Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Prognostisch voordeel bij ACS door een kwantificatie-algoritme van plaques

Literatuur - Versteylen MO, Kietselaer BL, Dagnelie PC - J Am Coll Cardiol. 2013 Jun 4


Additive value of semiautomated quantification of coronary artery disease using cardiac computed tomographic angiography to predict future acute coronary syndrome.

 
Versteylen MO, Kietselaer BL, Dagnelie PC
J Am Coll Cardiol. 2013 Jun 4;61(22):2296-305. doi: 10.1016/j.jacc.2013.02.065
 

Achtergrond

Effectief gebruik van beeldvorming in de diagnostiek kan nuttig zijn voor verbeterde cardiovasculaire risico-inschatting in individuen. Coronary computed tomographic angiography (CCTA)wordt veel ingezet in de klinische praktijk en kan gebruikt worden om cornaire arterieziekte (CAD) uit te sluiten. Ook de voorspellende waarde van CCTA lijkt veelbelovend, met name wanneer maximale ernst van luminale stenose wordt gebruikt als prognostische parameter [1,2]. CCTA kan bovendien morfologische en geometrische eigenschappen van atherosclerotische plaques identificeren [3]. Positieve plaque remodeling en de aanwezigheid van low-attenuation plaque core worden gezien als risicofactoren voor het optreden van ACS [4,5]. Deze eigenschappen worden echter niet vaak gerapporteerd. Gestandaardiseerde meting een een semi-geautomatiseerde benadering ontbreekt momenteel.
Hoewel er gevalideerde methoden om coronaire plaquemorfologie te kwantificeren bestaan, zijn er geen klinische gegevens over tussenliggende waarden van plaquekwantificatie ten opzichte van conventionele meting van CAD met behulp van CCTA. Deze studie beoogde de toegevoegde voorspellende waarde te onderzoeken van gebruik van een semi-geautomatiseerd kwantificatie-algoritme, ten opzichte van conventionele CCTA meting (bestaande uit calciumscore, luminale stenose, mate van CAD en morfologie-inschatting). 1650 patiénten met stabiele pijn op de borst werden gevolgd voor gemiddel 26+10 maanden voor het ontstaan van ACS, hetgeen gebeurde in 29 patiënten.
 

Belangrijkste resultaten

  • Conventionele CT-parameters lieten geen voorspellende waarde voor ACS zien. De semi-geautomatiseerde kwantitatieve parameters totaal plaquevolume, totaal aantal plaques en totaal niet-gecalcificeerd volume waren echter allemaal hoger (P<0.02 voor allen) in de ACS-groep ten opzichte van willekeurig geselecteerde controles. Patiënten die een ACS doormaakten hadden een significant hoger maximaal plaquevolume, maximale plaque-druk, maximale plaque-oppervlakte, maximaal percentage niet-gecalcificeerde plaque, minimale plaque-attenuation en maximale remodelling (P<0.01 voor allen).
  • Na transformatie van alle karakteristieken in dichotome variabelen, werden totaalscores berekend voor de conventionele CT parameters en voor de 5 semi-geautomatiseerde kwantitatieve CT parameters met de beste nauwkeurigheid. Wanneer het kwantificatiemodel werd vergeleken met het conventionele model, werd 24% van de groep met ACS heringedeeld in een hogere risicogroep, en 3% van de niet-eventgroep werd heringedeeld in de laag-risicogroep.  
  • Vier verschillende tussenliggende risico-inschattingsmodellen werden beoordeeld op hun toegevoegde waarde. Terwijl de area under curve (AUC) voor de Framingham risicoscore (FRS) alleen 0.59 (95%CI: 0.45-0.73) was, steeg deze naar 0.67 (95%CI: 0.54-0.79) wanneer de calciumscore werd toegevoegd aan de FRS. Een model dat FRS en de conventionele CT parameters combineerde, liet een AUC van 0.64 (95%CI: 0.52-0.76) zien. Toevoeging van de semi-geautomatiseerde kwantitatieve parameters aan deze method verbeterde de AUC significant tot 0.79 (95%CI: 0.69-0.90, P=0.047).
 

Conclusie

Semi-geautomatiseerde kwantitatieve plaquekarakteristieken bieden toegevoegde prognostische waarde ten opzichte van zowel klinische risico-inschatting en conventionele CT meting. Het implementeren van zulke semi-geautomatiseerde plaque kwantificatie-algoritmen in de klinische praktijk kan de ACS risicostratificatie verbeteren in patiënten met stabiele pijn op de borst die CCTA ondergaan.
 

Referenties

1. Hadamitzky M, Freissmuth B, Meyer T, et al. Prognostic value of coronary computed tomographic angiography for prediction of cardiac events in patients with suspected coronary artery disease. J Am Coll
Cardiol Img 2009;2:404–11.
2. Min JK, Dunning A, Lin FY, et al. Age- and sex-related differences in all-cause mortality risk based on coronary computed tomography angiography findings results from the international multicenter CONFIRM (Coronary CT Angiography Evaluation for Clinical Outcomes: An International Multicenter Registry) of 23,854 patients
without known coronary artery disease. J Am Coll Cardiol 2011;58: 849–60.
3. Pundziute G, Schuijf JD, Jukema JW, et al. Head-to-head comparison of coronary plaque evaluation between multislice computed tomography and intravascular ultrasound radiofrequency data analysis. J Am Coll Cardiol Intv 2008;1:176–82.
4. Motoyama S, Kondo T, Sarai M, et al. Multislice computed tomographic characteristics of coronary lesions in acute coronary syndromes. J Am Coll Cardiol 2007;50:319–26.
5. Motoyama S, Sarai M, Harigaya H, et al. Computed tomographic angiography characteristics of atherosclerotic plaques subsequently resulting in acute coronary syndrome. J Am Coll Cardiol 2009;54: 49–57.
 

Klik door naar dit artikel op Pubmed


Webcast • Utrecht, 4 juli 2013

CT-scan: timmermansoog misschien niet goed genoeg

Een CT-onderzoek bij een verhoogd CV risico wordt met een 'timmermansoog' beoordeeld. Prof. Leonard Hofstra (MUMC) betoogt dat nieuwe software mogelijk betere resultaten geeft.
 

Deel deze pagina met collega's en vrienden: