Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Meerderheid van hartfalenpatiënten prefereert kwaliteit van leven boven een lang leven

Literatuur - Kraai IH, Vermeulen KM, Luttik ML et al. - Eur J Heart Fail. 2013 May 5


Preferences of heart failure patients in daily clinical practice: quality of life or longevity?


Kraai IH, Vermeulen KM, Luttik ML et al.
Eur J Heart Fail. 2013 May 5.
 

Achtergrond

Slechts enkele studies onderzochten de voorkeuren van patiënten binnen de cardiologie. Hoewel cardiovasculaire studies primair worden opgezet om eindpunten als mortaliteit en hernieuwde ziekenhuisopname te meten, is de behandeling van hartfalen (HF) bedoeld om symptomen te verlichten en de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven (health-related quality of life, HR-QoL) te verbeteren.
HR-QoL is verminderd in HF patiënten in vergelijking tot een normatieve populatie in de gemeenschap [1], of tot patiënten die lijden aan andere chronische ziekten [2]. Bovendien voorspelt verminderde HR-QoL een nadelige prognose in patiënten met chronisch HF [3].
Het is niet goed bekend welke factoren bijdragen aan de voorkeuren van HF patiënten ten aanzien van QoL en lang leven. The utility-methode is een patiëntgeoriënteerde benadering om de voorkeuren van een patiënt vast te stellen. De utility-methode combineert mortaliteit, morbiditeit en behandelstrategie in een enkele score. Voorkeuren ten aanzien van QoL of lang leven van ambulante patiënten werden ingeschat met behulp van de TTO-benadering [4], welke patiënten de keuze biedt tussen twee alternatieven, namelijk 1) huidige gezondheidsstatus voor tijd t, of 2) perfecte gezondheid voor tijd x<t. In een gesprek wordt x gevarieerd totdat de patiënt geen voorkeur heeft voor een van de twee alternatieven. Een score voor utility wordt gegeven op basis van de mate waarin een uitkomst preferabel is. 100 HF patiënten met een gemiddelde leeftijd van 70 werden in het UMC Groningen geïncludeerd.
 

Belangrijkste resultaten

  • 61% van de patiënten was bereid om tijd in te leveren voor QoL, met een grote variatie in de hoeveelheid in te wisselen tijd. 9% en 14% van de patiënten waren bereid 6 of 12 maanden respectievelijk in te leveren voor een perfecte gezondheid  en gaven daarom de voorkeur aan QoL. 23% wilde ten minste 2.5 jaar inruilen voor een perfecte gezondheid.
  • Patiënten die bereid waren tijd in te leveren hadden significant hogere NT-proBNP-niveaus levels (1540 vs. 923 µg/L, P=0.042) en rapporteerden meer dyspneu tijdens inspanning (64% vs 44%, P=0.0046).
  • Patiënten met een lage utility score lieten vaker symptomen zoals dyspneu tijdens rust of inspanning zien, en vermoeidheid, in vergelijking tot patiënten met een hogere utility score. Patiënten met een lage utility score hadden ook een lagere ziektegerelateerde HR-QoL en een lagere algemene HR-QoL.
  • Levensverwachting zoals ingeschat door de patiënten verschilde niet tussen diegenen die bereid waren tijd in te leveren en diegenen die daar niet toe bereid waren, noch tussen de groepen met verschillende utility scores.
 

Conclusie

Dit is de eerste Europese studie die voorkeuren van patiënten onderzoekt in de dagelijkse klinische praktijk. Een meerderheid van patiënten (61%) gaf aan kwaliteit van leven belangrijker te vinden dan lang leven. Dit bevestigt de idee dat HF patiënten bereid zijn tijd in te leveren voor een verbetering van hun gezondheidsstatus. Hoewel bepaalde klinische symptomen geassocieerd waren met een hogere bereidheid om tijd in te leveren, kan niet worden aangenomen dat patiënten met meerdere symptomen altijd QoL prefereren boven langer leven. Er kan dus geen specifiek profiel worden gegeven dat patiënten identificeert die tijd willen inleveren.
Om optimale zorg te kunnen verlenen aan HF patiënten, is het belangrijk te weten wat de voorkeuren van de patiënt zijn ten aanzien van QoL of langer leven. Voorkeuren kunnen in de loop der tijd veranderen, dus een gepaste en regelmatige inschatting van deze kwestie is geboden.
 

References

1. Lesman-Leegte I, Jaarsma T, Coyne JC, et al. Quality of life and depressive symptoms in the elderly: a comparison between patients with heart failure and age- and gender-matched community controls.
J Card Fail 2009;15:17–23.
2. Juenger J, Schellberg D, Kraemer S, et al. Health related quality of life in patients with congestive heart failure: comparison with other chronic diseases and relation to functional variables. Heart 2002;
87:235–241.
3. Mommersteeg PM, Denollet J, Spertus JA, Pedersen SS. Health status as a risk factor in cardiovascular disease: a systematic review of current evidence. Am Heart J 2009; 157:208–218.
4. Torrance GW. Utility approach to measuring health-related quality of life. J Chronic Dis 1987;40:593–603.
 

Klik door naar dit artikel op Pubmed

Deel deze pagina met collega's en vrienden: