Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Wandelen en hardlopen vergelijkbaar risicoverlagend effect op hart- en vaatziekten

Literatuur - Williams PT, Thompson PD. - Arterioscler Thromb Vasc Biol. 2013


Walking versus running for hypertension, cholesterol, and diabetes mellitus risk reduction.


Williams PT, Thompson PD.
Arterioscler Thromb Vasc Biol. 2013 May;33(5):1085-91. doi: 10.1161/ATVBAHA.112.300878.
 

Achtergrond

Richtlijnen ten aanzien van lichamelijke inspanning gaan ervan uit dat activiteiten van verschillende intensiteiten gecombineerd kunnen worden om de minimaal aanbevolen hoeveelheid te bereiken. Matige inspanning betreft activiteiten die 3-6 keer de hoeveelheid energie spenderen van zitten in rust (3-6 metabolische equivalenten (METs). Wandelen is doorgaans een matige inspanning, en wordt door sommige gezondheidsinstituten specifiek aanbevolen [1-4]. Het is echter onbekend of equivalente hoeveelheden van matige of zware (>6 METs) inspanning dezelfde gezondheidsvoordelen opleveren [5].
Deze analyse beoogde daarom te bepalen of equivalent energieverbruik door matige of zware inspanning dezelfde risicoreductie oplevert voor hart- en vaatziekten (HVZ). Associaties werden onderzocht van nieuw ontstane hypertensie, hypercholesterolemie en type 2 diabetes mellitus met gerapporteerde inspanning in de National Runner’s Health Study II en de National Walker’s Health Study [6-8].In deze studies wordt energieverbruik geschat op grond van wekelijks hardgelopen of gewandelde afstand, in plaats van tijd gespendeerd aan lichamelijke inspanning zoals in veel andere studies.
 

Belangrijkste resultaten

  • Hardlopers spendeerden meer dan twee keer zoveel energie aan hardlopen als de wandelaars aan wandelen. Het merendeel van de overige gerapporteerde inspanningen was zware inspanning, zowel voor hardlopers als wandelaars.
  • Equivalente energie gespendeerd tijdens hardlopen of wandelen was geassocieerd met vergelijkbare reducties van het risico op hypertensie (hardlopers: HR: 0.958, 95%CI: 0.944-0.973, P<0.0001, wandelaars: HR: 0.928, 95%CI: 0.899-0.957, P<0.0001), hypercholesterolemie (hardlopers: HR: 0.957, 95%CI: 0.946-0.968, P<10-14, wandelaars: HR: 0.930, 95%CI: 0.908-0.953, P<0.0001) en diabetes mellitus (hardlopers: HR: 0.9798, 95%CI: 0.832-0.929, P<0.0001, wandelaars: HR: 0.877, 95%CI: 0.824-0.934, P<0.0001).
    Meer hardgelopen of gewandelde MET uren per dag (METh/d) waren geassocieerd met significant lagere risico’s voor alle drie de HVZ risicofactoren.
  • Hogere loopsnelheid, bij zowel hardlopen (HR: 0.609, 95%CI: 0.553-0.67, P<10-15) als wandelen (HR: 0.758, 95%CI: 0.639-0.899, P=0.002), was geassocieerd met lagere risico’s op hypertensie, als ook hypercholesterolemie (hardlopers: HR: 0.667; 95% CI, 0.619–0.720; P<10−15; wandelaars: HR: 0.823; 95% CI, 0.720–0.942; P=0.005), en diabetes mellitus (hardlopers: HR: 0.433; 95% CI, 0.334–0.574; P<10−7; wandelaars: HR: 0.427; 95% CI, 0.331–0.573; P<10−9). Deze effecten waren grotendeels onafhankelijk van de hoeveelheid inspanning, maar konden grotendeels verklaard worden door BMI.
  • Er was beperkte statistische power om afname van het HVZ risico te testen, aangezien er een laag aantal incidenten was, maar hardlopers lieten een 52% lager HVZ-risico zien dan wandelaars (P<10-5),  hetgeen verminderde tot 43% risicoreductie na correctie voor BMI (P=0.002). Hardgelopen METh/d (HR: 0.955, 95%CI: 0.912-1.000, P=0.05) en gewandelde  METh/d (HR: 0.907, 95%CI: 0.839-0.981, P=0.01)  waren allebei geassocieerd met lager risico op HVZ, en verschilden niet significant van elkaar.
 

Conclusie

Deze data suggereren dat equivalente hoeveelheden hardlopen (een zware inspanning) en wandelen (matige inspanning) geassocieerd zijn met grotendeels gelijkwaardige risicoreducties op nieuw te ontstane hypertensie, hypercholesterolemie en diabetes mellitus. Het risico wordt verder verlaagd wanneer de hoeveelheid inspanning meer is dan 1.1-1.8 METh/d, ongeacht het soort inspanning.
Hardlopers hadden gemiddeld een twee keer zo hoge inspanningshoeveelheid. Er wordt gesuggereerd dat de hogere ingeschatte calorieverbranding (per tijdseenheid) die hiermee gepaard gaat verantwoordelijk kan zijn voor het verminderen van risicofactoren voor HVZ en mogelijk ook HVZ-aandoeningen. Dit verklaart mogelijk waarom sommige studies die inspanning meten in tijdseenheden suggereren dat zware inspanning gunstiger is; er kunnen meer calorieën per minuut worden verbruikt bij zware inspanning dan bij matige inspanning. Daarom demonstreren en beweren de auteurs dat geleverde inspanning beter berekend kan worden op grond van afgelegde afstand in plaats van tijd.
 
Download CVGK-Williams 2013. ATVB.pptx

Referenties

1. Pate RR, Pratt M, Blair SN, et al. Physical activity and public health. A recommendation from the Centers for Disease Control and Prevention and the American College of Sports Medicine. JAMA. 1995;273:402–407.
2. Haskell WL, Lee IM, Pate RR, et al. Physical activity and public health: updated recommendation for adults from the American College of Sports Medicine and the American Heart Association. Med Sci Sports Exerc. 2007;39:1423–1434.
3. US Department of Health and Human Services. 2008 Physical activity guidelines for Americans. Washington (DC):ODPHP Publication No. U0036. 2008;61 [cited 2010 Oct 10]. 61 p. http://www.health.gov/paguidelines/
pdf/paguide.pdf. Accessed October 10, 2010.
4. World Health Organization. Global Strategy on Diet, Physical Activity, and Health. 2006. http://www.who.int/dietphysicalactivity/en/index.html. Accessed Jan 19, 2012.
5. Swain DP, Franklin BA. Comparison of cardioprotective benefits of vigorous versus moderate intensity aerobic exercise. Am J Cardiol. 2006;97:141–147.
6. Williams PT. Walking and running are associated with similar reductions in cataract risk. Med Sci Sports Exerc. December 27, 2012. DOI:
7.1249/MSS.0b013e31828121d0. http://journals.lww.com/acsm-msse/
Abstract/publishahead/Walking_and_Running_Are_Associated_with_Similar.98471.aspx. Accessed April 1, 2013.
8. Williams PT. Greater weight loss from running than walking during 6.2-yr prospective follow-up. Med Sci Sports Exerc. 2013;45:706–713.
9. Williams PT. Effects of running and walking on osteoarthritis and hip replacement risk. Med Sci Sports Exerc. January 30, 2013. DOI:10.1249/MSS.0b013e3182885f26. http://journals.lww.com/acsm-msse/
Abstract/publishahead/Effects_of_Running_and_Walking_on_Osteoarthritis.98453.aspx. Accessed April 1, 2013.

 
Klik direct door naar dit artikel op Pubmed

Deel deze pagina met collega's en vrienden: