzocht op zowel coronaire atheromaprogressie en major adverse cardiovascular events (MACE) bij patiënten die 24 maanden maximaal intensieve statinebehandeling kregen.
 

Belangrijkste resultaten

  • In de algemene populatie, verminderde PAV met 1.23+0.09% (P<0.001). 67% van de patiënten liet regressie zien.
  • Baseline PAV verschilde niet tussen patiënten wiens CRP niveau toenam en degenen bij wie het niet veranderde vanaf baseline. Patiënten met toenemende CRP niveaus lieten minder PAV regressie zien in vergelijking met patiënten wiens CRP niveaus niet stegen (-0.91±0.15% vs. -1.42±0.11%, P=0.007).
  • Lumenvolume nam alleen toe bij patiënten zonder toenemende CRP niveaus (+2.30+1.17 mm3, P=0.05 vanaf baseline), niet wanneer CRP steeg (=1.00+1.53 mm3, P=0.52 vanaf baseline). Multivariable analyse toonde een onafhankelijke associatie aan tussen afwezigheid van een on-treatment stijging in CRP en PAV regressie (P=0.01).
  • Verandering in CRP correleerde zwak maar significant met veranderingen in LDL-c (r=0.07, P=0.02), non-HDL-c (r=0.1, P=0.001), triglyceriden (r=0.1, P=0.001) en ApoB niveaus (r=0.09, P=0.008).
  • Na correctie voor gebruik van ACE-remmers, diabetes mellitus en baseline CRP, associeerde verandering van CRP niet met MACE (HR: 1.20, 95%CI: 0.94-1.52, P=0.14), terwijl on-treatment CRP niveaus wel significant en onafhankelijk geassocieerd waren met MACE (HR: 1.29, 95%CI: 1.05-1.58, P=0.01).
  • Kaplan-Meier survival analyse op basis van kwartielen van on-treatment CRP niveaus liet een trapsgewijze relatie zien tussen toenemende on-treatment CRP niveaus en MACE. De 2-jaars cumulatieve incidentie van MACE in het hoogste kwartiel was 9.5%, ten opzichte van 7.6%, 6.6% en 5.9% in de lagere respectievelijke kwartielen.
 

Conclusie

In deze populatie van patiënten van wie het merendeel LDL-c <70mg/dL behaalde, liet 37% toenemende on-treatment CRP niveaus zien, ondanks potente statinebehandeling. Deze patiënten lieten minder atheromaregressie zien dan degenen met dalende CRP niveaus. Afnemende CRP niveaus bleken onafhankelijk geassocieerd met coronaire atheromaregressie.
Hoewel de absolute verandering in CRP geen prognostische waarde had, was on-treatment CRP wel onafhankelijk geassocieerd met MACE. Bovendien werd een trapsgewijze relatie gezien tussen on-treatment CRP niveaus en de tijd tot de eerste MACE.
Samen onderstrepen deze bevindingen het mogelijke belang van on-treatment CRP niveaus, dus systemische inflammatie, als bijdrage aan het resterende CV risico in individuen met coronairlijden die volgens de huidige lipideverlagende richtlijnen worden behandeld.
 

Referenties

1. Bayturan O, Kapadia S, Nicholls SJ, Tuzcu EM, Shao M, Uno K, Shreevatsa A, Lavoie AJ, Wolski K, Schoenhagen P, Nissen SE. Clinical predictors of plaque progression despite very low levels of low-density lipoprotein  cholesterol. J Am Coll Cardiol. 2010;55:2736-2742.
2. Libby P. The forgotten majority: Unfinished business in cardiovascular risk reduction. J Am Coll Cardiol. 2005;46:1225-1228.
3. Ross R. Atherosclerosis--an inflammatory disease. N Engl J Med. 1999;340:115-126.
4. Libby P. Inflammation in atherosclerosis. Arterioscler Thromb Vasc Biol. 2012;32:2045-2051.
5. Liuzzo G, Biasucci LM, Gallimore JR, Grillo RL, Rebuzzi AG, Pepys MB, Maseri A. The prognostic value of c-reactive protein and serum amyloid a protein in severe unstable angina. N Engl J Med. 1994;331:417-424.
6. Ridker PM, Cushman M, Stampfer MJ, Tracy RP, Hennekens CH. Inflammation, aspirin, and the risk of cardiovascular disease in apparently healthy men. N Engl J Med. 1997;336:973-979.
7. Nicholls SJ, Ballantyne CM, Barter PJ, Chapman MJ, Erbel RM, Libby P, Raichlen JS, Uno K, Borgman M, Wolski K, Nissen SE. Effect of two intensive statin regimens on progression of coronary disease. N Engl J Med. 2011;365:2078-2087.
 

Klik door naar dit artikel op Pubmed

Deel deze pagina met collega's en vrienden: