Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Toevoegen van niacine aan intensieve LDL-c-verlagende therapie vermindert CV events niet

Literatuur - Guyton JR, Slee AE, Anderson T et al. - J Am Coll Cardiol. 2013 Jul 20


Relationship of Lipoproteins to Cardiovascular Events in the Atherothrombosis Intervention in Metabolic Syndrome with Low HDL/High Triglycerides and Impact on Global Health Outcomes (AIM-HIGH) Trial.

 
Guyton JR, Slee AE, Anderson T et al.
J Am Coll Cardiol. 2013 Jul 20. doi:pii: S0735-1097(13)02835-0. 10.1016/j.jacc.2013.07.023
 

Background

Het toevoegen van extended release (ER) niacine aan intensieve LDL-c-verlagende therapie verminderde het aantal atherotrombotische events niet in de Atherothrombosis Intervention in Metabolic Syndrome with Low HDL/High Triglycerides and Impact on Global Health Outcomes (AIM-HIGH) trial [1]. Op vergelijkbare wijze liet de Heart Protection Study 2, Treatment of HDL to Reduce the Incidence of Vascular Events (HPS2-THRIVE) trial geen voordeel zien van toevoeging van ER niacine/laropiprant aan statinebehandeling [2,3]. Echter, een aantal andere studies liet wel gunstige effecten zien van niacine monotherapie [4] of combinatietherapie [5-9].
Niacine heeft zowel lipoproteïne-effecten, waarschijnlijk gemedieerd door de lever, en niet-lipoproteïne effecten, gemedieerd door een G-eiwit gekoppelde receptor op adipocyten, macrofagen, en huid-dendritische cellen, of door een direct effect op endotheelcellen. Deze studie analyseerde de interactie tussen plasma lipoproteïnen, niacinebehandeling en atherotrombotische events in AIM-HIGH. Patiënten die meededen aan AIM-HIGH waren bekend met stabiele atherotrombotische ziekte met HDL-c<40 mg/dL voor mannen, <50 mg/dL voor vrouwen, hoge triglyceridenniveau (TG)(150-400 mg/dL) en LDL-c<180 mg/dL (gecorrigeerd voor LDL-verlagende behandeling)[1].
 

Belangrijkste resultaten

  • De toegewezen behandeling had geen significante invloed op de frequentie van een eerste ernstig CV event, in geen van de tertielen op basis van baseline lipoproteïnes. Slechts voor de 522 patiënten (15.3%) die baseline TG in het hoogste tertiel (>198 mg/dL) hadden en tegelijk HDL-c in het laagste tertiel (<33 mg/dL) was een trend te zien richting een verlaagd CV risico voor de ER niacinegroep (HR: 0.74, P=0.073).
  • Baseline en in-trial HDL-c niveaus waren niet significant geassocieerd met CV events.
  • In-trial LDL-c, non-HDL-c en TG/HDL-c waren alleen significante voorspellers van events in de controlegroep. In-trial LDL-c (HR: 1.39), en non-HDL-c (HR: 1.31) waren geassocieerd met CV events in de controlegroep, maar niet in de ER niacinegroep (HR: 1.01 en 0.98).
  • De algemene voorspellende waarde van in-trial lipoproteïnevariabelen bleek te verschillen tussen de behandelgroepen. Dit suggereert dat het gebruik van ER niacine bij patiënten die worden behandeld met intensieve LDL-c verlagende therapie het effect van lipoproteïnes op CV events verzwakt.
 

Conclusie

Het toevoegen van ER niacine aan intensieve LDL-c-verlagende therapie gaf geen verlaging van CV events, ondanks een 15% hoger HDL-c niveau. Dit bevestigt eerdere observarties dat HDL-c niveaus geen correlatie hebben met events.
Alleen in de controlegroep bleken in-trial lipoproteïnevariabelen atherotrombotische events te voorspellen. Dit zou kunnen betekenen dat niacine een verandering in lipoproteïnes bewerkstelligt die ze minder atherogeen maakt, of dat niacine een effect heeft op CV events dat niet afhankelijk is van lipoproteïnes, of beiden. De auteurs achten de tweede hypothese het meest waarschijnlijk.
 

Referenties

1. Aim-High Investigators. Niacin in patients with low HDL cholesterol levels receiving intensive statin therapy. New Engl J Med 2011;365:2255-67.
2. Haynes R, Jang L, Hopewell JC et al. HPS2-THRIVE randomized placebo-controlled trial in 25 673 high-risk patients of ER niacin/laropiprant: trial design, pre-specified muscle and liver outcomes, and reasons for stopping study treatment. Eur Heart J 2103;34:1279-91.
3. Armitage J. HPS2-THRIVE: Randomized placebo-controlled trial of ER niacin and laropiprant in 25,673 patients with pre-existing cardiovascular disease. American College of Cardiology Annual Scientific Sessions. San Francisco, 2013.
4. Coronary Drug Project Research Group. Clofibrate and niacin in coronary heart disease. J Am Med Assoc 1975;231:360-381.
5. Lee JM, Robson MD, Yu LM et al. Effects of high-dose modified-release nicotinic acid on atherosclerosis and vascular function: a randomized, placebo-controlled, magnetic resonance imaging study. J Am Coll Cardiol 2009;54:1787-94.
6. Taylor AJ, Villines TC, Stanek EJ et al. Extended-release niacin or ezetimibe and carotid intima-media thickness. New Engl J Med 2009;361:2113-2122.
7. Carlson LA, Rosenhamer G. Reduction of mortality in the Stockholm Ischaemic Heart Disease Secondary Prevention Study by combined treatment with clofibrate and nicotinic acid. Acta Med Scand 1988;223:405-418.
8. Brown BG, Zhao XQ, Chait A et al. Simvastatin and niacin, antioxidant vitamins, or the combination for the prevention of coronary disease. New Engl J Med 2001;345:1583-1592.
9. Whitney EJ, Krasuski RA, Personius BE et al. A randomized trial of a strategy for increasing high-density lipoprotein cholesterol levels: effects on progression of coronary heart disease and clinical events. Ann Intern Med 2005;142:95-104.
 

Klik door naar dit artikel op Pubmed

Deel deze pagina met collega's en vrienden: